Vanaf vandaag speelt A Complete Unknown in onze cinemazalen. Naast klinkende namen als Timothée Chalamet, Elle Fanning en Edward Norton schittert nog een andere ster op het witte doek: een Triumph T100 S/R uit 1964.
De nieuwe langspeelfilm van James Mangold, de regisseur van o.a. Ford v Ferrari en Walk The Line, vertelt het verhaal van een jonge Bob Dylan die zijn draai vindt in de New Yorkse muziekscene van de vroege jaren 60.
De echte Bob Dylan groeide op in Minnesota en verhuisde in 1961 naar Greenwich Village, het artistieke hart van New York. In de jaren daarna ontpopte Dylan zich van onbekende folkzanger tot legendarisch rockidool. Omdat zelfs idolen vervoer nodig hebben, schafte Dylan zich in 1964 een gloednieuwe Triumph T100 S/R aan.
Anders dan de draai die Triumphs marketingteam aan het verhaal gaf, was het model waar Bob Dylan op reed een Triumph Tiger (de T in T100) en geen Bonneville. Hoewel je vandaag een Bonneville T100 en Bonneville T120 vindt in Triumphs assortiment, waren de Bonneville en de Tiger tussen de jaren ’30 en ’70 nog afzonderlijke modellen.
De motor waar Bob Dylan op reed was een 1964 Triumph T100 S/R. Die laatste R staat voor Road, en verschilt van het S/C model dat bedoeld was voor offroadgebruik. Die T100 werd aangedreven door een luchtgekoelde staande twin van 490 cc, toen goed voor zo'n 34 pk en een topsnelheid van 160 km/u.
Op het hoogtepunt van zijn carrière verhuisde Dylan naar het rustiger gelegen Woodstock, waar hij op 29 juli 1966 ten val kwam met zijn geliefde Triumph. Er is weinig geweten over de precieze oorzaak van het ongeval, dat op een zonnige vrijdagmorgen plaatsvond, maar Dylan zou er een ernstige (nek)verwonding aan overgehouden hebben. Na het ongeval verdween de artiest enkele jaren uit de spotlights en zou zijn muziek ook nooit meer hetzelfde zijn. In zijn autobiografie Chronicles schreef hij later: “Ik had een motorongeluk gehad en was gewond geraakt, maar ik herstelde. De waarheid was dat ik uit de ratrace wilde stappen.”
Meer weten over A Complete Unknown? Neem dan een kijkje op cinenews.be.
Tekst: Maarten Van Caesbroeck
Foto's: Searchlight Pictures
