We zijn ondertussen al een paar uur onderweg en de houding op Triumph is het meest geschikt voor langere afstanden, met veel beenruimte en een natuurlijke positie van het bovenlichaam. Bij de Duc moeten we eerder denken aan de sportievere, compacte houding van de Monster, lichtjes naar voor geleund en met een stevige knik in de knieën. Als je overstapt is het altijd even schrikken van de hoogte van de Triumph, maar omgekeerd moet je op de Ducati je benen extra in de plooi trekken, wat minder ergonomisch aanvoelt. En de Triumph scoort nog wel meer punten op gebied van ergonomie en bruikbaarheid. Zo is z’n display het meest intuïtieve en veruit het duidelijkste leesbaar. Het dashboard van de Ducati is uiterst sober en kan stilaan een update gebruiken. Het schakelen tussen de vijf rijmodi gebeurt bij de Triumph via een aparte knop, bij de Ducati moet dat via de pinkers en is er keuze uit drie rijmodi die weinig opmerkelijke verschillen vertonen in hun motorrespons. De Engelsman is de nieuwste van de twee en dat merk je op dit vlak zeer duidelijk. Enkel het opstarten van de Triumph via het Keyless systeem duurt redelijk lang naar onze mening, maar goed, dat zijn details.