Ook in de industrie zijn er mensen en bedrijven die een pioniersrol vervullen. Dat geldt evenzeer voor de motorsector en zeker wat e-motorfietsen betreft. In een jonge en snel evoluerende industrie betaalden deze pioniers de tol.
Ook in de industrie zijn er mensen en bedrijven die een pioniersrol vervullen. Dat geldt evenzeer voor de motorsector en zeker wat e-motorfietsen betreft. In een jonge en snel evoluerende industrie betaalden deze pioniers de tol.
Sinclair Vehicles was het voertuigenbedrijf van de Britse uitvinder en zakenman Clive Sinclair. Sinclair had in de vroege jaren ’80 fortuin gemaakt met zogenaamde ‘home computers’ of pc’s. In 1983 richtte hij Sinclair Vehicles op. Anderhalf jaar later, in januari 1985 stelde de constructeur z’n eerste en laatste voertuig voor de Sinclair C5. De C5 was een trike waarin je zelf moest trappen, al hielp een elektrische hulpmotor daarbij. Met een topsnelheid van om en bij de 24 km/u was hij even snel als een bromfiets. In Groot-Brittannië mocht je er evenwel, wel mee op de openbare weg rijden. Een succes werd de C5 echter niet. Er was bij de lancering veel enthousiasme voor de C5. In de eerste maand dat de C5 in productie was, werden er maar liefst 5.000 van verkocht. Maar gebruikers merkten al snel dat de machine amper vooruit te branden was, dat de autonomie erg beperkt was en dat steile hellingen nemen er zo goed als onmogelijk mee was. Nog in november van datzelfde jaar ging het bedrijf op de fles, nadat het een maand eerder nog omgedoopt was tot TPD. Bijna 35 jaar later is de Sinclair C5 wél uitgegroeid tot een cult-object en is hij gegeerd bij verzamelaars.
Een naam die beter de bedrijfsactiviteiten omschreef dan 'Electric Moto' was er wellicht nooit in de motorindustrie. Want het Amerikaanse Electric Moto Corp bouwde elektrische (cross)motoren. Het merk kwam omstreeks 2005 op de proppen met de Blade T-6. Die typeaanduiding was een verwijzing naar de Terminator-films. Ondanks, de aanwezigheid van hoogwaardige componenten zoals een Öhlins voorvork en schokbreker en een laag gewicht van 80 kg, werd de Blade T-6 geen commercieel succes. Het aanboren van overzeese markten, met name Frankrijk en Groot-Brittannië, wilde ook niet echt lukken. Het merk verdween dan ook met stille trom.
Het Zwitserse Quantya was een tijdgenoot van Electric Moto. Net als het Amerikaanse merk richtte Quantya zich in eerste instantie op elektrische off-roadmotoren. Het begon ook met de ontwikkeling, in samenwerking met lokale partners, van e-motoparken. Dat waren offroad-parken die geschikt waren voor elektrische motorfietsen. In de Verenigde Staten werd er onder andere samengewerkt met de Californische Staatsparken om zo’n e-motoparken te ontwikkelen. De Quantya EVO 1 kwam in een Track- (MX) en in een Strada-versie (Supermoto), maar de machine had eerder de looks van een ‘gespierde’ mountainbike dan die van een offroad motorfiets. Bovendien kon Quantya niet investeren in een verdere ontwikkeling van de machines. Het bedrijf uit Lugano bracht wel nog straatmotoren en e-sneeuwscooters op de markt. Maar ook het aanboren van die nieuwe marktsegmenten kon niet verhelpen dat het bedrijf eind 2018 failliet ging.
Brammo werd in 2002 in de Amerikaanse staat Oregon opgericht. In een eerste fase concentreerde het bedrijf zich vooral op elektrische auto’s vanaf 2008 werd de focus op elektrische motorfietsen verlegd. Het bedrijf bracht eerst de Enertia op de markt (in 2009) en stelde een jaar later de sportievere Empulse voor. Die machine onderscheidde zich van andere elektrische motorfietsen door z’n vloeistofgekoelde motor en de versnellingsbak met zes verzetten. In 2015 kocht Polaris de motorfiets-divisie van Brammo. Alleen de Empulse R werd verder gecommercialiseerd, maar dan onder de merknaam ‘Victory’. Het model verdween, in 2017, samen met Victory van de markt. Diesel-specialist Cummins kocht in april vorig jaar de batterijtechnologie van Brammo over.
Het Amerikaanse Alta Motors was de constructeur die wellicht de meest potente e-crossmotor ooit ontwikkelde. Oorspronkelijk heette het in San Matteo County, onder San Francisco, gevestigde merk BRD. Die naam werd al snel veranderd in Alta Motors. Alta richtte zich op het ontwikkelen van een gamma elektrische offroad motorfietsen. Te weten: een crossmotor, een enduromotor en een supermotomachine. Dankzij de financiering van investeerders uit Silicon Valley kon Alta een performante elektrische aandrijflijn en dito ‘battery pack’ ontwikkelen. Het merk pakte uit met promotiestunts zoals de deelname aan de ‘Red Bull Straight Rhythm’ en de Erzberg Rodeo. Alta mocht ook op belangstelling van Harley-Davidson rekenen. Even zag het er naar uit dat ‘The Motor Company’ een meerderheidsaandeel in Alta Motors zou verwerven, maar dat feestje ging uiteindelijk niet door. Omdat Alta weliswaar goede producten bouwde, maar deze niet als zoete broodjes verkocht, bleven financiële resultaten uit. Toen er in de herfst van 2018 geen vers geld werd gevonden moest Alta de deuren sluiten. Begin dit jaar, kocht de Canadese reus BRP en deel van de technologische know-how en de toling van Alta over.
De vijf elektrische start-ups hierboven hebben dan wel gefaald, maar helemaal dood is hun technologie niet. Alle vijf waren ze misschien te vroeg op de markt en van sommige van deze constructeurs kan je gerust stellen dat de productontwikkeling nooit helemaal voltooid was. Maar de technologie van Brammo en Alta Motors zal in ieder geval verder leven. Wellicht broedt men bij Polaris Industries (dat de motorfietsafdeling van Brammo kocht) op een nieuw elektrisch merk, al was het maar om ‘Harley’ – de grote concurrent van Indian Motorcycle – een challenger te bezorgen. En we mogen gerust zijn dat Bombardier Recreational Products (BRP), ondermeer het moedermerk van Can-Am, nu volop aan het bestuderen is hoe het de technologie van Alta Motors in z’n huidige product line-up kan implementeren. De bovenstaande ‘mislukkingen’ zijn dus zeker niet het einde van de elektrische motorfiets, maar zijn gewoon de groeipijnen van een nieuwe industrie.
Tekst: Bart Jacobs
Foto’s: Archief Motoren & Toerisme