Reisverhaal: Noorwegen - Dromen Afvinken met Harley-Davidson

Noorwegen staat ongetwijfeld bij veel motorrijders op de spreekwoordelijke bucketlist. Het komt dus goed uit dat Harley-Davidson nu een Bucket List-programma aanbiedt om in de mooiste regionen van het Scandinavische land rond te cruisen op een echte Amerikaan. Wij mochten alvast eilandhoppen in de Lofoten, om later door te rijden naar de befaamde Noordkaap.

TEKST EN FOTO’S: Charly de Kinderen

Dit is zeker niet het eerste, en ook niet het laatste reisverhaal over de Noordkaap. Maar het blijft simpelweg bij velen tot de verbeelding spreken, en terecht. Een ruw paradijs dat zich over een immens oppervlak uitstrekt, met een aaneenschakeling van berg- en kustwegen. Natuurpracht en serene stilte bepalen hier de atmosfeer. Dat de Noordkaap en de Lofoten de moeite zouden worden wisten we al, maar dé ontdekking van de trip was het eiland Senja.

Meest noordelijke dealer

Een vlucht met de Scandinavische luchtvaartmaatschappij SAS brengt ons in 2 uur van Brussel naar Oslo. Daar stappen we over voor nog eens een vlucht van 2 uur naar Evenes, een dorpje dik duizend kilometer boven de poolcirkel. Gelukkig is het augustus en kunnen we nog spreken van milde temperaturen (15 °C). Een taxi brengt ons de volgende ochtend naar Ballangen, een ander doodgewoon dorp in het noorden van Noorwegen, maar met een unieke Harley-Davidson dealer. De eigenaar vertelt ons trots dat dit de meest noordelijke dealer van het Amerikaanse merk is in de hele wereld. Hij heeft er zelfs T-shirts van laten maken. Ik kan het niet laten en koop er meteen één. Motoren van dienst zijn uiteraard de nieuwe Pan America en, iets verrassender, de Heritage Classic. Twee merkelijk verschillende motoren. Als reisgezel heb ik mijn vader meegenomen. Het stond tenslotte op zijn bucketlist om ooit naar de Noordkaap te rijden. Enkele uitzonderingen daargelaten is het dertig jaar geleden dat hij nog met de motor heeft gereden. Gelukkig went de Pan America snel en zijn de Noorse wegen van een sublieme kwaliteit. Op naar de eerste ferry!

Ferry’s

Wie aan Noorwegen denkt, denkt aan water. En dan ontkom je er niet aan om regelmatig een overzetboot te nemen. Dit systeem werkt prima, al moet je wel je reis rond deze boten plannen. Dan hoef je nergens onnodig lang te wachten. We zijn eind augustus, en het toeristische hoogseizoen is net over zijn hoogtepunt heen. We hoeven daarom geen ferry van tevoren te reserveren. Maar hou er rekening mee dat dit wel eens het geval zou kunnen zijn in de piek van de zomermaanden (juni, juli en augustus). Een motor ergens in een hoek van het ruim plaatsen, gaat natuurlijk wel eenvoudiger dan een auto of mobilhome. De vaart is telkens een rustgevend moment. Je kan het landschap vanuit een ander perspectief bekijken en zo nodig even opdrogen of opwarmen. En dat is nodig, want een compleet droge motortrip in Noorwegen zit er niet in. Op onze eerste dag is het al flink aan het regenen. Het past wel bij het landschap, en stoort ons daarom niet zo hard.

Langzame kronkelwegen op de Lofoten.

Via de haven van Lodingen komen we de Lofoten binnengevaren. Verkeerd rijden is hier onmogelijk, vermits er maar één weg is die ons tot in het puntje van de Lofoten brengt. De E10 kronkelt via de kust en steile kliffen helemaal tot in het dorpje Å. Maar voor onze eerste nacht verblijven we ietsje noordelijker in Hamnøy, waar de typische rode vissershutjes of ‘robuer’ zijn omgebouwd tot slaapcabines. Het dieprood van de hutjes steekt fel af tegen de monotone maar majestueuze bergen op de achtergrond. Het water omringt dit alles en geeft de lucht die ziltige toets. De opvallende houten staketsels in de omliggende weilanden dienen om kabeljauw te drogen. Een nostalgisch aandoend plaatje, maar in het aanpalende restaurant Gadus vinden we een heerlijk hedendaagse keuken (best wel op voorhand reserveren).

Onze eerste overnachting in de typisch rode vissershutjes bij Reine.

Winters surfen

De volgende ochtend draaien we onze neuzen alweer en rijden we over de E10 in de omgekeerde richting in een rechte lijn naar de Noordkaap. Deze keer wel met meerdere haltes om het eiland toch iets beter te leren kennen. Al kan je in de Lofoten evengoed een week verblijven. Na de prachtige baai van Falkstad draaien we een doodlopende weg in naar Vikten. Op de steile flanken van de bergen staan de schapen te grazen. Het is mistig en het lijkt alsof achter elke bocht de weg zo- maar kan ophouden. Als we verder naar rechts afdraaien klaart de mist op en zien we een schattig, slaperig dorpje. De schoolbel luidt, en bij gebrek aan speelplaats spelen de kinderen op de straat, want verkeer is er hier toch amper.

Een baai enkele kilometers voor we de Noordkaap bereiken.

Aan het strand zelf is een atelier waar een glasblazer opendeur houdt en zijn ambacht toont. De tassen koffie staan al klaar en we warmen ons bij de oven. We zouden hier best langer willen blijven hangen, maar er valt nog zoveel meer te zien. Dus op naar Unstad. Dit dorpje stond hoog op mijn verlanglijst. Het staat bekend om het fenomeen arctic surfing. In de winter komen hier surfers bij onmenselijk lage temperaturen de perfecte golven opzoeken. Vandaag is het water eerder vlak en zijn er geen surfers te bespeuren. Toch voel je in dit dorp die typische surfvibes die je evengoed in Biarritz kan terugvinden. Vooral de kaarsrechte weg die je naar het Unstad brengt en dwars door de groene vallei snijdt is magisch. Na de lunch rijden we door naar Henningsvær, dat ook wereldbekend is, omwille van het in de rotsen uitgehouwen voetbalveld. Het is vooral een plaatje vanuit vogelperspectief, maar oogt iets minder spectaculair vanaf de grond. Toch is het dorp zelf een bezoek waard met zijn vele winkels en restaurants.

De weg naar het eiland waarop de Noordkaap zich bevindt, is misschien wel de mooiste waarop ik ooit met een motor heb gereden.

Rendierpizza

Het miezert als we de volgend ochtend de gordijnen van de kamer opendoen. Vandaag rijden we weer enkele honderden kilometers richting het noorden. Ondanks de strenge snelheidscontroles verloopt de rit telkens vlot, dankzij het ontbreken van druk verkeer of verkeerslichten. Het is dan ook aangenaam rijden op de Noorse wegen. Enkel de aandrang om achter elke bocht te stoppen voor een foto drukt het tempo. Stip zeker de weg 87 aan, die even de E6 verlaat. En ook de bergpas voor Sørstraumen is fenomenaal. Vanop de hoogvlakte op de pas kijken we over de laaghangende wolken die laag boven de fjorden hangen. Er wordt nu een tunnel aangelegd dwars door de bergen, maar zoals wel vaker is de kortste weg zeker niet de mooiste. Als we de Alta met zijn talloze rondpunten zijn gepasseerd, is de laatste etappe richting de Noordkaap ingezet. Eerst is er nog een bochtige klim, waarna je over een kale, surreëel aandoende hoogvlakte rijdt. Het zicht op de zee is voor één keer nergens te bespeuren en het landschap verandert drastisch. Een steppeachtige vegetatie, met een strook asfalt die door het landschap slingert.

 

De Bucket List-formule is een ideale kans om kennis te maken met misschien wel het mooiste land van Europa en tegelijk de unieke rijeigenschappen van een Harley te ontdekken.

In het dorpje Skaidi stoppen we aan een vrolijk tankstation en doen we ons tegoed aan pizza met rendiervlees. Het smaakt goed. Niet veel later zien we overal kuddes rendieren opduiken. Oppassen geblazen, want ze kunnen zomaar achter een bocht staan en reageren soms onvoorspelbaar. We zien ook enkele grote roofvogels. Hier in het desolate noorden is de natuur nog koning. Mijn innerlijk kompas is ondertussen gekalibreerd en ik weet nu perfect waar het noorden ligt. De kustweg wordt geflankeerd door rotsen, en waar je ook kijkt zie je eilanden met de vissershutjes als kleine rode stipjes. Via de steile Noordkaaptunnel bereiken we het allerlaatste deel van de reis. Deze zeven kilometer lange tunnel verbindt het vasteland met het eiland waarop de Noordkaap zich bevindt. De weg die nu volgt is het summum van een al prachtige reis en misschien wel de mooiste weg waarop ik ooit met een motor heb gereden.

De Sorstraumen-pas waar we boven de wolken rijden.

Ontgoocheling

We laten de gouden gloed van de ondergaande zon achter ons en rijden een dichte wolk in, klaar om een andere wereld te ontdekken aan de overkant. Helaas verhullen net die wolken plat toerisme. Enkele kilometers terug zagen we in de baai van Honningsvåg al een groot cruiseschip liggen. Dat is net aangemeerd en loost bussen met hordes toeristen. Het is een drukte van jewelste, het contrast met de voorgaande dagen is enorm. De ontgoocheling ook. Weg romantisch plaatje van de Noordkaap ... We hopen dat de hordes toeristen samen met de wolken zullen wegtrekken, maar helaas. Als het avond wordt gaan we toch maar een hapje eten.

Een kudde rendieren aan de Noordkaap.

Met een lichte kater vangen de weg in de omge- keerde richting aan. Het zicht is minsten even mooi als de voorgaande dagen, en met veel plezier passeren we de hoogtepunten nog eens. In Skjervoy hopen we een ferry te nemen richting Tromsø. Helaas blijken enkel passagiers zonder motorvoertuig aan boord te mogen. Dit gooit onze planning grondig door elkaar. We moet een serieuze omweg nemen, al is dat in dit landschap zeker geen straf. Pas rond 23 uur komen we aan op onze bestemming, en we hebben enkele uren in het donker moeten rijden. Dat is zelden een goed idee met de motor, zeker in natuurgebieden. Een dier dat de weg wil oversteken, zie je pas op het allerlaatste moment. Tromsø zelf is een eigenzinnige stad die zeker een bezoek waard is. De brug waarover je Tromsø binnenrijdt is het hoogste punt van de stad en daardoor best indrukwekkend.

Zalmkwekerij in een fjord.

Senja

De volgende dag roept de weg weer. Ons doel is Senja, het tweede grootste eiland van Noorwegen, want daar hebben we veel goeds over gehoord van de Noren die we onderweg tegenkwamen. Het moet er nog mooier zijn dat op de Lofoten en minder toeristisch. Door een netwerk van tunnels verlaten we Tromsø en na een paar uur rijden zijn we in Senja. Ook op dit eiland is het quasi onmogelijk om de weg kwijt te raken. Er zijn maar twee wegen die je naar de andere kant brengen. We nemen de meest kronkelige route langs het noorden en worden wederom op z’n Noors getrakteerd op spectaculaire landschappen. De spierwitte zandstranden blinken in de zon, die vandaag volop schijnt. 

Ferry-overvaart met het eiland Senja op de achtergrond.

Het felle licht doet het water azuurblauw kleuren en je zou haast geloven dat je op een tropisch eiland bent. We laten de zwembroek toch maar in de bagage. In Gryllefjord geraken we nog net op de laatste ferry naar Andenes. Terwijl we het ruime sop kiezen zakt de zon achter de grillige bergtoppen van Senja. We overnachten in een appartement in Andenes, een vissersdorpje dat letterlijk aanvoelt als het einde van de wereld. Het is ook een van de uiterste punten van Noorwegen en vooral bekend als de baai vanwaar de boten vertrekken om walvissen te spotten. Restaurant Arresten ligt vlak naast ons appartement, een echte aanrader voor de cu- linaire meerwaardezoeker. De volgende dag is meteen onze laatste. Via het noordelijke deel van de Lofoten zakken we verder af richting Ballangen, waar we onze Harley’s weer inleveren.

Geschreven op 11 december 2024
© Motoren & Toerisme