Het is een cliché dat vaak wordt bovengehaald: scooters zijn praktisch, motorfietsen belichamen een levenswijze. De eerste brengt je van A naar B, de tweede biedt adrenaline en sensatie. Maar twee decennia geleden sloeg Yamaha een brug tussen die twee schijnbare uitersten. Ze lanceerden een toen ongeziene maxi-scooter met twee cilinders en een longinhoud van 500 cc, en die werd een instant succes. In Europa werden sinds toen van de vijf gelanceerde versies meer dan 300.000 exemplaren verkocht, waarvan alleen in Italië al 190.000. Elke vier jaar kreeg de TMAX trouw een update, en dat resulteert nu in de zesde generatie met een 560 cc blok en heel wat moderne snufjes. Die continue evolutie van het model heeft het altijd bij de tijd gehouden en de concurrenten het nakijken gegeven. Die concurrentie was nochtans niet min, met bijvoorbeeld de Suzuki Burgman of Honda Silver Wing uit eigen land die hem naar de kroon staken. Ook BMW deed een gerichte aanval met de lancering van de C600 en C650 in 2012. Maar de troon van de TMAX wankelde nooit. Dat resulteert vandaag in een marktaandeel van meer dan 60% in het segment van de scooters van meer dan 300 cc. De nieuwste TMAX en TMAX Tech Max moeten vanaf nu die dominantie bestendigen, en wij mochten een weekje op pad met de luxueuze Tech Max uitvoering.
De volledige versie van dit artikel lees je vanaf 24 september in Motoren & Toerisme 5-2020.