Twintig jaar geleden zaten sportmotoren, in tegenstelling tot vandaag, volop in de lift. Minstens elke twee jaar pakten de constructeurs hun supersports, superbikes en hypersports aan. Het begrip superbike had in 2000 wel een andere invulling dan anno 2020. Tenminste, als we de sportieve logica erachter volgen. Het toen geldende technisch reglement van het WK Superbike - dat ook in landen als Australië, Duitsland (IDM), Groot-Brittannië (BSB) en de Verenigde Staten (AMA SBK) door de nationale kampioenschappen werd overgenomen – stipuleerde immers dat viercilinder machines een cilinderinhoud van maximum 750cc mochten hebben. Voor tweecilinders gold een maximaal slagvolume van 1000cc. Daarom had elke Japanse constructeur anno 2000 één model dat aan de superbike-reglementen voldeed.
De ons zelf opgelegde regel om Retrolijstjes tot vijf motorfietsen te beperken lappen we vandaag met graagte aan onze racelaarzen. Het zou de context van dit artikel immers geen goed doen indien we jullie alleen de vijf best ‘geklasseerde’ machines uit het WK Superbike van 2000 zouden voorschotelen. Om elke zweem van partijdigheid de kop in te drukken hebben we de 7 Superbikes overigens in alfabetische volgorde opgelijst.