Eens in het zadel voor het eerste snelweg-traject, waaien de zorgen echter zo van je af. Zowel mijn nieuwe collega Charly als ik (192 cm en 180 cm) hebben er al snel voor gekozen om het zadel in de hoogste stand (825 mm) te zetten, omdat je dan over voldoende beenruimte beschikt. Voor het vertrek is het wel nog even bikkelen over wie met de hoge ruit mag vertrekken, maar dat blijkt eigenlijk een nutteloze strijd. Het kleinere sportraampje lijkt in theorie wat tegenstrijdig met het concept van een motorfiets die je zo goed mogelijk uit de wind moet zetten, maar het werkt verbazingwekkend goed. Het creëert natuurlijk niet de windstille cocon van de standaard toervitrine, maar als je de look wat sportiever wil, is het zeker een optie die te overwegen valt. Ik vertrek met de 1250 en dat blok bevalt zo koud op de maag prima. Ik tracht me voor de geest te halen hou het zich verhoudt tot de 1200, maar de verschillen lijken op het eerste gezicht genuanceerd. Het geluid is wel duidelijk voller, maar ga ik nu ook echt sneller vooruit? Pikt het blok beter op? De vorige was ook al behoorlijk pittig en sportief, en hij reageerde gewillig op het gas. Ik reed ooit met een van de eerste R 1200 RT’s in één ruk van Zagreb naar Antwerpen, en zelfs met de vriendin achterop ging dat vlotjes aan snelheden ver boven onze Belgische limieten. Ik weet natuurlijk dat BMW niet liegt over z’n cijfers en de 11 pk en zeker de bijna 20 Newtonmeter meer voor een gewicht dat nauwelijks 5 kilogram hoger ligt, moet een ander gevoel geven. Ik ontdek het pas na de eerste wissel. Het verschil is dan vanaf de eerste meters duidelijk. De 1200 doet zoals gezegd degelijk z’n job en gaat vlot vooruit, maar bij de 1250 is het een pak meer. De gasrespons is tegelijk directer maar toch verfijnder. De huil op de 1200 is minder gevuld, en inhaalmanoeuvres gaan net dat ietsje slomer. De 1250 voelt in z’n geheel beter uitgebalanceerd en hedendaagser aan. Dat wordt bewezen als we op een vrije stuk Autobahn uit vierde, vijfde en zesde naast elkaar wat tussensprintjes trekken. Zelfs vanaf 120 km/u is de 1250 een stuk sneller weg, om z’n voorsprong gestaag uit te bouwen tot het overige verkeer ons dwingt het gas terug dicht te draaien. Gezien het niet onaardige gewichtsverschil tussen de twee testpiloten, hebben we dat ook vanuit beide zadels geprobeerd, maar in alle gevallen is de nieuwe gewoon een pak sneller. De enige prijs die hij daarvoor moet betalen is dat hij in het actieve werkgebied tussen vier en vijfduizend toeren duidelijk meer trillingen produceert in het stuur en de voetsteunen. En het zijn best voelbare trillingen. Handen en voeten gaan er niet van slapen, maar de 1200 produceert duidelijk minder, en zeker minder voelbare trillingen. Op die ‘oude’ zijn het eerder wat hoogfrequente vibraties. Het is een detail dat bij een solotest misschien niet zou opvallen, maar nu doet het dat wel.