Een kwarteeuw na z’n debuutseizoen in de GP’s, en 20 jaar na z’n eerste wereldtitel in de koningsklasse – en meteen ook de allerlaatste 500 cc tweetakt wereldtitel – neemt Valentino Rossi afscheid van de actieve motorsport. Z’n aankondiging in de aanloop naar de GP van Stiermarken lag een beetje in de lijn der verwachtingen. Al dachten we in het vorig jaar toch nog even dat Rossi er in 2022 sowieso een jaartje aan ging breien. Maar goed de tweede seizoenshelft van 2021, geldt dan maar als z’n afscheidstournee.
Hoe dramatisch het ook klinkt, de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat de Valentino Rossi van 2021 geen plaats meer heeft in de MotoGP. Als je ooit aan de lopende band GP-overwinningen en wereldtitels aan mekaar reeg, dan geeft een 7e plaats in een GP allesbehalve voldoening. Tenminste, zo stel ik het me voor…
Of Rossi écht uit eigen beweging wou stoppen weten we niet. Maar in een Junior-team als Petronas SRT Yamaha – dat jong talent moet ‘kneden’ voor het fabrieksteam – verwacht je geen 42-jarige 9-voudige wereldkampioen. Bovendien werden de zaken er niet makkelijker op toen Rossi de komst van z’n eigen MotoGP-team aankondigde, al stond dat al jaren in de sterren geschreven. Ook de terugtrekking van de Maleisische oliegigant Petronas als hoofdsponsor van het team zal een verlengd verblijf van de Italiaanse legende, op z’n minst financieel, bemoeilijkt hebben.
Maar goed, de Rossi van de afgelopen 2 à 3 seizoenen wil ik me over 10 jaar niet herinneren. Rossi was op z’n sterkst in het eerste decennium van deze eeuw. Al z’n wereldtitels in de koningsklasse – en dat zijn er 7 – boekte hij tussen 2001 en 2009. Samen met zijn razende populariteit groeide ook de belangstelling voor de MotoGP. En daar speelde de man uit Tavullia toch een heel belangrijke rol in. Hij wist het publiek in grote getalen naar de circuits te lokken. Niet alleen naar Mugello – en later ook naar z’n echte thuisrace in Misano – maar ook naar bijna alle andere circuits die de GP’s wereldwijd aandeden.