Toerverhaal: De kust voor beginners

België heeft net geen zeventig kilometer Noordzeekust. Dat doet ons verbleken bij landen als Frankrijk, Spanje en Italië. In ons land heb je dus aan een enkele dag ruimschoots voldoende om de kust af te haspelen. In het post-coronatijdperk kun je tussendoor zelfs nog enkele terrasjes meepikken. Maar dan mis je misschien net die verborgen parel. Er zijn immers genoeg ingrediënten voor een routelus van twee dagen.

Tekst: Patrick De Smet

Foto’s: Jorn Urbain

 

Wat maakt kustzand zoveel aantrekkelijker dan het in diepe sleuven geploegde zand op de akkers? Zand is toch gewoon maar zand? Is het omdat op het strand het af en aan rollend zeewater ons aantrekt? Misschien het dromen van reizen over de horizon heen?


Wie dacht dat onze kust er altijd bijlag in zijn huidige vorm heeft het grondig mis. Van de tweede tot de achtste eeuw lagen plaatsen als Brugge en Diksmuide nog aan de Noordzee. De kustlijn was een grillige duinengordel die op diverse plaatsen doorbroken werd door rivieren waardoor rivierwater in zee uitstroomde. De mens voerde ingrepen uit door de bouw van dijken, ter bescherming tegen de zee en om de loop van rivieren te veranderen. Op 19 en 20 november 1404 vond echter de Sint-Elisabethvloed plaats. Eilanden in de Scheldemonding werden weggevaagd en het land overstroomde. Graaf Jan Zonder Vrees deed zijn naam alle eer aan en nam een drastische beslissing. Hij liet de bestaande dijken met elkaar verbinden, en zo ontstond van Duinkerke tot Sas-Van-Gent de Graafjansdijk.

Exact zeventien jaar later herhaalde datzelfde scenario zich nog eens. De dijken zorgden ervoor dat de polders ontstonden en meteen werd de kustlijn rechtgetrokken. De mens heeft dus letterlijk een flinke hand gehad in de vormgeving van onze Noordzeekust.

De belle époque luidde de opkomst van het kusttoerisme in. Voor de beau monde was een verblijf aan de kust een symbolische bevestiging van zijn status. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw steeg de welvaart spectaculair en kreeg ook de gewone man de kans om de kust te ontdekken. Dat leidde tot een toeristische toeloop die voor een ingrijpende verandering van de skyline zorgde. Hotels en appartementsgebouwen rezen als paddenstoelen uit de grond. Gelukkig zijn er nog genoeg ‘naakte’ stukken kust overgebleven, konden we tot onze voldoening zelf vaststellen bij onze verkenning van de kustregio. Zo heeft het coronatijdperk toch een positieve kant. Mochten we de kust al een tijdje uit het oog verloren zijn, dan zullen velen van ons het komend toeristisch seizoen onze Noordzeekust willens nillens herontdekken.

 

De volledige versie van dit toerverhaal lees je in Motoren & Toerisme 3-2020 die vanaf donderdag 28 mei in de winkel ligt. 

Geschreven op 25 mei 2020
© Motoren & Toerisme