Tekst: Dirk Gossye
Foto's: Bart Vansteenbrugge, Bart De Schampheleire, Belga Image, VRT-persdienst
Voor de gelegenheid nam Bart zijn vaste ‘motard’ Erik Trappeniers mee naar de locatie die we voor het interview hadden uitgekozen: het Centrum Ronde Van Vlaanderen in Oudenaarde. Een gesprek met twee geprivilegieerde toeschouwers van de volkssport bij uitstek: de koers...
M & T: Hoe belandt een mens op dat door duizenden wielerliefhebbers ó zo gegeerde zitje?
BART: "Ik volgde een opleiding voor cameraman aan het Rits te Brussel en kon meteen na mijn studies aan de slag bij de West-Vlaamse regionale zender Focus. Mijn interesse ging toen al uit naar alles wat sport en vooral wielrennen was en dat zitje achterop de motor bij de live verslaggeving van de klassiekers was dan ook zowat het hoogste wat ik me kon voorstellen. Zeven jaar geleden was er dan een sollicitatieronde bij de VRT en zo kwam ik terecht in die poel van vijftig cameramensen waarvan er vijf ingezet worden tijdens de wielerwedstrijden. Het volstond – zelf ook motorrijder zijnde – om mijn wensen kenbaar te maken om binnen de kortste keren een zitje op één van de drie motorfietsen ‘in koers’ te bemachtigen.
ERIK: "Ik reed zelf wielerwedstrijden bij de junioren en ben nadien aan de slag gegaan als zelfstandig motorkoerier. Ik kende Jos De Wit, de gesnorde nestor van de motorrijders bij de VRT, en zo gebeurde het dat ik aan de slag kon als motorrijder voor Karl Vannieuwkerke die de gesproken commentaar in de wedstrijd verzorgt. Een ideale leerschool, want in die hoedanigheid kan je even afstand nemen van het peloton als het er te heet aan toe gaat. Met de cameraman achterop moet je altijd proberen zo dicht mogelijk bij de actie te blijven wat soms best stresserend kan zijn."
M & T: Wat zijn de kwaliteiten waarover je moet beschikken om het tot cameraman of motorrijder te schoppen?
BART: "Uiteraard is daar de pure métier als cameraman, maar in deze entourage is vooral de liefde voor de koers en het zich goed voelen/niet bang zijn op de motorfiets van groot belang. Ik rij zelf al jaren met de motor (nu een FJR 1300 – nvdr.) en dat is uiteraard een grote hulp bij het anticiperen op wat Erik van plan is."
ERIK: "Als motorrijder is het een enorme plus dat ik zelf ooit wielerwedstrijden heb gereden. Je kent de geschreven en de ongeschreven wetten van het peloton en kunt daardoor als motorrijder veel beter inschatten wat er gaat gebeuren. Iemand die nooit eerder in een ‘waaier’ reed zal onmogelijk kunnen voorspellen waar het pak in twee zal breken en aan welke kant van de weg je dus beter niet rijdt. De meeste VRT-motards zijn dan ook ex-wielrenners."
M & T : Hoe ziet een typische wedstrijd- dag er voor jullie uit?
BART: "De hele logistieke crew, de helikopters, de motorrijders en de cameramensen blazen verzamelen aan de aankomst van de wedstrijd. Daar volgt dan de briefing samen met de regisseur en producer. We maken ons materiaal klaar en stappen samen op de motor om met de helikopters boven ons alle verbindingen uit te testen. Eens dat achter de rug is rijden we door naar het punt waar we ongeveer zullen inpikken. Ruim voor de start van de uitzending zijn de helikopters boven ons en kunnen we beelden leveren aan de regiewagen van zodra het sein op groen gaat. Afhankelijk van de wedstrijd hebben we dan nog zo ‘n 100 tot 150 kilometer te gaan tot aan de finish. Na de aankomst rijden de motards terug naar de VRT in Brussel of als het een meerdaagse ronde betreft naar hotel. Wij stappen in ons busje en worden ook afge- zet aan de VRT of aan het hotel."
ERIK: "Per wedstrijd zijn er drie VRT-motorfietsen die elk een vaste plaats innemen. Cameraman 1 zit achterop bij de ‘ancien’ onder de motorrijders en volgt het koersverloop helemaal vooraan, lees: de ontsnappingen. Cameraman 2 is diegene die net voor het peloton uit rijdt en die dus meestal achterstevoren filmt. Hier is het de cameraman met de meeste jaren dienst die aan de touwtjes trekt. Achteraan zit cameraman 3, de jongste van de bende, die instaat voor het in beeld brengen van de bevoorrading, het gehos van de ploegleiders, de valpartijen en de geloste renners. De cameraman daar staat zo goed als de hele tijd recht terwijl de motorrijder op die plaats bijzonder goed uit zijn doppen moet kijken. Het is immers daar dat er het meest gewrongen en geduwd wordt terwijl ook het risico op overstekende toeschouwers levensgroot is. Anderzijds krijg je daar geregeld de kans een ‘klapke’ te doen met een paar van de renners, als het er in de wedstrijd wat kalmer aan toe gaat. Er zijn echt mannen die zich gespecialiseerd hebben in het achteraan meedrijven om zo weinig mogelijk energie te verspillen. Vroeger Van Petegem, nu Nuyens,... Echt specialisten in het achteraan rijden en als je hen niet meer in de staart van het peloton aantreft kun je er donder op zeggen dat de finale gaat beginnen.
M & T: De VRT heeft een erg goede reputatie op het vlak van het in beeld brengen van wielerwedstrijden, in zoverre zelfs dat jullie uitgenodigd werden om een aantal disciplines tijdens de Olympische Spelen in Peking in beeld te brengen. Vanwaar die voorsprong op de collega’s?
BART: "Het zal er zeker mee te maken hebben dat Vlaanderen het wielerland bij uitstek is, met meer en moeilijkere klassiekers dan in eender welk ander land. Bovendien werken wij altijd met dezelfde regisseur, Filip Lombaerts, waardoor er een perfect gestroomlijnde aanpak gehanteerd wordt die zich vertaalt in goede en makkelijk te interpreteren beelden. Niemand heeft er baat bij dat er dingen gefilmd worden die niets met het wedstrijdverloop te maken hebben of die naast de actie van het moment kijken. Ikzelf sta via mijn intercom in contact met de regisseur, met Erik en met de koersleiding, terwijl we ook nog eens de commentaarstem kunnen ontvangen. Zo kunnen we inspelen op alles wat er gezegd wordt en is er altijd een kapstok voor de beelden die je op tv te zien krijgt."
ERIK: "Ook binnen het peloton en in het wereldje van de ploegleiders mogen we op de nodige erkenning rekenen. Zonder een steen te willen gooien naar bepaalde landen of organisatoren, maar wanneer je kijkt naar buitenlandse wedstrijden moet je dikwijls vaststellen dat de samenhang tussen de beelden niet je dat is terwijl ook de rijlijnen van de motorrijders soms minder gelukkig zijn gekozen. Hier is het hoogste gebod: de renners niet hinderen en de koers niet vervalsen, al verzeil je hoe dan ook soms in situaties die niet ideaal zijn. Een renner die pal voor je neus valt, het peloton dat plots de andere kant van de weg kiest. Dan mag je zeker niet panikeren en je eigen zin doordrijven, gewoon meerijden met de bende als was je zelf een renner is dan aangewezen."
M & T : Zijn er dingen die je als camera- man achterop niet mag doen?
BART: "Behalve aan Erik zijn armen komen als hij rijdt mag ik ongeveer alles doen wat ik maar in gedachten krijg. Liefst natuurlijk mits even op voorhand aankondigen, wat maar logisch is ook. Je moet rekenen dat de camera, de zendapparatuur, de batterijen en de intercoms zo’n tachtig kilogram extra gewicht op de motor zetten, zeg maar het equivalent van een derde passagier. In amazonezit meerijden is in België verboden door de wielerbond, hun reglement stipuleert dat de voeten van de piloot en de passagier altijd in rijrichting moeten wijzen. Om achteruit te filmen hebben de VRT-technici een speciale beeldzoeker op de camera gemonteerd waardoor ik niet meer diep voorover moet buigen om goed te kadreren."
ERIK: "Ikzelf moet er alleen maar zorg voor dragen dat ik goed in mijn spiegels kijk en dat de motor zo rustig mogelijk versnelt en vertraagt. Dat is er met de nieuwe generatie injectiegevoede en eigenlijk te krachtige motoren niet gemakkelijker op geworden, zeker als je weet dat de elektrische installatie op de Pan Europeans waarmee we nu rijden nood heeft aan een verhoogd stationair toerental van 1800 toeren. Als ik lang in lage toeren rij zou de zendapparatuur en de voeding van de digitale camera in geen tijd de batterijen leegzuigen. Daarom zijn bijvoorbeeld ook de verwarmde handvatten afgekoppeld en tijdens de eerste wedstrijden van het jaar kan dat ferm tegenvallen."
M & T : Bestaat er zoiets als de ideale motor om ermee in de koers te rijden?
ERIK: "Schrijf maar op: iedere motard in de koers zal een gat in de lucht springen als je ‘m terug een oude BMW K1100LT in handen zou stoppen. Dat was typisch zo ’n goedzak van een motor die op zijn dooie gemakje deed wat je ‘m vroeg. “Gaan we versnellen?” “Ja, graag aub.” “Oké dan, als het goed is versnel ik dan nu...” Geen rukje bij het gas geven, alleen maar zoetjes en zachtjes versnellen."
BART: "Belangrijk voor mij als cameraman is de plaatsing van de voetsteuntjes achteraan. Op een moderne motorfiets staan die een stuk hoger dan die van de piloot waardoor ik bij het rechtstaan veel te hoog boven Erik uittoren. Ik zit bij wijze van spreken met mijn knieën in zijn rug te porren terwijl zo ’n hoge positie erg onstabiel aanvoelt bij elk rukje aan het gas. De VRT-technici hebben altijd een luisterend oor voor onze kleinste verzuchtingen, maar het heeft toch een tijdje geduurd vooraleer de steuntjes op de Pan goed stonden. Bij de eerste wedstrijden die we met de nieuwe configuratie reden zat elke cameraman na de helft van de wedstrijd met krampen in de kuiten."
M & T : Zijn er wedstrijden waarvan je zegt: liever niet?
BART EN ERIK: De Scheldeprijs!
ERIK: "Niets te zien, zo vlak als een biljart, massa’s verkeersdrempels en een koersverloop dat altijd uitdraait op een massaspurt. BART: De Olympische wegrit voor dames was er anders ook één om snel te vergeten. Aan de start vertrokken we bij een gezellige temperatuur van 35°C, dus wij lekker luchtig gekleed de motor op. Eens buiten Peking ging het parcours echter de hoogte in en halverwege de wedstrijd zaten we bovenop een berg in de gietende regen bij amper 10°C. Toen ben ik echt onderkoeld van de motor gestapt."
ERIK: "Saaier dan tijdens de discipline snelwandelen kan het ook nooit meer worden. Eén kilometer rechtdoor aan wandeltempo, één kilometer terug. En dan opnieuw, en opnieuw, en opnieuw..."
BART: "De Chinezen hebben er gelukkig alles aan gedaan om onze dagen zo spannend mogelijk te maken. Net voor de start nog een snelle drugs- en bomcontrole bijvoorbeeld. Die duurde tot de hond zijn snufferd tegen de hete uitlaat stak, daarna ging het niet zo goed meer..."
M&T: Hier en daar gaan stemmen op om het aantal motoren in de wedstrijd te beperken. Hoe staan jullie daar tegenover?
ERIK: "Het is niet zozeer het aantal motoren dat een probleem vormt, er moeten nu eenmaal voldoende seingevers zijn en motards om de fotografen mee achterop te nemen. Waarover wel eens moet worden nagedacht is het veiligheidsaspect voor de toeschouwers. Geregeld zien we motoren het peloton voorbijsteken langs fietspaden of trottoirs, niet zelden achter de rug van het publiek door. Die schrikken zich dan natuurlijk verrot en vroeg of laat moet dat eens slecht aflopen. De ‘regulateur’ (de wedstrijdcommissaris op de motor, nvdr) ziet daar streng op toe, maar toch zie je motards van fotografen nog vaak het fietspad gebruiken om het peloton of een kopgroep voorbij te snellen."
M & T : Er is één VRT-motard die je er altijd kunt uitpikken: die met zijn grote witte snor. Er staat jullie als rijpe dertigers duidelijk nog een lange carrière te wachten...
ERIK: "De onvolprezen Jos De Wit zal er dit jaar helaas niet meer bij zijn. Hij wordt zeventig en komt daardoor niet meer in aanmerking om tijdens KBWB-wedstrijden mee te rijden. Ikzelf moet om de vijf jaar een medische keuring ondergaan om het stempeltje ‘bezoldigd personenvervoer’ op mijn rijbewijs te houden, boven de zestig moet dat elk jaar opnieuw. Bij deze: het ga je goed Jos!"
M & T : Nog eentje om af te sluiten: zijn jullie erbij omdat de koers zo populair is, of is de koers zo populair omdat jullie erbij zijn?
BART: "Het zal wel van twee kanten komen zeker? Feit is dat er in de laatste jaren steeds meer wedstrijden live op tv gaan, wat de populariteit van het wielrennen enorm ten goede is gekomen. De forse inspanningen die de VRT moet leveren om zo‘ n uitzending tot een goed einde te brengen – twee helikopters, zes mensen op de motor, een paar vaste camera’s, een paar commentatoren, een paar technici – wegen nog altijd niet op tegen de steengoede televisie die zo ’n wedstrijdverslag toch is. Twee uur topsport en suspens becommentarieerd door de beste vakmensen, daar kan geen film tegenop!