De nieuwe RC 390 is beweeglijk en reageert snel op stuurcommando’s – zeker nu met de nieuwe lichtere wielen de inertie een stuk verminderde – en laat zich bij het ingaan van een bochtencombinatie, zo van de ene naar de andere zijde gooien. Dat maakt dat deze motorfiets, zeker bij een rit over bochtige wegen met veel hoogteverschillen, zoals die in de heuvels rond Mattighofen, je het nodige vertrouwen geeft. Op die bochtige wegen ontdekte ik dat de nieuwe RC390 zeker even makkelijk en scherp als de oude stuurt, maar dat de voorband nu meer feedback geeft. Dat is dan te danken aan de meer gesofisticeerde voorvork. De scherpe handelbaarheid en de vertrouwenwekkende manier waarop de RC390 zich laat sturen, zorgen er amen met een goede stabiliteit aan hoge snelheid voor dat je grootste troef van deze snelle eencilinder wil uitspelen. En die grootste troef is nog steeds bochtensnelheid. Het is dus zaak om het verworven momentum ook in bochten aan te durven houden, de goede grip van de ContiRoad voorband zorgt daarbij voor het broodnodige vertrouwen. Het rijcomfort op straat was aan beide uiteinden vrij goed voor een kleine, lichte sportmotor. De ByBre remmen voelden uitstekend aan. Je moest de voorrem niet persé keihard in te knijpen, zoals dat op het vorige model het geval was ,om tot een maximale remkracht te komen. De manier waarop de enkele remschijf en de radiaal gemonteerde vierzuigerremklauw zich van hun werk kweten was zelfs verrassend te noemen. Zelfs deze enkele combinatie had genoeg bijtkracht om met mijn 87 kgs aan boord vanaf een snelheid 160 km/u, af te remmen. De RC390 voelde zich tijdens het cruisen aan 135 km/u op de snelweg als een vis in het water en dat met een constant regime van 8.000 toeren. Niettemin blijft z’n appetijt voor toeren groot en voor je het weet zie je dan ook het rode lampje van de toerentalbegrenzer oplichten.