Voor de werking van de verbrandingsmotor is het essentieel dat de in- en uitlaatkleppen op de juiste momenten openen en sluiten. Daarvoor zorgt de nokkenas. Die kan op verschillende manieren worden aangedreven. Dat doet de distributie.
Eigenlijk is het een beetje scheefgegroeid. Distributie betekent verdelen, uitdelen of verspreiden. Het zijn de kleppen die het mengsel in de cilinders toelaten en die de verbrande gassen daaruit laten ontsnappen. De nokkenas bepaalt wanneer welke klep opent en sluit. Dat is dus in feite de “verdeler”. Toch noemen we dit ensemble doorgaans de kleppentrein. Met distributie bedoelen we het aandrijfsysteem van de nokkenassen. Terwijl dat in feite de riem, de ketting of het tandwielsysteem is, dat de kleppentrein in beweging brengt. De distributie-aandrijving dus eigenlijk.