Oplettende lezers zullen opmerken dat er bij de nieuwe SMT tien paardjes minder draven en dat hij ongeveer evenveel koppel heeft. Ook het drooggewicht is met 194 kilogram lichtjes toegenomen tegenover zijn voorganger, zij het niet dramatisch. Bovendien weten we allemaal dat cijfers niet alles zeggen. Ik kan je verzekeren dat je zelden te kort zal komen. Door de elektronische injectie had de vorige SMT het soms moeilijk bij lage snelheden. Dat aan/uit-gevoel bij het gasgeven is nu verleden tijd. Een vloeiender respons aan lagere snelheden is ook een must voor deze wildebras, want we rijden niet enkel over bergwegen. Die bergwegen zijn er vandaag gelukkig wel, en de voorrijder weet van wanten. Om het maximale uit het motorblok te halen, moet je vooral het koppel aangrijpen in het middengebied in plaats van de begrenzer op te zoeken, die je nogal abrupt doet stilvallen. Schakel je op tijd, dan zal je in de laatste versnelling die lekkere stamp onder je kont ervaren. Ook de quickshifter helpt om het allemaal net iets sneller te laten gaan. Wel is er een kleine terugval bij het opschakelen, waardoor ik toch liever naar de koppeling grijp. De slipperkoppeling doet zijn werk prima en je kan flink afremmen op de motor zonder dat het achterwiel naar alle kanten uitbreekt, alhoewel deze motor daar soms wel om vraagt. Optioneel zijn de SMT’s vandaag uitgerust met een Remus- of Akrapovic-uitlaat. Voor mij moet een motor echt niet veel herrie maken, maar deze dure hebbedingen kunnen me niet overtuigen. Het geluid mag best iets voller.