Vergelijkingstest: Ducati Multistrada V2 S vs Honda NT1100 vs Yamaha Tracer 9 GT

Er is geen betere gelegenheid om drie reismotoren tegen het licht te houden dan een meerdaagse rondrit in het buitenland. Een trio uit het hogere middensegment zal ons – letterlijk, en hopelijk ook figuurlijk –vier dagen vervoeren in de uitgestrekte en met meren bezaaide bossen van Zuid-Zweden.

Tekst & foto’s: Charly de Kinderen

 

Het wordt hier een grijze bedoening, denk ik even als ik onze drie reisgenoten op een rijtje zie staan. Maar met een output van vlotjes drie cijfers, weet je dat er voldoende kracht aanwezig is om vliegensvlug door de wat eentonige Zweedse bossen te stuiven. Het magische getal van om en bij 900 cc beschouw ik als de realistische maatstaf voor wat je als dynamische motorrijder nodig hebt. Natuurlijk maken dikke kleppers van meer dan 1.200 cc indruk, en ik zou ze nooit afzweren, maar deze hogere middenklasse bewaart een vierdelige balans tussen budget, kracht, comfort en vooral plezier. Het gezelschap van dienst bestaat uit de Ducati Multistrada V2 S, de Honda NT1100 en de Yamaha Tracer 9 GT. We gaan deze keer niet op stap met doorwinterde testrijders, maar met twee motards die de passie even uit het oog waren verloren. Het geeft soms interessante inzichten om leken in het vak te laten oordelen. Ondanks een streven naar oprechte neutraliteit, is het soms onvermijdelijk dat er ruis en eventuele vooroordelen in een beoordeling sluipen als je dagelijks ondergedompeld bent.

Inspiratie uit het dierenrijk

We hadden vier dagen lang de tijd om te redetwisten over het uiterlijk, en dat zullen we gedaan hebben. De motoren bleven ons verrassen met hun ontwerpkeuzes en inspireerden ons telkens tot nieuwe nuances en bemerkingen. De Multistrada is op het eerste zicht de fraaiste van de drie, al blijft die haviksneus vooral een silhouet waar je best niet te lang naar kijkt. De ledbalk is knap verwerkt en valt op, maar alle kunststof onderdelen daarrond dienen een praktisch nut: luchttoevoer voorzien voor de kleinere radiator. De Tracer 9 GT heeft alien-achtige allures met zijn fijne koplampen en combineert scherpe lijnen met gespierde accenten. Bij de NT1100 zien we een compleet tegenovergestelde vormcompositie. Vloeiende en zachte vlakken lopen in elkaar over. De afgestompte snuit waarin de koplampen samenkomen, doet me dan weer denken aan een neusvis. Toch zijn andere aanzichten wel fraai, en je kan het dan ook absoluut geen lelijke motor noemen, al ogen de twee concurrenten jeugdiger en frisser. Zoals het hoort zijn de motoren uitgerust met een windscherm, dat ook nog verstelbaar is. Op de Honda is dit minder evident: het lijkt telkens alsof je het scherm uit zijn rails zal sleuren. Ik zoek tevergeefs in de warboel van knoppen op het stuur naar een verstelknop, maar het blijkt wel degelijk met de hand te moeten gebeuren. De andere twee houden het simpel: je schuift het scherm met de hand (weliswaar minimaal) op en neer. Eenmaal in de hoogste stand is de bescherming steeds voldoende, met een kleine plus voor de Honda, die het meeste beschermt.

 

Lees de rest van deze vergelijkingstest in het julinummer van Motoren & Toerisme dat vanaf donderdag 14 juli in de winkel ligt.

Geschreven op 7 juli 2022
© Motoren & Toerisme