De regerende wereldkampioen blijft nog zeker tot en met 2026 bij het Ducati Lenovo-fabrieksteam.
De regerende wereldkampioen blijft nog zeker tot en met 2026 bij het Ducati Lenovo-fabrieksteam.
Op welgeteld vier dagen van de eerste GP van het seizoen heeft Ducati de transfercarrousel op gang getrokken door het contract met ‘Pecco’ Bagnaia te verlengen. Dat de regerende wereldkampioen nog zeker twee seizoenen langer bij het merk uit Borgo Panigale blijft, hoeft niet te verbazen. Beide partijen waren, in zekere zin, tot elkaar veroordeeld. Ducati verzekert zich met de contractverlenging nog langer van de diensten van een rijder die reeds tweemaal bewezen heeft dat hij de wereldtitel kan pakken. Anderzijds kon Bagnaia elders wellicht niet dezelfde balans tussen het financiële (versta een riant loon, nvdr) en het sportieve (momenteel de beste motorfiets op de MotoGP-grid) vinden.
Nu Bagnaia ook voor 2025 en 2026 aan Ducati verbonden is, kan de transferkoorts pas echt uitbreken. Het meest begeerde zitje van het deelnemersveld is nu het tweede Ducati Lenovo-zitje, dat nog tot eind dit seizoen bezet wordt door Enea Bastianini. Maar Bastianini zit mede door blessures en tegenvallende resultaten op de wip bij Ducati. Algemeen wordt verwacht dat Bagnaia’s titelrivaal in 2023, Jorge Martin (nu Prima Pramac Ducati) of zesvoudig wereldkampioen Marc Marquez (Gresini Racing Ducati) aanspraak kan maken op het felbegeerde tweede zitje. Toch roept die these meer vragen dan antwoorden op? Zal Bagnaia wel een rijder van dat kaliber naast zich dulden? En wil Ducati daar dan aan meewerken? Ook nu zitten beide rijders op een Ducati, zij het dan in een satellietteam. Bovendien is die huidige constructie financieel een stuk voordeliger voor de fabrikant uit Borgo Panigale.
De komende dagen en weken mogen we dus nog meer transfergeruchten en concreet transfernieuws verwachten uit de MotoGP-paddock.
Tekst: Bart Jacobs
Foto’s: Ducati Media House