De Pyreneeën zijn een uitgelezen terrein voor toerlustige motorrijders. Akkoord, ze liggen een stuk verder van België en Nederland af dan de Alpen, maar daar tegenover staat dat dan weer dat het er minder druk is. Bijna centraal in de bergketen die als natuurlijke grens tussen Frankrijk en Spanje fungeert, ligt de Col du Portillon.
De Col du Portillon is een oude grensovergang die het Franse département van de Haute-Garonne, en de Spaanse regio Catalunya met elkaar verbindt. De bergpas, met een pashoogte van 1293 meter, werd al 20 maal opgenomen in het parcours van de Tour de France. Tweemaal bereikte een Belgisch renner als eerste de top. In 1957, toen de Tour voor het eerst over de Col du Portillon reed, was dat Désire Keteleer. Meer dan veertig jaar na Keteleer kwam Kurt Van De Wouwer, in de Tour van 1999, als eerste over de ‘Portillon’ en dat in de etappe tussen Saint-Gaudens en Piau-Engaly.
In de video hieronder zien we een ‘bestijging’ van de Col du Portillon, langs de Spaanse zijde. Deze route is gemiddeld iets steiler dan deze langs de Franse zijde – gem. stijgingspercentage van 6,8% tov 6,5% - maar heeft minder steile uitschieters. Hoe dan ook, als motorrijder merk je dat stijgingspercentage toch een stuk minder dan als wielertoerist. Onderstaand filmpje bewijst overigens ook dat je met een ‘youngtimer’ motorfiets ook nog kan toeren. Met een Ducati-aangedreven Cagiva Elefant – let op het ‘old school dashboard – kan de motorrijder in kwestie toch nog goed uit de voeten in de Pyreneeën.