De Tour de France 2021 is aan het eind van z'n tweede week gekomen. Maar voor het peloton van een (welverdiende) rustdag kan profiteren, moet er eerst nog wat gepresteerd worden. In de 15e etappe wachten immers vier pittige beklimmingen waarvan er drie bergpassen van 1e categorie zijn. Vertrekkende vanuit Céret (Pyrénées-Orientales) voert de 191,3 km lange etappe naar Andorre-la-Veille, of in het Catalaans (want dat is de officiële landstaal van de dwergstaat): Andorra la Vella. De Montée de Mont-Louis (1e cat.) is de eerste col van de dag, daarna volgt de Col de Puymorens (2e cat.). Deze laatste is met z'n 1.915 meter hoogte eigenlijk de springplank naar dé beklimming van de dag, de Port d'Envalira.
De Port d'Envalira is de enige bergpas tussen Frankrijk en Andorra en tot de opening van de gelijknamige tunnel ook de enige verbinding tussen beide landen. Met z'n 2.409 meter pashoogte is de Port d'Envalira de hoogste geasfalteerde bergpas van de Pyreneeën. Tevens is het de hoogste bergpas van Europa die het jaar rond openblijft. Dit jaar is de Port d'Envalira ook 'het dak van de Tour', dat betekent dat de renner die de pashoogte als eerste overschrijdt, ook het 'Souvenir Henry Desgrange' wint. Aan deze prestigieuze prijs zit ook een aardige premie van € 5.000 vast.
In de video hieronder zie je de beklimming van de Port d'Envalira vanaf het wintersportoord Pas de la Casa en dat in het zadel van een BMW K 1300 R.