Reportage: Weekendtrip met kinderen in Ural zijspannen

Wie vroeger tijdens de les aardrijkskunde opgelet heeft, weet dat de Oeral een gebergte is in Rusland dat de grens tussen Europa en Azië markeert. Het is met 1.894 meter niet het hoogste, maar wel het langste gebergte van Europa, omdat het zich over 2.500 kilometer uitstrekt. In de motorwereld is Ural evenzeer een iconische naam, die na een mindere periode meesurft op de aanhoudende vintage-golf. Wij ondervonden dat er heel wat fans rondlopen.

 

Tekst: Tom Vander Sande

Foto’s: Bob Van Mol

 

Ural is de enige Russische producent van motorfietsen en z’n geschiedenis is even bewogen als die van het thuisland. Er zijn verschillende verhalen over het ontstaan van het merk, maar het komt erop neer dat Sovjetingenieurs aan de vooravond van WO II een betrouwbaar en polyvalent vervoermiddel zochten om te gebruiken in de mobiele oorlogvoering tegen de Duitsers. Ze kopieerden daarvoor de succesvolle BMW R71, die ze (naargelang de bron) via Zweden binnensmokkelden of van de Duitsers zelf hadden gekregen onder het Molotov-Ribbentroppact, een schijnovereenkomst die tijdelijk de vriendschap tussen de twee landen moest hoog houden. De Sovjetkloon werd M72 gedoopt en in een fabriek in Moskou begon men in recordtempo machines te bouwen. Toen de Duitsers na de inval in 1941 razendsnel oprukten naar de hoofdstad, werd de productie verhuisd naar Irbit, een belangrijk handelscentrum in de Oeral waar er een overvloed aan grondstoffen voorhanden was.

De zijspannen speelden een belangrijke rol in het verslaan van de nazi’s en na de oorlog werden de driewielers graag gebruikt door de arme Sovjetbevolking. In 1950 rolde het dertigduizendste exemplaar van de band. Vanaf 1953 werden er ook heel wat exemplaren wereldwijd geëxporteerd, en de zijspannen kregen een trouwe schare volgelingen. Vanaf de jaren 60 legde de fabriek in Irbit zich nog uitsluitend toe op de productie van modellen voor de civiele markt onder de naam Irbit Motorcycle Works (IMZ). Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ging het echter steil bergaf met Ural, niet in het minst omdat de lokale markt overspoeld werd met goedkope tweehandswagens uit het Westen. Zoals vele andere werd het staatsbedrijf dan maar verpatst op de private markt en het ontsnapte ternauwernood aan de complete ondergang.

Het was huidig CEO Ilya Khait die het bedrijf opkocht, toen het conglomeraat waarvoor hij als ingenieur werkte alle interesse verloren had. Op een bepaald moment lag de band zelfs stil omdat de elektriciteitsrekening niet betaald was. Maar sinds 2000 is er een positieve evolutie aan de gang. Jaar na jaar worden onderdelen van de machines verbeterd, en terwijl vroeger alles in huis werd gemaakt, wordt nu ongeveer 75 procent van de onderdelen via toeleveranciers betrokken. Dat merk je bijvoorbeeld aan de moderne Brembo remklauwen. De Urals halen nu ook de Euro 5-norm.

De volledige versie van deze reportage lees je in de nieuwe Motoren & Toerisme die vanaf donderdag 23 september in de winkel ligt.

Geschreven op 21 september 2021
© Motoren & Toerisme