De ratjetoe van onderdelen die de Schade BMW eigenlijk was, scoorde dus fors als het op accelereren aankwam. En dan was er ook nog de ‘geluidsmuur’ die z’n 2-1-2 uitlaatlijn produceerde, de ‘m’as tu vu-styling’, de opvallende kleurstelling en achtersteven. Sturen en handelbaarheid waren niet écht belangrijk, wat primeerde op deze motorfiets was dat je er mee GEZIEN werd! Met wat extra ontwikkeling had er, zeker met het VV-chassis als basis, veel meer ingezeten qua handelbaarheid. Moet ik nog vermelden dat Schade eigenlijk Duits is voor ‘spijtig’? Maar ik bedoel maar, het was spijtig.
M’n rit op de Schade BMW leverde me een interessante les inzake het testen van motorfietsen op: niet alles dat anders is, is daarom beter. En ook dat een motorfiets niet altijd zo goed en scherp stuurt als ie eruit ziet. Maar Dirk Schade probeerde tenminste om de uitstekende maar zware R100RS te verbeteren. Iets wat niet lukte, maar als je het niet probeert, weet je het gewoon niet. Na een beperkte productie van zeven exemplaren voor klanten - aan destijds 35.000 DM (of het huidige equivalent van € 31.600) van de Schade 8V besloten Dirk en broer Holger dat de rest van hun beroepsloopbaan zich toch beter in het Mercedes-Benz-dealership van hun vader zou afspelen…