Hoewel sommige motormerken nog vasthouden aan conventionele bedrading, gebruiken er steeds meer een CAN-bussysteem. Maar wat is zo’n CAN-bus nu eigenlijk? En hoe wordt het toegepast in motoren? Conclusie: de moderne CAN-bussystemen zijn prachtig, maar er zitten ook wel wat haken en ogen aan.
Tekst: Peter Aansorgh
Foto’s: Innovam, Apia, Yamaha, BMW, auto-importeurs
Wie wel eens een fietslampje heeft gerepareerd, weet hoe een gewoon elektrisch systeem in elkaar zit. De dynamo wekt stroom op, en die stroom wordt van de plusaansluiting van de dynamo via een draad door de lamp en het frame van de fiets ‘rondgepompt’. Bij een gewone motorfiets werkt het hetzelfde. Als je daar de verlichting aanzet, loopt er een stroom van de pluspool van de accu door de zekering naar de lichtschakelaar, en vandaar via de lampen en een minkabel of het frame van de motor, weer terug naar de minpool van de accu.
Nu zijn niet alle systemen zo eenvoudig. Wanneer een elektrisch onderdeel, zoals het grootlicht van de motor, veel stroom vraagt, is er een gevaar dat de schakelaar verbrandt. Dan wordt zo’n gebruiker niet via een gewone schakelaar aangezet, maar via een zware, elektrisch bediende schakelaar, een relais. Dit relais wordt ingeschakeld door een stuurstroom. Er zijn dan twee stroomkringen. De ‘stuurkring’ loopt van de accu naar de lichtschakelaar en vandaar via het relais en de minkabel of het frame terug naar de accu. Wanneer de schakelaar ‘aan’ staat, wordt het relais geactiveerd en loopt er een tweede stroomkring van de accu via het relais, het grootlicht en het frame terug naar de accu.