Van de vijf pk winst zou ongeveer de helft aan de vergrote longinhoud en het verbeterde injectiesysteem toe te schrijven zijn. De compleet nieuwe uitlaat met verchroomde demper zou instaan voor de andere helft. Hij staat ook garant voor een iets diepere plof die dichter bij de piloot afgeleverd wordt, nog steeds geen prachtige symfonie maar toch al een aardiger geluid dan dat wat de oude ten berde brengt. Ook visueel geldt hetzelfde: geen prachtdemper maar wel beter dan voorheen. Sinds 1997 verbindt BMW zich ertoe alleen nog maar motoren met katalysator te produceren en ook de GS heeft voortaan standaard een gaszuiveraar met lambdasonde (zichtbaar bovenaan de collector onder de transmissiekolom). Nog nieuw aan de boxer zijn de herwerkte nokkenassen, de vergrote oliekoeler die van de R1100RT komt en de koppeling die voortaan hydraulisch bediend wordt. Al bij al geen geringe aanpassingen zodat met recht en reden van een nieuwe GS gesproken mag worden. De oude 1100 wordt dan ook niet meer geleverd, de R850GS blijft voorlopig nog wel onveranderd in het gamma.
Vergelijking
Voel je vijf extra pk’s en 1 extra Nm ook wanneer er een gewichtsnadeel van 6 kg aan vast kleeft? Tijdens de eerste testdag rijden we de 1150 zonder zijn voorganger erbij en geeft de motor een minder brutale, maar capabel snelle indruk waarbij vooral de verbeterde versnellingsbak met zesde ‘overdrive’-versnelling (op het display aangeduid met de ‘E’ van Economy) de aandacht opeist. Dag twee is de dag van de waarheid met een in goede staat verkerende R1100GS model ’96 met 35.000 km op de teller naast de zilvergrijze nieuwe op de parking. Meteen valt de versnellingsbak van de oude als minder aangenaam door de mand maaar qua stuurkwaliteiten moet hij niet voor de nieuwe onderdoen, logisch ook op de ‘sport’-Telelever na veranderde er niets aan het rijwielgedeelte. De remmen zijn eveneens hetzelfde gebleven met het in optie verkrijgbaar en uitschakelbaar ABS-systeem. Bij de remproef vanop een realistische snelheid van 80 km/u op droog wegdek komen beide motoren keer op keer binnen dertien tot zestien meter tot stilstand waarbij de oude GS het telkens net een metertje beter doet. Don de zes kilo’s zich op die manier gevoelen of zijn de remblokken van de 1100 gewoon al beter op de schijven ingesleten? Waarschijnlijk een combinatie van de twee, maar de volgende proef dient zich al aan: acceleratie. In totaal acht keer en met wisselende piloten vertrekken we vanuit stilstand tot zo’n 140 km/uur maar het resultaat is altijd hetzelfde: de oude GS is nipt sneller dan de nieuwe! Hoe dat komt?
Gewichtsvoordeel en versnellingsbakverhoudingen. De oude GS weegt minder en gaat langer door in elk van z’n vijf versnellingen, daar waar de iets krachtigere maar ook zwaardere 1150 vijf kortere verhoudingen heeft met een ellenlange zes erbovenop. Dat maakt dat je op de nieuwe in z’n één erg veel moeite moet doen om het voorwiel aan de grond te houden wat sprintjes bemoeilijkt, daarbij moet je sneller opschakelen terwijl de 1100 langer door kan gaan. Het verschil dat de oude GS maakt is evenwel nooit groter dan een motorlengten, denk dus nooit aan het stoplicht dat je de die nieuwe n’s even een poepje zal laten ruiken. In de praktijk zullen stoplichtsprintjes gewonnen worden door de betere piloot, en niet door een beter motor.