Zoals de wielertraditie het dicteert 'kampeert' het internationale peloton in de tweede week van juni in het zuid-oosten van Frankrijk voor de Dauphiné Libéré. Deze wielerwedstrijd, die als ultieme test in de aanloop naar de Tour de France geldt, werd oorspronkelijk georganiseerd door de gelijknamige krant. Een krant die haar naam op haar beurt dankt aan een provincie ten tijde van het ancien régime. Na de Franse revolutie van 1789 werd de provincie Dauphiné in drie verschillende departementen opgedeeld: Drôme, Hautes-Alpes en Isère. Het is dan ook in die drie departementen dat de Dauphiné Libéré zich grotendeels afspeelt.
Zaterdag voert de zesde etappe van de Dauphiné Libéré 2022 van Rives naar Gap. Het wordt een bergachtige rit van bijna 200 km (196,4 om precies te zijn) die over twee cols van 2e categorie voert. De Col de Rousset is daar de eerste van. De Col de Rousset ligt in het Massif du Vercors en verbindt de vallei van de Vernaison (aan de noordzijde), met die van de Drôme ten zuiden van de pas. De renners zullen de (iets) steilere, maar vooral veel kortere noordzijde van de col beklimmen. Die is 6,2 km lang (vanaf Saint-Agnan-en-Vercors) en heeft een gemiddelde stijging van 5,2%, met uitlopers tot 8,5%. De pashoogte ligt op 1249 meter boven de zeespiegel. De laatste renner die als eerste bovenkwam op de Col de Rousset was Vincenzo Nibali. 'Lo Squalo di Messina' deed dat tijdens de 6e etappe van de Dauphiné 2011.
De zuidzijde van de Col de Rousset mag dan een stuk langer zijn (20,7 km) toch gaat dalen nog steeds gezwinder dan klimmen. Zeker als je een dikke toermotor onder het zitvlak hebt zoals de BMW S 1000 XR uit het filmpje hieronder. De maker ervan 'veroverde' naar eigen zeggen de Rousset vorige zomer en deed dat ook vanaf de noordzijde (vermoeden we toch...). In het filmpje krijg je z'n afdaling richting Die te zien. Die begint bij de 769 meter lange tunnel onder de eigenlijke top van de Rousset (op 1367 meter boven de zeespiegel) en eindigt bij de passage door het dorpje Chamaloc, op weg naar Die.