Op het stratencircuit van Chimay werd de voorlaatste wedstrijd van de Benelux Trophy verreden en de races op het bijna 100-jarige circuit in het Zuid-Belgische stadje deden hun geschiedenis weer alle eer aan. In 2026 mag het circuit immers honderd kaarsjes uitblazen. Reeds op zaterdag was het publiek talrijk aanwezig, maar vooral op zondag was het over de koppen lopen. Lang geleden dat er op een wegrace in ons land nog eens zoveel volk was. Daarmee spreken we ook over de pre-corona periode. Chimay mag zich daarom gerust de TT van de Lage Landen noemen, wat stratenraces aangaat. Is het gewoonweg de stratenrace of zijn het de sommige, op zijn minst uitgedrukt, gevaarlijke passages, die het ’m doen. Ik weet het niet, maar op zondag toen het voor rijders en publiek bakken en braden was onder een loden zon, stond het publiek in dichte drommen langs de vangrails en op de grasbermen. Met spannende races en de nodige flesjes gerstenat dat de lokale naam draagt, zat de sfeer er vlotjes in. Er werd dan ook ferm in de handen geklapt voor de rijders. Ook dit circuit heeft de nodige beroemde en beruchte passages als Virage de Beauchamp ook wel ‘le garage’ genoemd, of de Porte de Mons. Wie weet nog dat Claude Bourgoignie ooit etmaalraces reed of nog dat Willy Mairesse een Waalse ex-F1 piloot is, maar in Chimay geven ze wel naam aan chicanes langs de bijna vijf kilometers lange baan, om de hoge snelheden nog enigszins te drukken. Maar nog zijn de snelheden er fenomenaal.
Tekst en Foto’s : Jan Vermeer