Veiligheidstips van politiezone Oostende

De lente heeft ons op een bijzonder aangename manier in snelheid gepakt. Na een veel te lange grijze periode, is het zonnetje nu echt daar en komen ook de gemotoriseerde tweewielers ‘en masse’ terug buiten. Voor velen is het echter even terug wennen in het zadel van hun geliefde tweewieler, en dat brengt risico’s met zich mee waarvan we jaarlijks de spijtige gevolgen moeten optekenen.

De mensen van de motorpolitie zijn daar tot hun spijt vaak de eerstelijnsgetuigen van. Zo herbergt de politiezone Oostende heel wat manschappen die zowel professioneel als recreatief met de motorfiets rijden, en dat bracht hen op het idee om kort en duidelijk een aantal aanbevelingen te formuleren die iedereen die in het zadel kruipt, beginner of ervaren motorrot, van dienst kunnen zijn. Dit zijn hun tien glasheldere tips:

1 Stap fit en uitgerust op je moto

Nee, dat betekent niet dat je als een atleet aan de meet moet verschijnen. Bekijk het zo: wie vermoeid aan het stuur zit, zal minder geconcentreerd en gefocust zijn, en ziet de reactiesnelheid afnemen. Nochtans moet je als motorrijder te allen tijde kunnen ingrijpen in gevaarlijke of moeilijke verkeerssituaties. Eén seconde de aandacht laten verslappen, kan slecht aflopen. Hetzelfde geldt voor wanneer je met de wagen op reis gaat: kruip niet met wallen onder de ogen achter het stuur richting Zuid-Frankrijk, bijvoorbeeld.

2 Investeer in degelijke kledij

De wegcode spreekt van beschermende kledij die de armen en benen volledig bedekt, en schoeisel die tot boven de enkels komt. Maar wat die ‘beschermende kledij’ nu precies inhoudt, staat niet officieel beschreven. Toch is het van cruciaal belang om een aangepaste motorrijdersbroek of -vest met beschermstukken aan te schaffen. Wie bijvoorbeeld met een gewone jeansbroek langs het asfalt scheurt bij een tuimelperte, zal het zich serieus beklagen. Hetzelfde wat een helm betreft: draag geen scooterhelm op pakweg een sportmotor. Ja, motorkledij kost wat geld, maar op veiligheid en gezondheid staat geen prijs. Ook een fluohesje of -kledij is geen overbodige luxe om de zichtbaarheid ten opzichte van andere weggebruikers te verhogen.

3 Onderhoud je voertuig

Heel wat liefhebbers bergen hun rijwiel netjes op wanneer de winter aanbreekt. Maar wanneer de lente in het land is, willen veel rijders zo snel mogelijk terug de baan op. Wat is de staat van je banden, remmen, ophanging en olie? Laat je motor steeds nazien door een professional.

4 Oefen op manoeuvreren

Niet populair, maar wel een must. Wie zich begeeft in drukke steden en toeristische centra, kan maar beter geoefend zijn op kort bochtenwerk, uitwijken, kort remmen en parkeren. Oefen zelf je manoeuvres op een afgesloten terrein of parking, of neem deel aan een terugkomdag van een erkende organisatie of motordealer.

5 Word niet overmoedig

Op rechte stukken rijden, is niet zó moeilijk. Maar wanneer je al een poosje niet meer gereden hebt, is de verleiding groot om een bocht scherp aan te snijden of het gashendel open te draaien. Leer je motorfiets (opnieuw) kennen: word het stuur, zadel, gas- en ontkoppelingshendel opnieuw gewoon. Test ook je ABS-remsysteem, want dat is bij elke motor anders. Wip daarom ook niet zomaar op andermans motor zonder dat je het voertuig en specificaties kent.

"Motorrijden is en blijft een ongelooflijk populaire hobby, zo bewijzen ook de cijfers. In ons land alleen al tellen we ruim 525.300 ingeschreven motoren, vorig jaar werden 26.600 nieuwe motorfietsen geregistreerd. En waarom ook niet: het is een vorm van ontspanning en een toffe manier van reizen. Toch zijn er, zeker bij de start van het seizoen, potentiele risico’s aan verbonden."

Korpschef Philip Caestecker

6 Kijken

Een fout die veel (beginnende) motorrijders maken, is dat ze vlak voor zich uitkijken. Toch is het de bedoeling om de blik net verder te verleggen. Een gouden regel: kijk naar het punt waar je naartoe wil rijden. Als je bijvoorbeeld wil laveren tussen kegels, focus je beter op de ruimte tussen de kegels en niet naar de obstakels op zich. Hetzelfde geldt bij keren en draaien: zoek met je blik het punt waar je naartoe wil.

7 Analyseer je omgeving

Andere weggebruikers hebben soms minder snel aandacht voor motoren, bijvoorbeeld bij het inhalen. Een klassiek ongevallenscenario is het volgende: een motorfiets haalt op een voorrangsweg reglementair een wagen in. Tegelijk merkt een ander voertuig, die de weg wil oprijden, de motorrijder niet op omdat die verscholen zit achter het ingehaalde voertuig. Een frontale botsing kan het catastrofale gevolg zijn. Ook al is de motorrijder in het recht, toch doet ie er goed aan om voor aanvang van het manoeuvre de rijbaan en zijwegen te analyseren.

8 Filerijden

Een algemene oproep naar alle andere weggebruikers: maak bij filerijden ruimte voor motorfietsen. Het is volstrekt wettelijk voor motorrijders om in files tussen de twee meest linkse rijvakken voertuigen in te halen – zonder knipperlichten! Motoren mogen daarbij niet sneller gaan dan 50 km/u en het snelheidsverschil met andere voertuigen mag niet meer zijn dan 20 km/u. Die regel is al een jaar of tien officieel, maar lang niet iedereen is ermee vertrouwd. Als motorrijder vermijd je best de staart van een file, omdat automobilisten de neiging hebben om te focussen op andere wagens in plaats van kleiner ogende motorfietsen.

9 Zithouding

Motorrijden is meer dan gewoon – poef! –  in je zadel kruipen. Neem en hou een correcte houding aan: steun met de bal van je voet op de rijderssteunen en duw je knieën stevig tegen de tank aan. Span je armen en polsen niet te veel op, maar hou uiteraard goed je stuur vast. Algemeen: zit niet verkrampt op de motor.

10 Bochtenwerk voor gevorderden

Veel rijders hebben de neiging om bij het nemen van een bocht de motorfiets ‘van zich weg te duwen’ Als dit doet, duw je de motor net dichte bij de grond en bots je sneller op de limieten van het voertuig. Maar als je je lichaam verplaatst en in de bocht gaat hangen, zoals professionele racepiloten doen in pakweg de MotoGP, dan zal de hellingshoek van de motor minder groot zijn. Het is niet de bedoeling dat iedereen naast de motorfiets bengelt, maar een klein beetje je bovenlichaam in de bocht laten hangen, maakt een wereld van verschil. Naar de buitenwereld toe komt dit over als sportief rijgedrag, maar voor een motorrijder is dit net een pak veiliger: de hellingshoek van de motor is minder groot en de kans op een val kleiner.

 

Foto's: PZ Oostende/Kim Vanbesien

Geschreven op 24 maart 2022
© Motoren & Toerisme