En nu we het toch over de remmen hebben: de remklauwen en rempomp made by Brembo geven het beste van zichzelf, met behulp van de elektronica die de ABS in drie standen kan doen werken. Dit laat toe om je aan verschillende situaties, zoals regen of straatrijden, aan te passen. Is het een circuitdag waar je de Ducati Panigale V2 laat snorren, dan stel je de ABS zo in dat je amper merkt dat die aanwezig is; je hebt zelfs geen last van die plotse doorrol-momenten tijdens de cruciale harde remfases.
Motorkarakter en scherm
Motorisch is de V2 bijna ongewijzigd ten opzichte van zijn voorouder, de 959. Bij Ducati zelf beweren ze dat er enkele pk’s zijn bijgekomen en het koppel meer uitgesmeerd is over een breder toerengebied. De grotere en anders georiënteerde injectors zijn daar verantwoordelijk voor. Dat zou hem iets schakelvriendelijker moeten maken en dus ook minder abrupt in de acceleratie. De uitlaat, nu volledig onder het motorblok gemonteerd met een opening aan één zijde, is aangepast aan de Euro 5-norm. Ook de inlaatkanalen kregen een make-over. Vooral op een afgesloten omloop geeft dit een aangenaam motorkarakter. Je kan vrij vlot accelereren, zonder dat het met hetzelfde geweld gaat als bij een grote, pk-rijke superbike, al hoeft de Panigale V2 niet veel toe te geven. Wordt het eerder wat technisch en moet er voorzichtiger met de rechterpols gedraaid worden, dan is de ‘kleine’ Panigale zeer zeker in het voordeel. Het blijft echter wel een V2, en vanuit lage toeren heb je voldoende kracht onderin om bij minder gedoseerd gasgeven hem wijd uit de bocht doen komen. Dat het vermogen breed wordt uitgesmeerd tot in de hogere regionen van het toeren, deed ons meermaals tot de begrenzer gaan. Vervelend bij het accelereren, en daar komt nog bij dat de motor niet meer wil opschakelen met de quickshifter. Het is dus zaak om het dashboard vanuit de ooghoeken in de gaten te houden zodat de verklikkerlichtjes je tijdig kunnen waarschuwen wanneer je moet opschakelen.