Tien tips voor winterstalling

Het is een bekend gezegde dat er twee soorten motorrijders zijn: zij die al gevallen zijn en zij die nog moeten vallen. Maar er is ook nog een heel andere scheidingslijn in motorland: zij die doorrijden en zij die dat niet doen. Voor die laatste groep, die de tweewieler tijdens de donkere maanden van het jaar een winterslaap gunt, gingen wij op zoek naar tips & tricks. Wie zijn motor binnen kan stallen doet dat natuurlijk best, wie dat niet kan is nog meer gebaat bij onderstaande lijst.

1. Poetsen

Het is evident, maar zorg er voor dat je machine goed gepoetst is. Zeker als je in, zeg maar november, toch nog een laatste tochtje had gepland, is het best er voor te zorgen dat alle resten van vuiligheid – misschien al het eerste strooizout - verwijderd zijn. Maar ook gewoon vocht en modder die achterblijven kunnen voor schade of roestvorming zorgen. Steek dus voor één keer echt die armen uit de mouwen en maak je bike helemaal schoon en droog. Het is ook aan te bevelen de carrosserie en chromen onderdelen van de motorfiets met een beschermend product te behandelen.

2. Benzine

Roestvorming in de benzinetank komt op de meeste moderne motoren niet meer voor, maar voorkomen blijft altijd beter dan genezen. Gooi je tank dus na die laatste rit nog eens helemaal vol. Zo is de binnenzijde in iedere geval goed beschermd. Heeft jouw retrobike nog een authentieke metalen tank, dan kan je ook een additief toevoegen dat beschermt tegen roestvorming. Als je na het tanken nog heel even rijdt zal het hele brandstofsysteem daardoor overigens beschermd worden.

3. Olie en oliefilter

Misschien is dit al voor de iets handigere Harry, maar het is een goed idee de olie te verversen en een nieuwe oliefilter te steken. Gebruikte, oudere olie kan bestanddelen bevatten die corrosief werken. Volgens verschillende bronnen is dat zeker zo bij oudere motoren met hydraulische klepstoters (bv. Harley-Davidson). Die kunnen hierdoor schade oplopen. Ben je niet zelf uitgerust om olie te vervangen, doe dan even een telefoontje naar je dealer en spring even binnen voor een snelle wissel tijdens je laatste ritje.

4. Ketting

Reinig ook zeker je ketting grondig met een daarvoor aangewezen product (alle gekende merken hebben kettingreiniger in het gamma) en smeer de ketting daarna rijkelijk met spray. Als je een middenbok hebt is dat een fluitje van een cent. Als je dat niet hebt is het overwegen van een paddockstand zeker de moeite waard, ook verder in de tips kan die nog van pas komen. Een bijkomend voordeel is dat een motor die mooi rechtop staat minder plek nodig heeft, dan een tweewieler die z’n zijstandaard staat.

5. Koelvloeistof

Zorg er voor dat je koelsysteem gevuld is met voldoende koelvloeistof. Je gebruikt best een voorgemengd product omdat die het beste beschermen tegen vriestemperaturen (vaak tot -40°C) en ze bevatten ook nog eens additieven die roestvorming tegengaan. Twee vliegen in één klap dus, en bovendien ze zijn ook niet zo duur.

6. Accu

De accu is één van de gevoeligste onderdelen bij lange stilstand. Het beste is om de accu uit te bouwen en hem op een droge plek aan een druppelladder te hangen. Die gespecialiseerde laders (zie kader) zorgen er voor dat je batterij in optimale conditie blijft en in de lente gewoon klaar is voor gebruik. Heb je geen druppellader dan kan je de batterij met een gewone motorfietslader op regelmatige tijdstippen (bvb. 1 keer per maand) opladen. Gebruik in geen geval (snel)laders voor autobatterijen. In bijna alle gevallen zal het vermogen van die laders te hoog liggen en zal je motorfietsbatterij schade oplopen. 

7. Schakelaars

Bij modernere motoren is het niet echt een must, maar oude motoren varen er zeker wel bij. Spuit alle schakelaars en contacten even in met contactspray. Dat voorkomt corrosie en zorgt er voor dat alles nog netjes functioneert in de lente. 

8. Banden

Banden lopen zachtjes leeg, dus het is niet onverstandig om ze na de laatste rit een stukje harder op te pompen (+ 0,5 bar) zo vermijd je dat er een ‘flat spot’ ontstaat waar de band op de grond rust. Nog beter is natuurlijk je motorfiets helemaal op te bokken met behulp van de middenbok. Met behulp van een blok hout kan je de motorfiets balanceren zodat beide wielen zweven. Als je geen middenbok hebt, kunnen paddockstands nuttig zijn.

9. Afdekken

Bij buitenstalling is het een absolute must om je motor af te dekken met een goed ventilerende motorhoes. Maar zelfs in dat geval kan je best af en toe de hoes wegnemen om alles eens goed te laten verluchten. Een hoes die perfect past mag niet tot op de grond hangen, ze moet een twintigtal centimeter boven de grond zweven zodat er luchtcirculatie kan zijn. Ook bij binnenstalling is zo’n hoes een goed idee, in een koude garage kan het immers ook vochtig zijn. En zelfs in een warme garage beschermt die hoes tegen stof en vuil.

10. Oudere motoren

De meeste hedendaagse motoren hebben geen last meer van al te veel roestvorming, maar als je met een oldtimer op pad gaat is het nuttig om hem voor de winterstalling uitvoerig te controleren op roest. Als je plekjes ziet schuur ze dan grondig weg met schuurpapier en behandel het oppervlak met een roestwerend middel. Breng op gelakte onderdelen een laagje aan met een lakstift om het geheel helemaal te beschermen. Zeker op oudere motoren kunnen onderdelen in rubber of plastic gaan verduren. Behandel de omhulsels van kabels, slangen en eventuele stofkappen met een spray om kunststof te beschermen. Tot slot kan je ook de carburateurs van je oudere tweewieler best leegmaken. Dat kan door de benzinekraan dicht te draaien en de motor de laatste benzine te laten verbranden. Benzine die lang in de carbu’s stil staat kan verharden en de werking op termijn bemoeilijken. Zoals altijd is ook in deze voorkomen beter dan genezen.     

Geschreven op 2 oktober 2024
© Motoren & Toerisme