Twintig jaar geleden, in het voorjaar van 2005, trok de M&T-crew erop uit om drie reismotoren met elkaar te vergelijken. De driestrijd tussen de BMW R 1200 RT, de Honda ST 1300 Pan European en de Yamaha FJR 1300 A was er een tussen drie onversneden 'groottoeristen'. Met andere woorden, motorfietsen die zich leenden tot het nemen van een stevige omweg.
De test die zich voor een stuk op Noord-Franse bodem afspeelde was eigenlijk een re-match. Drie jaar eerder had M&T dezelfde vergelijkingstest ook al eens gebracht. Alleen, toen was de RT nog maar een 1150 geweest. Ondertussen had BMW z’n boxer-toerer een update gegeven en was het opnieuw tijd om die eens met de Japanse referenties te vergelijken. Twintig jaar later prijkt de RT – intussen als 1250 – nog steeds in de catalogus en is er zelfs een 1300-versie van op komst. De Japanse concurrentie van weleer is ondertussen niet meer, maar dat wil niet zeggen dat je ze niet meer als tweedehands vindt. Toch zijn de Pan European en de FJR 1300 in België anno 2025 een stuk schaarser dan bij onze noorderburen. Heeft één en ander te maken met de vrij recente invoering van de technische keuring voor tweedehandsmotoren, waardoor heel wat exemplaren naar het buitenland verdwenen?
De vergelijking tussen de BMW, Honda en Yamaha was er ook eentje tussen drie verschillende motorconcepten. BMW deed het uiteraard met z’n vertrouwde boxer, terwijl Honda met een in de lengterichting geplaatste V4 en Yamaha met de dwarsgeplaatste viercilindermotor. Dat maakte dat hun gewichten nogal verschilden. Wat ze wel alle drie gemeen hadden waren de cardanaandrijving, de zijkoffers en de aanwezigheid van een ABS-systeem.
Het lichte wendbare en ook stabiele rijwielgedeelte van de R 1200 RT kreeg een pluim. Dat gold ook voor de goede windbescherming, waarvoor BMW de Pan European uitgebreid had bestudeerd. Ook het gemak waarmee je een tanktas kon bevestigen en het zuinige boxer-blok vielen. Die krachtbron was in 2005 nog steeds het minst sterke van het trio, maar de kloof met de Honda en de Yamaha was toch al deels gedicht.
Over de zesbak van de BMW was de M&T-redactie minder te spreken, die vonden ze immers nogal houterig. Bij op- en afschakelen ging er steevast ook een trilling doorheen de cardanas, die tot in de rest van de motorfiets te voelen was. Verder werden de spiegels niet optimaal bevonden. Het testexemplaar was ook voorzien van het gloednieuwe ESA-systeem, waarmee je de vering elektronisch kon instellen. Maar aan een meerprijs van € 718 zag de redactie dat niet zo zitten…
Luchtgekoelde R 1200 RT zijn nog steeds courant aanwezig op de tweedehandsmarkt. Vroege exemplaren (ca. 2005-2008) vind je vanaf € 3.000. Afhankelijk van de uitrusting (opties, topcase) kan de prijs uiteraard stijgen. Voor recentere RT's (2009-2013) lopen de prijzen op tot meer dan € 7.000. Opgelet: heel wat R 1200 RT's hebben wel meer dan 100.000 km in de wielen.
In het voorjaar van 2005 was de ST1300 aan z’n vierde modeljaar bezig. Maar nog steeds maakte z’n V4 behoorlijk wat indruk. De adjectieven “Zalig, krachtig en roomzacht” zegden, voldoende over de krachtbron van de Honda. Ook als verschijning stond de ST1300 er toen nog steeds. Verdere pluspunten waren z’n krachtig en doseerbaar remsysteem (DCBS), de frontale windbescherming en z’n wendbaarheid.
Een belangrijk pijnpunt van de Honda was z’n hoge prijs. Bovendien waren de prijzen op de optielijst ook niet van de poes. Zo moest je dik € 500 neertellen voor handvatverwarming, iets wat bij BMW tot de standaarduitrusting behoorde. Verder gaf een hoog opgeheven windscherm onderdruk wanneer je erachter zat, vonden we dat de lay-out van het LCD-scherm beter kon. Tot slot ook nog vermelden dat de Pan European aan hoge snelheid de een neiging tot schommelen vertoonde.
Voor vroege exemplaren van de ST 1300 betaal je in België tussen de € 3.500 en € 5.000. Later gebouwde 'Pans' gaan daar een stuk over (ca. € 6.000), maar zijn doorgaans schaarser. Ook bij de prijszetting voor de Pan European speelt het uitrustingsniveau een rol. Zo kosten exemplaren met de destijds optionele handvatverwarming uiteraard meer. Ook voor de ST 1300's geldt dat de kilometrage vaak aan de hoge kant is, logischerwijs meestal bij vroege exemplaren.
Met een vermogen van 144 pk was de FJR 1300 de krachtigste en sportiefste motor van het drietal. Bovendien was hij aan hoge snelheid heel stabiel – daar zat z’n vering voor iets tussen – en ook nog eens gunstig geprijsd.
Het krachtige blok van de Yamaha had ook een minpunt, want hij was niet bepaald zuinig in z’n verbruik. De vijfbak kwam soms iets tekort en daarom zette de M&T-redactie een zesde versnelling op het verlanglijstje. Verder kon de windbescherming beter en staken de koffers iets te ver uit.
Voor een Yamaha FJR 1300 uit 2005, of vroeger, betaal je doorgaans minder dan € 5.000. Latere versies van de FJR 1300 zijn voorzien van een upside-down voorvork en (vanaf 2016) een zesbak. De A-variant is het basismodel, daarnaast is er de AE met elektronische ophanging en LED-bochtenverlichting. De AS-versie doet daar nog Yamaha's eerste semi-automatische transmissie (YCC-S) bovenop. In dat geval kan de prijs rond de €10.000 (of meer) bedragen.
Zowel de BMW, als de Honda en de Yamaha zijn terug te vinden voor prijzen die tussen de € 4.000 à 6.500 variëren. Veel hangt af van de kilometerstand en eventuele gebruiksschade. Check steeds ook het onderhoudsboekje. De sinds 2023 verplichte technische keuring voor tweedehands motoren filtert de ergste gevallen van lamentabel onderhoud eruit. Vind je de BMW in ruime getale op de Belgische tweedehandsmarkt, dan is dat veel minder het geval voor de Honda en Yamaha. Die zijn dan wel weer courant – vaak in nagenoeg onberispelijke staat – terug te vinden in Nederland en dat zowel bij particulieren als gespecialiseerde dealers.
Tekst: Bart Jacobs
Foto's: Archief Motoren & Toerisme/Philippe Vandekerckhove
