Minder aero, minder cc’s en duurzamere benzine: dit verandert er vanaf 2027 in de MotoGP

In een perscommuniqué heeft de Féderation International de Motocyclisme (FIM) het toekomstige technisch reglement voor de MotoGP in grote lijnen uitgelegd. Vanaf 2027 breekt er in de MotoGP een nieuw tijdperk aan, want de huidige technische reglementering gaat op de schop.

Kleinere motoren

De minst zichtbare, maar wellicht belangrijkste wijziging in het nieuwe technische reglement van de MotoGP komt er op mechanisch vlak. Vanaf 2027 mag de cilinderinhoud van een MotoGP-machine nog maximaal 850cc bedragen. Nu ligt die limiet nog op 1000cc. Ook de maximale boring van de cilinders word beperkt: van 81mm naar 75mm. Verder staat het technisch reglement alleen open voor viertaktmotoren met 4 cilinders.

Beperkt aantal motorblokken

Per seizoen krijgt elke permanente MotoGP-rijder de beschikking over zes motorblokken. Daarmee moeten ze tot 20 races zien af te werken. Staan er meer dan 20 races op de kalender, dan komt er in dat geval nog één blok extra bij.

GPS-data zullen gedeeld worden

Na het einde van elke sessie (vrije training, kwalificatie, of race) worden de GPS-data van alle rijders met alle andere teams gedeeld.

Overbrenging

Het aantal toegelaten versnellingsbakverhoudingen wordt in de MotoGP beperkt tot 16. Daar komen nog eens vier verschillende verhoudingen voor de primaire aandrijving bovenop.

Minimaal gewicht

Een MotoGP-motor moet vanaf 2027 een minimaal drooggewicht van 153 kg hebben.

De veringmogelijkheden worden beperkt

De mogelijkheid om de rijhoogte – of beter gezegd de bodemspeling – aan te passen, verdwijnt. We zullen dus geen startgrids meer zien waarop de MotoGP-machines in ‘Hot Rod’-houding staan. Ook de zogenaamde ‘holeshot devices’ – waarmee de voorvork vlak voor de start wordt opgespannen om het voorwiel meer tractie te geven – wordt verboden.

Minder en duurzamere brandstof

De tankinhoud van een MotoGP-machine mag vanaf 2027 nog maar 20 liter bedragen en dat voor de volle Grand Prix-afstand op zondag. Voor de Sprint-races op zaterdag krijgen de MotoGP-piloten maximaal 11 liter brandstof mee. Die brandstof zal overigens niet uit aardolie geraffineerd zijn. Vanaf 2027 schakelt de MotoGP volledig over op e-fuels. De precieze details over deze brandstof worden in de loop van dit seizoen besproken binnen een werkgroep die uit afgevaardigden van promotor Dorna (nu dus Liberty Media, nvdr) en de IRTA (de belangenvereniging van de GP-teams) .

Minder aerodynamica

De aerodynamische oppervlakte op een MotoGP-machine wordt ingeperkt. Het bovenste gedeelte van de voorkuip mag vanaf 2027 nog maximaal 550 mm breed zijn (nu is dat nog 600 mm). Achteraan mag het ‘kontje’ van de machine maximaal 1150 mm hoog zijn (nu is dat nog 1250 mm). Verder wordt de neus van de stroomlijn vanaf 2027 met 50 mm ingekort. De achterwaarts gerichte vleugeltjes op de stroomlijn worden ook smaller.

Verder stelt de FIM ook strengere homologatienormen. Voortaan wordt de achterkuip – het aerodynamische gedeelte achter de rijder – ook als een gedeelte van de volledige stroomlijn beschouwd. Slechts éénmaal per seizoen mag een constructeur dat gedeelte aanpassen.

Waarom deze nieuwe technische regels?

Op tijd en stond een nieuw technisch reglement, is iets wat bij elke mechanische sport hoort. Veel varieërt van seizoen tot seizoen, omdat het nu eenmaal de opdracht is van het regelgevend orgaan – in dit geval dus de FIM – om het speelveld zo breed mogelijk te houden. Ook de rechtenhouder – in dit geval dus Dorna (en wellicht later op het jaar Liberty Media) – heeft er alle voordeel bij om het kampioenschap zo spannend mogelijk te houden. Dat was voor een groot stuk al het geval met de huidige generatie 1000 cc motorfietsen – waarvan het technisch reglement sinds 2012 in voege is – maar de conclusie is dat ze nu stilaan te snel worden. Beperkende maatregelen zoals minder cilinderinhoud, minder aerodynamica en minder geavanceerde vering, drongen zich dus op.

Bovendien wordt de MotoGP de laatste seizoenen vooral door de Europese constructeurs, met Ducati voorop, gedomineerd. Wilden de FIM en Dorna, de twee overgebleven Japanse merken – Honda en Yamaha dus – aan boord houden, dan moest er een technische reset komen. Met een reglement dat minder ontwikkelingskosten voorziet en waarbij het verbruik en gebruik van ‘groene’ brandstof relevant wordt, kunnen de MotoGP-bazen van de Japanse merken de raden van bestuur van hun respectievelijke merken hopelijk overtuigen om langer in de koningsklasse van de mondiale motorsport te blijven investeren.

Tekst: Bart Jacobs

Foto's: KTM Images/Polarity Photo-Rob Gray en GASGAS Media/Phillip Platzer