Exact zeventien jaar later herhaalde datzelfde scenario zich nog eens. De dijken zorgden ervoor dat de polders ontstonden en meteen werd de kustlijn rechtgetrokken. De mens heeft dus letterlijk een flinke hand gehad in de vormgeving van onze Noordzeekust.
De belle époque luidde de opkomst van het kusttoerisme in. Voor de beau monde was een verblijf aan de kust een symbolische bevestiging van zijn status. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw steeg de welvaart spectaculair en kreeg ook de gewone man de kans om de kust te ontdekken. Dat leidde tot een toeristische toeloop die voor een ingrijpende verandering van de skyline zorgde. Hotels en appartementsgebouwen rezen als paddenstoelen uit de grond. Gelukkig zijn er nog genoeg ‘naakte’ stukken kust overgebleven, konden we tot onze voldoening zelf vaststellen bij onze verkenning van de kustregio. Zo heeft het coronatijdperk toch een positieve kant. Mochten we de kust al een tijdje uit het oog verloren zijn, dan zullen velen van ons het komend toeristisch seizoen onze Noordzeekust willens nillens herontdekken.
De volledige versie van dit toerverhaal lees je in Motoren & Toerisme 3-2020 die vanaf donderdag 28 mei in de winkel ligt.