The Couch Racer belicht wekelijks de motorsportactualiteit
The Couch Racer luisterde deze week toevallig naar ‘Pet Sematary’, een song van de onvolprezen Ramones, die in 1989 als soundtrack voor de gelijknamige film fungeerde. De song deed me een beetje denken aan de Belgische Motorsport, die is ook zo goed als dood, maar tegelijk springlevend. Net zoals Church, de kat uit ‘Pet Sematary’.
In eigen land wordt het met het jaar moeilijker om naar een top-motorsportevenement te gaan, al is er nog steeds een groot aanbod aan amateurevenementen. Maar het BK Wegrace, dat eens duizenden toeschouwers lokte, en het BK Motorcross, zijn niet meer dan een schaduw van wat ze ooit waren.
Tegelijkertijd presteren Belgische rijders toch nog steeds sterk internationaal. Afgelopen weekend won Barry Baltus de openingsronde van het Spaanse Moto3-kampioenschap en deed Xavier Siméon hetzelfde in het Franse Superbike-kampioenschap. In datzelfde weekend wonnen Marvin Vanluchene en Ben van den Bogaart, de eerste van twee Belgische Zijspancross GP’s, in Lommel. Met Arne Diercken/Robbie Bax en Davy Sanders/Lari Kunnas, eindigden er nog twee andere Belgische rijders in de top-10 van die GP. In Italië stond coming man Jago Geerts voor het tweede opeenvolgende weekend op het podium van een MX2 GP. Ditmaal moest de Balenaar alleen Jorge Prado laten voorgaan. Bovendien scoorde Liam Everts in Pietramurata, zoon van, z’n eerste top-10 positie in het EK 125cc. En dat, op enkele dagen na, exact 30 jaar nadat papa Stefan z’n GP-debuut maakte in het Italiaanse Faenza.
Het beste nieuws kwam reeds eind vorige week, toen de Waalse minister van Economie Pierre-Yves Jeholet een lening van € 51 miljoen toekende aan SOGEPA, de intercommunale die het circuit van Spa-Francorchamps beheert. Met het geld van die lening moet Spa-Francorchamps aan de huidige circuitnormen, en liefst een beetje meer, voor de MotoGP aangepast worden. Het doel van SOGEPA is om vanaf 2024 op de MotoGP-kalender te prijken. Dat biedt meteen nieuwe perspectieven voor de Belgische Motorsport, al brengt het ook uitdagingen met zich mee. Maar over die uitdagingen zal ik het later nog weleens hebben.
Dat de Waalse politiek de Motorsport (maar vooral de Autosport) niet helemaal ongenegen is, is al langer bekend. Tenslotte, pompte het Waalse gewest al heel wat miljoen Euro’s in Spa-Francorchamps. Spijtig genoeg is dat circuit altijd door een intercommunale beheerd geweest en bleken de politici die daar aan het stuur zaten simpelweg niet bekwaam genoeg. Of hoe kan je het contract, dat Jean-Marie Happart (PS) als voorzitter van SOGEPA, voor de Belgische F1 GP afsloot met Bernie Ecclestone, anders benoemen dan een ‘wurgcontract’. Nog steeds stapelt de GP de miljoenenverliezen op, en dat ondanks de komst van tienduizenden Nederlandse Max Verstappen-fans.
Langs Vlaamse kant moeten we vooral niet lacherig doen over de onkunde van Jean-Marie Happart. Het was immers Louis Tobback (SP.A) die, als Minister van Binnenlandse Zaken, destijds de doodsteek gaf aan de Belgische Wegrace GP. Tobback liet al in 1989 Britse en Nederlandse fans zwaar aanpakken, met wapenstok en waterkanon, door de federale reserve-eenheden van de Rijkswacht. Daardoor kwamen een jaar later nog minder toeschouwers opdagen en kwam het opnieuw tot rellen. Tobback klasseerde de bezoekers van de Belgische GP’s als ‘Hooligans’. Wellicht zullen er in de rand van elke GP wel wat uitspattingen zijn, maar nooit op zo’n schaal als in Spa-Francorchamps waar de Rijkswacht de GP-fans ronduit provoceerde.
Zo’n tien jaar later was Tobback, als burgemeester van Leuven, ook mede-verantwoordelijk voor het verdwijnen van de Paastrofee in Egenhoven. Daardoor verdween de oudste Motorcross-wedstrijd ter wereld van de kalender.
Door de jaren heen hebben heel wat Vlaamse politici, van de meest uiteenlopende strekkingen, beloften gedaan aan de motorsportliefhebbers. Beloften waarvan meestal niets in huis kwam. We herinneren onze een Limburgse Open VLD'er die in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van mei 1999 uitgebreid z'n liefde voor de Motorcross verklaarde via de luidsprekers van het Kiezelgroeve-circuit in Neeroeteren. Toen datzelfde circuit jaren later in een politieke storm terecht kwam was de politicus in kwestie in geen wegen of velden te bekennen. Recent herinneren we ons de pogingen van twee Vlaamse volksvertegenwoordigers van de N-VA om één eengemaakte Vlaamse motorsportfederatie op te richten. Een nobel streven, maar wellicht gingen beiden niet doortastend genoeg te werk. Bovendien maakten ze kennis met het haast ondoorgrondelijke kluwen van motorsportfederatie(tjes), schimmige verzekeringsmakelaars en onverzettelijke bondsbestuurders die mee ten grondslag liggen van de neerwaarste spiraal waarin onze sport zich in Vlaanderen bevindt. Opmerkelijk genoeg, kwam de Vlaamse Autosportfederatie (VAS) wel opeens in aanmerking voor subsidies. Wellicht omdat de bestuurders van de VAS net iets redelijker en nuchterder waren…
Als er één Vlaamse politicus is die de afgelopen 15 jaar wel iets positief gedaan heeft voor de Motorsport is het wel Bert Anciaux (SP.A). Hij deed nooit loze beloften inzak het reeds jaren aanslepende dossier van de ‘permanente oefenomlopen’ en zorgde er begin 2008 voor dat er Vlaamse subsidies kwamen voor de Belgische Motorcross GP in Lommel. Een GP die men in Namen overigens niet meer wenste. Bovendien was het ook onder Anciaux’ teneur als Minister van Sport dat het ‘Motorsport Future’-project van start ging. Anders dan z’n partijgenoot Louis Tobback begreep Anciaux wel de culturele en geschiedkundige relevantie van Motorcross in het Vlaamse sportlandschap. Als het goed is mag het ook eens gezegd worden...
Foto: Bigstock