Rij-indruk Kawasaki Eliminator 500 (SE)

Met de herlancering van de naam Eliminator grijpt Kawasaki terug naar een succesverhaal dat begon in 1985. In dat jaar werd Gorbatsjov leider van de USSR, en aan de andere kant van het IJzeren Gordijn zwaaide Reagan de plak. Het dragracen was in de VS heel populair, en Kawa lanceerde met de Eliminator 900 een straatreplica van die krachtpatsers. Nu tappen ze uit een ander vaatje met een uitgebalanceerde instapcruiser.

En dat is niet de eerste keer, want tussen 1985 en 2007 kreeg een waaier aan modellen, gaande van 125 cc tot 1.000 cc, de naam Eliminator opgeplakt. Met de huidige reïncarnatie zitten ze daar net tussenin met een krachtbron van 451 cc. Die keuze maakte Kawa op basis van de Europese marktevolutie van de instapcruisers, waarvan de verkoop de voorbije jaren met liefst 56 procent steeg. De Honda Rebel is een steunpilaar van die stevige groei, maar ook de Vulcan S uit eigen huis en de successen van Royal Enfield dragen meer dan een steentje bij. Kawasaki wil nu met een goed doordachte en scherp geprijsde machine verder inbreken in die markt. Volgens de marketingjongens wordt dat segment bevolkt door jonge rijders op zoek naar een eerste motorfiets, maar ook meer bezadigde motards voor wie het allemaal niet meer zwaarder en sneller hoeft voelen er zich thuis.

Enthousiast blokje

Met z’n compacte en lichte tweecilinder, die we bijvoorbeeld ook in de futuristische hybride van het merk vinden, heeft Kawasaki de perfecte krachtbron in huis voor dat tweeledig doelpubliek. Op papier mag de tweepitter dan wel bescheiden ogen met z’n 45 pk en 42 Nm, in de praktijk blijkt het blokje gretig en uiterst bruikbaar. Het vermogen in kW klokt af op 33,4, een stukje onder de wettelijk toegelaten grens van 35 kW voor het A2-rijbewijs. Dat is nodig omdat in de wetgeving ook de bepaling staat dat de vermogen/gewichtsverhouding maximaal 0,2 kW per kilogram mag bedragen. De Eliminator weegt droog maar 165 kilogram en dan is 35 te veel. De goede verstaander begrijpt dadelijk dat het in z’n genre een erg lichte machine is. De gedoodverfde concurrent van Honda werpt rijklaar 14 kilogram meer in de weegschaal dan de 176 van de Eliminator. Voor beginnende en/of kleine rijders is dat toch een heel verschil.

Vanaf de eerste echte acceleratie in de heuvels rond ons testterrein in Marbella laat het kranige blokje z’n enthousiasme de vrije loop. Zonder al te veel trillingen en met een bescheiden motorgeluid snelt het naar de begrenzer die zowaar op 12.000 toeren ligt. Helemaal bovenin heb je eigenlijk niets te zoeken, want de curve vlakt rond de 9.000 opm geleidelijk af. Maar vanaf pakweg 3.000 toeren gaat het lekker, lineair vooruit. De gasrespons is prettig direct en voorspelbaar. Volgens het perspakket werden de twee luchtinlaten asymmetrisch ontworpen, en dat zou dipjes in de koppelcurve elimineren. Die relatief eenvoudige ingreep blijkt perfect te werken. Zorgeloos en met net genoeg power cruisen we heerlijk rond in de heuvels. Enkel op de steilere stukken van de lokale bergsnelweg mis je wat power, al speelt het gewicht van de rijder daarin natuurlijk ook een rol. Het belangrijkste is dat het motorblok in ieder geval op geen enkele manier stoort of onaangenaam verrast. Voor rijders die hun aandacht nog wat meer bij het remmen, schakelen en sturen moeten houden is dat een zegen, en voor wie gewoon wat wil spelevaren natuurlijk ook.

Balans

Dat leidmotief om het de rijder zo comfortabel en makkelijk mogelijk te maken drukt ook z’n stempel op de algemene ergonomie. De Eliminator mag dan wel een cruiser heten, de zithouding is verrassend neutraal en sluit dicht aan bij die van een roadster of scrambler. De voetsteuntjes staan immers niet te ver naar voren, en de driehoek stuur, zadel en steuntjes is quasi identiek aan die van de Z400 uit 2023. Wie toch wat wil experimenteren kan kiezen uit een lager (715 mm) of hoger zadel (765 mm), maar enkel de echt langere collega’s kozen voor die laatste optie. Met de 735 mm standaard zithoogte zullen de meeste rijders ook vlot de voetjes aan de grond kunnen houden en met vertrouwen het lichtgewicht stapvoets mennen.

Naarmate de ervaring en de snelheid de hoogte in gaan zal dat vertrouwen zeker niet verminderen. De Eliminator laat zich erg vlot sturen en alles valt netjes op z’n plek. In lange, snelle bochten merk je wel dat de stabiliteit niet die van veel duurdere concurrenten evenaart, maar verontrustend wordt het nooit. In het technische bochtenwerk is de Eliminator zelfs een plezier, met de dynamische zithouding en het lage gewicht. Zelfs putten en drempels worden relatief goed verteerd, enkel achteraan laat de klassieke stereovering het wel weten als het wat te gortig wordt. De koppeling is soepel en grijpt mooi aan, en de zesbak schakelt boterzacht, zelfs zonder koppeling als het wat vlotter mag gaan. De remmen zijn in hetzelfde bedje gezond, want ze bieden voldoende stopkracht voor de ambities van deze cruiser en laten zich neutraal doseren. Zelfs de achterrem doet het verrassend goed. Als je ze beide hanteert als het wat sportiever kan, hou je het geheel mooi in het gareel.  

Bescheiden looks

Qua rijplezier en betrouwbaarheid zit het dus helemaal snor met deze Eliminator. Over de uitstraling kan je echter wel discussiëren. De algemene lijn van het ontwerp is zeker niet te versmaden met een erg strak vormgegeven lage, brede benzinetank die het silhouet domineert. Het geheel oogt ook erg volwassen voor een instapper. In de details merk je echter dat het scherpe prijskaartje compromissen gevraagd heeft. Zo is het dashboard wel erg minimalistisch en werd de wirwar aan kabels niet overal even fraai weggewerkt. De LED-verlichting verdient wel een pluim. De lampen zijn klein, maar geven meer dan voldoende lumen.

Visueel is er ook een duidelijk verschil tussen de standaardversie en de SE. Die laatste krijgt een benzinetank in twee tinten zwart-grijs, een bikinikuipje rond de koplamp, rubbermoffen rond de vorkpoten en een mooier zadel met stiksel. Er zit ook een USB-stekker op, maar die oogt nogal fors op de rechter stuurhelft en de montage maakt de kabelwirwar nog wat storender. Vooralsnog zijn beide modellen enkel in zwart te verkrijgen. Naar verluidt is dat op dit moment de eerste keuze bij het jonge volkje, maar een frisse kleurtoets zou naar mijn aanvoelen geen kwaad doen. Even langsgaan bij de wrapper is natuurlijk een mogelijkheid, maar gratis is dat niet.

Kawasaki Eliminator 500 (SE)
Motor: vloeistofgekoelde tweecilinder lijnmotor viertakt
CI: 451 cc
Rijklaar gewicht: 176kg
Vanaf: € 6.699,00

Conclusie

Enkele jaren geleden leek het gamma van de instapcruisers op sterven na dood. De hoogdagen van de Shadows en Virago’s, waar menig leeftijdgenoot in de jaren ‘90 z’n carrière op begon, leken voorgoed begraven. Maar alles komt terug, en in dit geval gelukkig beter. Honda bewees al met de Rebel, en Kawasaki zelf met de Vulcan S, dat er vraag is naar dit soort motorfietsen. Met de Eliminator hebben de groene jongens nu een tweede ijzer in dat aanwakkerende vuur. Het is een erg hedendaagse interpretatie van de cruiser geworden, die gebruiksgemak en zorgeloos rijden naar een hoger niveau tilt. Los van de sobere styling en eenvoudige afwerking, zijn er simpelweg geen punten die wrevel opwekken of het pure rijgenot in de weg staan. Daarmee heeft Kawasaki de opdracht perfect volbracht, en dat hoeft ook echt geen arm te kosten. De standaardversie gaat voor € 6.699,00 (NL: € 7.499,00) over de toonbank, dat is net 500 euro minder dan de concurrent die hij wil elemineren. De SE kost iets meer: € 7.099,00 (NL: € 7.899,00). Daarvoor krijg je oprecht motorplezier verzekerd door een gekende naam, met een uitgebreid dealernetwerk. Daar staat de Eliminator ondertussen al te wachten op potentiele kopers.

Geschreven op 2 februari 2024
© Motoren & Toerisme