Rij-indruk: Honda CL500

De cirkel is rond: met de introductie van de CL500 Honda heeft nu ook zijn scrambler. Het lijkt erop dat de Japanners inmiddels elke niche hebben gevuld die je als motormerk kan bedenken. In en rond de Andalusische hoofdstad Sevilla zochten we alvast drie verschillende habitatten op om deze nieuwe telg van de Honda-familie op de proef te stellen.

Het voordeel van zo’n uitgebreid gamma is dat je ook een breed scala aan platforms hebt om uit te shoppen. Deze keer is het de Honda CMX500 Rebel die als basis diende. Leuke motor, maar door die specifieke cruiserzitpositie nooit echt mijn favoriet. Wat dat betreft is de CL500 wezenlijk anders, en ik heb een voorgevoel dat deze machine mij daardoor beter zal liggen. Je zit redelijk recht op de motor, in een neutrale houding, zoals je bij een scrambler mag verwachten. Het vlakke zadel (beschikbaar in verschillende kleuren) zorgt ervoor dat je gemakkelijk met beide voeten aan de grond komt. Ook de dikke bobberband van de Rebel werden ingewisseld voor een slanker 19-inch exemplaar vooraan en een 17-inch achteraan, wat de rijeigenschappen ongetwijfeld ten goede zal komen.

Eenvoud

De CMX500 Rebel dient als moderne mechanische basis, maar voor de uitstraling werd teruggegrepen naar het verleden. Honda had al CL’s in de jaren 60 en 70, maar veel overeenkomsten met die modellen zie ik niet. Deze CL500 is vooral een moderne interpretatie van de scrambler. Het zijn ronde vormen die de toon zetten, je vindt rondheid in veel onderdelen terug zoals de koplamp, de knipperlichten, zijspiegels en display. Die display is een toonbeeld van eenvoud: je kan er alleen de helderheid mee aanpassen, er is geen toerenteller en verder worden enkel de snelheid en het brandstofpeil weergegeven.

Perfecte opstapper

Het blok is natuurlijk geen onbekende: het is afkomstig uit de CB500-familie van Honda, bekend bij de A2-rijders. Ook deze CL500 is een perfecte opstapper voor het A2-rijbewijs. De tweecilinder levert exact de cijfers die je van ‘m verwacht: 46 pk aan 8.500 opm en 43,3 Nm aan 6.000 opm. Niets buitensporigs, maar op dit soort wegen is het echt dolle pret om alles uit het motorblok te halen met de gashendel wijd open. Er is geen toerenteller, dus je schakelt puur op basis van uitlaatgeluid of vibraties – en zijn die hoog in toeren duidelijk aanwezig. De ruwheid van dit motorblok past wel in het verhaal, maar op de autostrade wil je hiermee echt niet harder dan 120 km/u rijden. Daarboven wordt het met de trillingen onplezierig, en bovendien is de fut dan snel uit het motorblok.

Scambler-regels

De scrambler-regels dicteren dat je rubbers een grof patroon moeten hebben: je zou zomaar op het strand kunnen belanden omdat je ineens zin krijgt om een duik te nemen! Laten we maar toegeven dat de meesten van ons de extremen nooit opzoeken. Hoogstens belanden we eens op een gravelweg. Ook wij rijden vandaag een paar keer over losse ondergrond, al doen we dat zoals wel vaker enkel voor mooie actiefoto’s-Met-stofwolken. Het is moeilijk om een conclusie te trekken na zo’n bescheiden aantal kilometers, maar zoals bij veel andere lichtere motoren van rond de 190 kilogram kan je best eens een stuk onverhard opzoeken zonder in de problemen te komen.

Conclusie

Eigenlijk is deze CL500 best een logische uitbreiding van het Honda-gamma.  Je kan je zelfs afvragen waarom de Japanners deze scrambler nu pas lanceren, terwijl de hype toch al enkele jaren aan de gang is, zeker met zoveel motoren waarop ze eenvoudig kunnen voortbouwen. Ik ben benieuwd of er ook een CL1100 komt op basis van de CMX1100 Rebel. Ik gok alvast van wel.

De halveliter-speeltuin is ruim bedeeld, maar terwijl Honda met de Hornet en de Transalp in de middenklasse de concurrentie pijn doet door zijn lage verkoopprijs, laten ze dat na met de CL500. Deze scrambler kost je 7.199 euro, en dat is exact evenveel als je betaalt voor de CMX500 Rebel.

Een uitgebreid verslag van deze test lees je in de april-editie van Motoren & Toerisme. 

Tekst Charly de Kinderen - Foto's: Honda