MV Agusta is een merk een rijke geschiedenis. Dat was ook de reden waarom Claudio Castiglioni in de tweede helft van de jaren ’90 het geweer van schouder wisselde. De bezieler van Cagiva, was toen ook eigenaar van Ducati, maar verkocht dat laatste merk door aan een Amerikaanse investeringsgroep. Reeds vanaf de zomer van 1995 circuleerden er geruchten over de nakende komst van een viercilinder superbike uit Varese. Die werd toen door de pers nog gelinkt aan Cagiva. Vijfentwintig jaar geleden werd de comeback van MV Agusta – waarvan Claudio Castiglioni de naamrechten had verworven – aangekondigd en wel met de F4 superbike. Een motorfiets die met z’n kleurencombinatie van scharlakenrood en zilver, dezelfde livrei overnam als de GP-machines waarop rijders als Mike Hailwood, Phil Read maar vooral Giacomo Agostini triomf na triomf boekten.
Bijna een kwarteeuw na de herlancering van het merk, put MV Agusta nogmaals uit z’n geschiedenis, of beter gezegd die van zustermerk Cagiva. Bij de jongere lezers luidt die naam misschien nauwelijks een belletje maar Cagiva was in de jaren ’80 en ’90 een merk met een X-factor. Het boekte sportieve successen op zowel asfalt (in de wegrace GP 500’s met zowel Eddie Lawson als John Kocinski) als op crosscircuits (wereldtitels in de 125 cc met Pekka Vekhonen en Dave Strijbos). Maar de meest aansprekende triomfen boekte het merk toch in de Dakar-rally waar het met de Elefant, én in de kleuren van Lucky Strike, aantrad. Zeges kwamen er in 1990 én 1994, met de Elefant in de handen van Edi Orioli. En daar is zeker iets van blijven hangen, niet alleen bij Italiaanse motorsportfans, maar ook bij liefhebbers van Italiaanse Motoren (wie heeft ‘m?) wereldwijd.