Dit is zeker niet het eerste, en ook niet het laatste reisverhaal over de Noordkaap. Maar het blijft simpelweg bij velen tot de verbeelding spreken, en terecht. Een ruw paradijs dat zich over een immens oppervlak uitstrekt, met een aaneenschakeling van berg- en kustwegen. Natuurpracht en serene stilte bepalen hier de atmosfeer. Dat de Noordkaap en de Lofoten de moeite zouden worden wisten we al, maar dé ontdekking van de trip was het eiland Senja.
Meest noordelijke dealer
Een vlucht met de Scandinavische luchtvaartmaatschappij SAS brengt ons in 2 uur van Brussel naar Oslo. Daar stappen we over voor nog eens een vlucht van 2 uur naar Evenes, een dorpje dik duizend kilometer boven de poolcirkel. Gelukkig is het augustus en kunnen we nog spreken van milde temperaturen (15 °C). Een taxi brengt ons de volgende ochtend naar Ballangen, een ander doodgewoon dorp in het noorden van Noorwegen, maar met een unieke Harley-Davidson dealer. De eigenaar vertelt ons trots dat dit de meest noordelijke dealer van het Amerikaanse merk is in de hele wereld. Hij heeft er zelfs T-shirts van laten maken. Ik kan het niet laten en koop er meteen één. Motoren van dienst zijn uiteraard de nieuwe Pan America en, iets verrassender, de Heritage Classic. Twee merkelijk verschillende motoren. Als reisgezel heb ik mijn vader meegenomen. Het stond tenslotte op zijn bucketlist om ooit naar de Noordkaap te rijden. Enkele uitzonderingen daargelaten is het dertig jaar geleden dat hij nog met de motor heeft gereden. Gelukkig went de Pan America snel en zijn de Noorse wegen van een sublieme kwaliteit. Op naar de eerste ferry!