Jouw motorfiets fiscaal

Hoewel de Belgische overheid nog steeds wat achterblijft om het gebruik van tweewielers echt te promoten, hebben ze wel een goede regeling getroffen omtrent de fiscaliteit van tweewielers. Je mag in ons land een motorfiets of scooter die gebruikt wordt voor woon-werkverkeer of beroepsverplaatsingen 100% fiscaal aftrekken. Dat is een erg groot voordeel ten opzichte van de meeste auto’s. Ook allerhande kosten gerelateerd aan de motorfiets mag je inbrengen in je aangifte.

Omdat de regels voor vennootschappen erg ingewikkeld en specifiek zijn, richten we ons in dit artikel op de particulier. We geven een aantal basisbegrippen en tips voor het invullen van de belastingsbrief mee.

Forfaitair of werkelijk?

Dit is een belangrijk onderscheid in de manier waarop je je kosten wil aangeven. Als je kiest voor het wettelijk fortfait, dan krijg je van de overheid afhankelijk van je loon een forfaitaire aftrek van al je beroepskosten, dus ook de werkgerelateerde verplaatsingen. Voor het aanslagjaar 2024 was het maximale bedrag 5.520 euro. Wie meer dan 75 km van z’n werkplaats woont kan hierbij nog een aanvullend bedrag claimen, maar dat is beperkt. Voor rijders die maar af en toe hun motorfiets gebruiken is dit waarschijnlijk de snelste en eenvoudigste methode in je belastingaangifte.

Maar als je aardig wat kilometers aflegt voor woon-werkverkeer, is dit forfaitaire bedrag niet zo interessant en dan kan je beter kiezen om je werkelijke kosten in te brengen. Dat kan echter ook op twee manieren.

  1. Forfaitaire kilometervergoeding: je mag dan 0,15 euro per afgelegde kilometer aangeven met een maximum van 100 kilometer per enkele rit. En je hoeft de werkelijke kosten niet te bewijzen. Al moet je wel kunnen bewijzen dat je het voertuig in kwestie voor woon-werkverkeer hebt gebruikt, en de ingebrachte kilometers moeten natuurlijk met de werkelijkheid overeenstemmen.

Voorbeeld: je hebt tijdens het jaar 220 dagen gewerkt. De afstand tussen je woonplaats en werk bedraagt 25 km. Heen en terug is dat dus 50 km. Je legde al je woon-werkverplaatsingen af met de motor. De kosten die je voor die verplaatsingen mag inbrengen, bedragen 1.650 euro (= 220 dagen x 50 km x 0,15 euro). Maar dat kan beter.

  1. Werkelijke kosten: in dit geval ga je met bewijsstukken aantonen welke werkelijke kosten je hebt gemaakt voor de werkgerelateerde kilometers die je met het voertuig hebt gereden. Dat wil zeggen dat je alle mogelijke uitgaves moet documenteren zoals, onderhoudsfacturen, benzinebonnetjes, belastingen, verzekering en andere aankopen gerelateerd aan de motorfiets. Ook bijvoorbeeld de huur van een garage, pechbijstand, kledij en onderhoudsproducten mag je mee aangeven.  

Wat voor jou specifiek de beste keuze is kan je eenvoudig en anoniem berekenen met tax-on-web. Via een simulator kan je verschillende scenario’s aanmaken en kijken wat de voordeligste oplossing is. Hou in ieder geval altijd bonnetjes en facturen bij, zo kan je nog steeds beslissen welke optie de beste is bij de eigenlijke aangifte. Het is echter overduidelijk dat het bedrag van 0,15 eurocent al jaren niet meer is aangepast aan de werkelijkheid en dus de echte kosten allerminst dekt. Zeker omdat je ook de aankoop van je motorfiets mee in de aangifte opneemt, waardoor de werkelijke kosten in de praktijk altijd hoger zullen liggen dan de forfaitaire vergoeding. Het kost wat extra administratie, maar die is bijna altijd aan te bevelen.  

Werk of Privé?

Het is natuurlijk mogelijk dat je je motorfiets enkel gebruikt voor je woon-werkverplaatsingen, maar dat is erg onwaarschijnlijk en zal door de fiscus ook niet snel aanvaard worden. Daarom is het belangrijk een realistisch verhouding van het totale aantal afgelegde kilometers en je werkkilometers in te schatten. Noteer de kilometerstand bij het begin en einde van het jaar (en neem er ook een foto van als bewijs) en vergelijk die met het dagelijkse traject naar je werk en eventuele bijkomende verplaatsingen. Dat percentage kan je dan gebruiken om je werkelijke kosten aan te geven. Extra bewijsmateriaal kan zeker helpen. Zoals een attest van je werkgever en een gedetailleerd onderhoudsboekje. Foto’s van de kilometerstand op regelmatige tijdstippen helpen ook, en tank af en toe in de buurt van je werk om te bewijzen dat je daar bent. Je bent overigens niet verplicht de kortste weg naar je werkplek te nemen. Als een andere route veiliger of sneller is, mag je die afstand gebruiken.

Tip: het handigste is een excell-document te maken met alle kosten en afgelegde kilometers. Die kan je dan jaarlijks updaten en meesturen met de aangifte. De bewijsstukken zelf dien je goed te bewaren voor bij een eventuele controle.  

Degressief of lineair?

Deze twee termen doen vaak verhitte discussies oplaaien aan de toog, maar in wezen is het niet zo complex. De afschrijfbare waarde van je motorfiets is de aankoopprijs inclusief BTW. De periode waarover je een motorfiets mag afschrijven is afhankelijk van het model, de duurzaamheid en het aantal kilometers dat je aflegt. De meest aanvaarde periode voor afschrijving van een nieuwe motor is 5 jaar, en voor een tweedehands motorfiets 3 jaar. Je kan echter een kortere periode hanteren als je heel veel rijdt.

Eens de periode bepaald is, kan je kiezen om lineair af te schrijven, dan wel degressief. In het eerste geval verdeel je in je aangifte het aankoopbedrag netjes over de gekozen afschrijfperiode. In het tweede geval kies je in jaar 1 voor een hogere aangifte van maximaal 40% van het bedrag, in de volgende jaren kies je dan 40% van de resterende waarde. Als het na enkele jaren interessanter wordt om toch voor lineair te kiezen, dan mag dat. Als je wil kiezen voor degressieve afschrijving, dan moet je dat wel specifiek aangeven.

Voorbeeld: Je koopt een nieuwe motorfiets van 20.000 euro. De afschrijving ziet er dan zo uit. Omdat je mag schakelen tussen degressief en lineair wordt het vanaf het derde jaar interessant om dat aan te passen.

Jaar

Degressief

Lineair

1

€ 20.000 x 40% = € 8.000

€ 20.000 x 20% = € 4.000

2

€ 12.000 x 40% = € 4.800

€ 20.000 x 20% = € 4.000

3

€ 7.200 x 40% = € 2.880

(Omschakeling naar lineair = 4.000)

€ 20.000 x 20% = € 4.000

4

€ 3.200 = restwaarde

€ 20.000 x 20% = € 4.000

5

0

€ 20.000 x 20% = € 4.000

 

Wees redelijk

In theorie is het mogelijk alle kosten die je op de een of andere manier kan linken aan de kilometers die je met je motorfiets voor het werk aflegt in rekening te brengen, maar het is geen goed idee de fiscus uit te dagen. Zo kan je zeker alle motorkledij, laarzen, helmen, thermisch ondergoed, oordopjes en zelfs een airbag inbrengen. Het is raadzaam die over drie jaar af te schrijven. Een navigatiesysteem, smartphone-houder en zelfs een deel van je telefoonabonnement kan je ook in rekening brengen. Het is immers van belang bereikbaar te zijn of hulpdiensten te kunnen contacteren indien nodig. Een rijopleiding met het oog op veiligheid op de weg zal misschien ook nog lukken, maar een offroadtraining of wheeliecursus zal niet aanvaard worden. En eens je in het vizier van de belastingdiensten komt, zullen ze de volgende aangiftes met extra aandacht bekijken. Blijf dus redelijk en eerlijk. Hou ook altijd rekening met het percentage privé-werkkilometers bij de aangifte van deze extra kosten.  

 

Blijf op de hoogte

Dit artikel is samengesteld met de op dit moment bekende informatie van de overheid. Het is echter eigen aan de regels van de fiscaliteit dat ze regelmatig wijzigen. Daarom is het altijd raadzaam om via de verschillende websites van de overheid en tax-on-web de meest recente regelgeving op te volgen. De hulp van een fiscalist of boekhouder met enige affiniteit met deze materie kan natuurlijk helpen, maar dat is helaas niet gratis. Soms lijkt het dus allemaal wat veel administratie, maar het loont echt de moeite om dit even te bekijken.

 

 

Geschreven op 26 september 2024
© Motoren & Toerisme