Test: Bimota KB4 SuperTourer

Met de KB4 heeft Bimota er nu een minder radicale, maar niettemin innovatieve opvolger van de Tesi H2 bij. Het was een hele eer om als eerste journalist ter wereld met de productie-versie van de KB4 te mogen kennismaken. Is Bimota erin geslaagd om zijn klanten de ultieme sportieve toermotor te bieden?

Tekst: Alan Cathcart/BJ

Foto’s: Kel Edge

Bimota toonde het productiemodel van de KB4 voor het eerst op EICMA 2021. In Japan kost de nieuwe Bimota omgerekend zo’n 28.400 euro (zonder lokale taksen). Voorlopig blijf het echter wachten op een Europese prijs voor de KB4, of de beschikbaarheid ervan, en dat ondanks het feit dat de productie volop bezig is.

Bimota bouwt z’n creaties tegenwoordig in een nieuwe fabriek van 2.500 m2 in de geboorteplaats van het merk, Rimini. Toen ik de fabriek aan de Adriatische kust bezocht waren er al 105 exemplaren van de nieuwe KB4 gebouwd, waarvan er 30 naar Japan geëxporteerd werden. Hoewel ik eerder kon kennismaken met zowat alle verschillende modellen die Bimota tijdens de voorbije halve eeuw bouwde – het merk viert volgend jaar z’n 50ste verjaardag – en met een aantal modellen zelfs geracet heb, wist de KB4 me tijdens de test toch nog te verbazen.

Radicale gewichtsverdeling

Vooraleer ik richting heuvels vertrok om de KB4 te beproeven, bekeek ik aandachtig hoe een naakte motorfiets door vier Bimota-medewerkers opgebouwd werd. Het radicale formaat waar Marconi destijds voor heeft gekozen, kwam goed tot uiting. Daardoor zie je hoe de watergekoelde viercilinder van de Z1000SX ver naar voor in de wielbasis wordt geplaatst vergeleken met z’n positie in de Ninja. Daardoor krijg je een gewichtsverdeling van 54/46%, die dus redelijk ver overhelt in de richting van het voorwiel. Die radicale keuze moet ervoor zorgen dat de voorband in bochten als het ware aan het wegdek kleeft.

Japanse degelijkheid

Dat betekent concreet dat de 1.043 cc metende Euro 5-motor van de KB4 142 pk aan 10.000 opm produceert. En dat is identiek aan de Ninja SX. Dit gebruiksvriendelijke vermogen wordt afgeleverd via twee powermodi: Full – en dan hebben we het over het aantal paardjes dat op de specificatielijst staat – of Low. In het laatste geval gaat het over een iets mildere vermogensafgifte, die gelimiteerd blijft tot 105 pk, of zo’n 75% van het volle vermogen. Deze twee modi worden aan vier verschillende rijmodi gekoppeld: Sport, Road, Rain en een instelbare Rider-setting. Daarnaast zijn er ook drie verschillende settings voor het tractiecontrole-systeem. Ook het TFT-dashboard van de Ninja werd overgenomen, net als de tweewegs quickshifter en het cruisecontrolsysteem. Mmm, klinkt verleidelijk, die combinatie van Japanse kwaliteit op gebied van elektronica en mechanica, en het vakmanschap van een handgebouwd Italiaans rijwielgedeelte.

Japanse degelijkheid

Dat betekent concreet dat de 1.043 cc metende Euro 5-motor van de KB4 142 pk aan 10.000 opm produceert. En dat is identiek aan de Ninja SX. Dit gebruiksvriendelijke vermogen wordt afgeleverd via twee powermodi: Full – en dan hebben we het over het aantal paardjes dat op de specificatielijst staat – of Low. In het laatste geval gaat het over een iets mildere vermogensafgifte, die gelimiteerd blijft tot 105 pk, of zo’n 75% van het volle vermogen. Deze twee modi worden aan vier verschillende rijmodi gekoppeld: Sport, Road, Rain en een instelbare Rider-setting. Daarnaast zijn er ook drie verschillende settings voor het tractiecontrolesysteem. Ook het TFT-dashboard van de Ninja werd overgenomen, net als de tweewegs quickshifter en het cruisecontrolsysteem. Mmm, klinkt verleidelijk, die combinatie van Japanse kwaliteit op gebied van elektronica en mechanica, en het vakmanschap van een handgebouwd Italiaans rijwielgedeelte.

Tijdens een stop in de buurt van Tavullia. In de achtergrond zie je de VR46 Ranch van Valentino Rossi.

Rationeel

Het leren zadel van de KB4 lijkt niet echt thuis te horen op deze Bimota. Dan weet je ook meteen dat dit niet de motorfiets is die je denkt dat-ie is. Dankzij de redelijke lage zithoogte van 810 mm (verstelbaar tot 826 mm) zit je eerder in de KB4 dan erop. Dat doe je relatief rechtop, iets wat te danken is aan de wijd uit elkaar geplaatste clip-ons. De clip-ons op deze KB4 lopen niet zo steil naar beneden als op andere Bimota-modellen. Doordat ze iets meer naar boven geplaatst zijn, zorgen ze voor minder druk op je polsgewrichten. Ook de voetsteunen staan verrassend laag, maar zijn verstelbaar over een excentrische baan van 30 mm. Ik koos voor de middelste stand, en zelfs met het ‘grippy’ Pirelli-rubber, zou ik er nooit het asfalt mee schrapen. De rijpositie die je hierdoor krijgt is niet bepaald relaxt, maar zeker wel rationeler (daar is die term weer) en comfortabeler dan zowat elke andere Bimota’s waar ik ooit op reed. Makkelijker in de omgang en minder veeleisend dan z’n illustere voorouders.

Relaxt rijden

Ik vond die halfopwaartse zithouding ook vrij comfortabel voor een rijder van 1 m 80 zoals mezelf, en dat zelfs aan hoge snelheden. Dat was te danken aan het originele windscherm van de Kawasaki SX, dat Borghesan in z’n ontwerp behouden heeft. Dat stuwde de rijwind naar de bovenkant van m’n helm, terwijl ik zover als mogelijk voorover zat. Niettemin had ik toch graag gezien dat Bimota een gedeelte van de toer-tankcapaciteit had opgeofferd aan een iets meer afgeronde achterzijde van de brandstoftank.

Dat het met de KB4 zo relaxt rijden is, is ook te danken aan de vermogensafgifte van de Z1000SX Ninja-motor. Die is niet alleen potent genoeg, maar ook geruststellend flexibel, met hopen vermogen in het middelste toerengebied en een ultravlakke koppelkromme.

Alan was best tevreden over Bimota's 'SuperTourer'.

Met dank aan Gianluca Galasso

Maar elke Bimota wordt uiteindelijk op z’n handelbaarheid afgerekend. En die was op de KB4 quasi onmiddellijk vertrouwenwekkend te noemen. Iets wat het geval was op alle conventionele (dus niet Tesi) Bimota-ontwerpen van Marconi. Hij is dan ook een ontwerper die de perfecte balans weet te vinden inzake handelbaarheid van een motorfiets, ongeacht het motorblok waarrond die gebouwd is. Dat is niet alleen te danken aan het lage gewicht van de KB4, en het scherpe sturen dat dit met zich meebrengt, maar ook aan testrijder Gianluca Galasso.

 

Omdat je dat wil

De KB4 oogt slank en snel, net zoals het ontstaansproces dat eraan voorafging”, zegt ontwerper Enrico Borghesan erover. “Vanaf de eerste schets duurde het maar een paar maanden tot we aan het model op ware grootte zaten, en dat met CAD-technieken en de nodige passie, die aan zoveel Bimota-producten hun rijplezier verleende. En waarmee je, geef het maar toe, ook graag pronkte. Met sommige motorfietsen rijd je omdat het nu eenmaal moet, met een Bimota rijd je omdat je dat wil!”

Daar kunnen we niks tegen inbrengen. Begin dus maar al te sparen!

 

De volledige versie van deze test vind je in Motoren & Toerisme 4-2022 die vanaf donderdag 14 juli in de winkel ligt.

 

Geschreven op 11 juli 2022
© Motoren & Toerisme