Gisteren overleed in Parijs Hubert Auriol. De 68-jarige Auriol was een absolute Dakar-legende. Auriol begon z’n sportcarrière als motorcrosser en endurorijder. In 1979 was hij één van de deelnemers aan de eerste Dakar-editie, die toen nog gewoon Paris-Dakar heette. In 1981 won Auriol de derde editie van de Dakar, het was meteen ook de eerste zege voor BMW (met de R 80 G/S). Auriol herhaalde dat kunststukje ook nog in 1983. Later stapte hij over naar het Cagiva-fabrieksteam. In 1987 leek hij opnieuw op weg naar de eindzege in de Dakar, toen een zware valpartij er anders over besliste. Ondanks zware breuken aan beide enkels reed Auriol toch de voorlaatste etappe uit, maar diende verstek te geven voor de laatste dag. Na de ontgoocheling van 1987 stapte Auriol over naar de autoklasse. Vanaf 1988 kwam hij voor het door Sonauto – dat toen eveneens de Franse Yamaha-importeur was – gerunde Mitsubishi-fabrieksteam. Later maakte hij de overstap naar Citroen Sport, waarmee hij in 1992 ‘Paris-Le Cap’ (toen het alternatief voor Dakar) won.
Na het rally-raid seizoen 1993 hing Auriol de helm aan de wilgen en ging hij voor Dakar-organisator ASO (Amaury Sport Organisation) werken. Gezien z’n rijke ervaring in Afrika – Auriol werd geboren in de Ethiopische hoofdstad Addis Abbeba – werd hij in de bivouacs ook wel ‘Hubert l’africain’ genoemd. Auriol zou 10 jaar lang de sportieve leiding over de bekendste en beruchtste rally ter wereld voeren, tot hij door ASO vervangen werd door Patrick Zaniroli. Vier jaar later, begon Auriol zelf met een alternatief voor de Dakar, de Africa Eco Rally. De Dakar-rally had dan al de oversteek naar Zuid-Amerika gemaakt, maar de Africa Eco Rally richtte zich eerder op de enthousiaste amateur dan op de fabrieksteams.
Auriol, die al langer aan hartproblemen had, was sinds november met corona-besmetting opgenomen in een Parijs’ ziekenhuis . Hij zou uiteindelijk tengevolge van een ‘cardio-vasculaire accident’ zijn overleden.
Bekijk in de video hieronder het eerbetoon van BMW Motorad aan tweevoudig Dakar-winnaar Hubert Auriol.