Raceverslag: Benelux Trophy Croix-en-Ternois 2023

Terwijl enkele tientallen kilometers noordwaarts Mathieu van der Poel over de kasseien van het ‘Bos van Wallers’ of nog het ‘Carrefour de l’Arbre’ dokkerde, opende op het circuit van Croix-en-Ternois de Benelux Trophy anno 2023 voor Supersports en Superbikes. Het werd een weekend met flinke duels en dramatische valpartijen.  Na een gure westenwind, dreigende wolken en af en toe een spatje regen op vrijdag en zaterdag, -tijdens het vrij-rijden en de kwalificaties-, was het op zondag tijdens de wedstrijden stralend mooi weer. Dit nadat een dikke mistlaag op zondagochtend was opgetrokken en even voor oponthoud zorgde. Het programma startte dan ook met een uur vertraging. Maar eens de ochtendmist had plaats gemaakt voor een lentezon, kregen de aanwezigen mooie races voorgeschoteld. 

Tekst en Foto’s: Jan Vermeer

 

Een naam die zeker bij de iets oudere fans een belletje doet rinkelen: Sébastien Le Grelle. De Namenaar dook in Croix in de Benelux Trophy op en dat op een door Dholda Racing getunede Honda CBR 1000 RR-R van Motos Rosmant.

Was de laatste jaren, zeker bij de SBK’s, het een Belgisch onderonsje voor de Benelux titel, nu heeft het kampioenschap een flinke kwaliteitsinjectie gekregen, dat de raceserie naar een hoger niveau tilt. De titels in de twee klassen zullen dan ook beslecht worden door wie er de meeste races, of zelfs alle inclusief de stratenraces van Chimay en Hengelo, zal rijden. Ricardo Brink kwam over na vier jaren in de IDM en brengt een hoop ervaring en snelheid mee. Op vrijdag reed de Nederlander nog op een maagdelijk blauwe Yamaha, maar toen was al duidelijk dat hij een van de kanshebbers was. Hij vertelde dan ook ronduit waarom hij startte in de Benelux Trophy: ”In de IDM zijn een paar topteams met topmotoren en als je daar niet toebehoort dan duelleer je om de tiende stek, of nog verder in het veld. Net zowat hetzelfde probleem dat Bastien Mackels had. Natuurlijk hoort erbij de IDM ook een flink budget. Ik maakte dat stapje terug naar de Benelux Trophy, om opnieuw races te winnen. Dit op een privé-Yamaha.” Zijn laatste zinnetje zei alles: “Ik heb er gewoon erg veel zin in...”.

De Nederlander Ricardo Brink (4) is duidelijk een aanwinst voor de Benelux Trophy.

De grootste tegenstand kwam, misschien wel verrassend nadat hij er een jaartje tussenuit was in de SBK-klasse, van Sander Claessen op zijn Aprilia RSV4. In de eerste race nam de her optredende kopstart, hield verscheidene ronden de leiding maar moest dan de handdoek gooien en genoegen nemen met de tweede plaats na Brink. Op het derde trapje opnieuw een Nederlander met Thijs Peeters, die gestaag progressie gemaakt heeft in de Trophy en nu rijp lijkt voor een gooi naar de titel. Verder verrassend de lokale amazone Jennifer Houillier, Sebastien Le Grelle op een Honda Fireblade, Christopher Lequeux en Yan Ancia. Regerend kampioen Ancia worstelde heel het weekend met afstellingsproblemen voor de vering van zijn BMW M en finishte tweemaal zevende. De Limburger kon zich net Ouri Bikkems van het vege lijf houden.  In de herneming nam Brink het zekere voor het onzekere en koos het hazenpad van bij de start. Claessen zette de achtervolging in, maar net op het moment dat hij met de V-4 de snelste tijd van het weekend realiseerde, crashte Claessen in de grindbak.

Nog niet op dreef: Yan Ancia.

Weg podiumplaats. De podiumplekken waren nu voor Vincent Lonbois en opnieuw Peeters. Lonbois die vooraf had laten weten Croix als training en afstelling voor zijn Mototech Yam te zien voor het nakende IRRC-kampioenschap, worstelde ook met veringproblemen. De rijder uit Waterloo reed dan ook in functie van de openingsrace van het IRRC, volgende maand in Hengelo. Na Peeters waren het opnieuw Le Grelle, Lequeux en Houillier die duelleerden en in een goeie halve seconde voorbij de dambordvlag flitsten. Op de valreep kregen we het nieuws dat Ricardo Brink aan de start zal verschijnen van de volgende Benelux Trophy, echter een stratenrace in het Nederlandse Hengelo. Het is van zijn Moto3-tijd geleden dat Brink nog aan de start verscheen van een stratenrace. Dus we krijgen nog meer moois in de nabije toekomst.

Sander Claessen, terug actief op de Aprilia RSV4 bij de Superbikes, was tot hij in de grindbak belandde bezig aan een sterk openingsweekend.

Supersport: twee rijders winnen, een derde moet naar het hospitaal

De Supersport-klasse rijdt recentelijk ook in de Benelux Trophy met de nieuwe FIM-regels, zoals in het WK-Supersport, waarbij machines met 2 en 3-cilinders maar met een grotere cilinderinhoud ook mogen starten bij de SSP. Een van hen was Bram Lambrechts op de Ducati Panigale V2, naast de drie ‘youngsters’, Luca Devleeschauwer, Sasha De Vits en Jef Van Calster. Meteen een vooruitzicht op flinke duels. Op zaterdag kwam hierop een domper toen De Vits, op een Yamaha van Joshua Broes Racing, in een van de snelste passages van het pocketcircuit hard ten val kwam.

Sasha De Vits was de snelste Supersport-rijder in Croix, tot hij in de kwalificatie zwaar ten val kwam.

Meteen rode vlag want het was ernstig. De Vits werd snel overgebracht naar het hospitaal in Arras met een open armbreuk waarbij het enige tijd duurde om de flink bloedende wond te verhelpen. Kwetsuren aan een long, lever en een nier, waardoor hij diezelfde avond nog werd geopereerd. De rijder is nu stabiel en wij wensen hem via deze weg een voorspoedig herstel toe. Door deze gebeurtenis was de affiche voor een deeltje onthoofd, maar de overige tenoren maakten het ruim goed.

Volop strijd in de Supersport-klasse.

Devleeschauwer kende op zijn Kawa technische problemen waardoor hij in allerijl de Yam van Pieter Ghysels moest laten overkomen. Op een motor die hij net had leren kennen knalde hij naar een 2-1. Jef Van Calster, die dit jaar ook net als Luca, uitkomt in de IDM SSP600, liet dan een 1-2 optekenen, waardoor ook hij zich klaarstoomt voor een verder Duits avontuur. Het tweetal knokte in beide races ook met Lambrechts op zijn Duc, die op zijn beurt tweemaal op het derde trapje van het erebordes mocht.

Jef Van Calster, de winnaar van de eerste race bij de Supersports.

De verschillen met respectievelijk Devleeschauwer in Race 1 en met Van Calster in Race 2, waren miniem maar hij moest tevreden zijn met de derde plaatsen. Tweemaal vierde werd de lokale matador Jeremy Jacquet en verder op de volgende ereplaatsen een trits Hollanders met Elias Van Roekel, Wes Kleinfeld, René Bosma en Roy Ruesen.

Duel tussen Bram Lambrechts (links) op de Ducati Antwerpen Panigale V2 en Luca de Vleeschauwer (Yamaha R6).

Tjokvol nevenprogramma

Ook de andere races, die aan een snel tempo de revue passeerden mochten er wezen. In aantallen deelnemers steken twee klassen er ver bovenuit met de deelnemers aan de Belgian Twin Trophy die vier races op zich namen met aparte starts voor Stocktwins en Supertwins, waarbij de Aprilia RS660 motoren bij de Supertwins ook hun Aprilia RS660 Cup afwerken en voor hun tweede seizoen met net geen twintig Italiaanse machines aan de start staan.

Groepsfoto met het volledige startveld van de Aprilia RS660 Cup.

Bij de Stocktwins waren de winnaars de Jerome Varlet en regerend kampioen Christophe Carlier op Suzuki en bij de Supertwins tweemaal Ferre Fleerackers op zijn Appi V-twin, die hiermee ook uiteraard de Aprilia Cuip won.

De strijd vooraan bij de Twins.

Ook een mooi deelnemersveld zijn de zijspannen van de Northern Sidecar Cup die dan weer in een aparte 600cc en 1000cc klasse reden. Bij de zwaardere spannen waren Talens/Claeys tweemaal veruit de sterkste en bij de lichtere spannen waren er racezeges voor Jacquemmoz / Pirat (F) en Merkens / Pinkert (D).

Geschreven op 11 april 2023
© Motoren & Toerisme