Wereldreis: Hoogtes en laagtes in India

De afgelopen maanden liep het reizen niet altijd van een leien dakje. Er waren absolute hoogtepunten, waar we volop van konden genieten. Maar er waren ook de ‘lows’, waarbij alles leek tegen te zitten. Ondertussen zijn we eraan gewend: het kan natuurlijk niet elke dag feest zijn. Maar de tegenslagen zijn wel beter verteerbaar als ze het gevolg zijn van pech en niet van je eigen onhandigheid. Eens goed op je bek gaan met de motor, da’s makkelijker te verdragen dan door je eigen klungelige zelf op de spoed te belanden. Maar ja: ‘no pain, no gain’ ...

Tekst en foto's: Tom De Mits

Eindelijk waren we erin geslaagd de heksenketel van het Indiase verkeer te ontvluchten en naar noordelijker oorden te trekken. De Spiti-vallei aan de voet van de Himalaya kon niet meer contrasteren met de drukte van de rest van India: desolate landschappen met hier en daar een aftandse Suzuki of een warm ingeduffelde motard. Aan de hobbelpiste leek geen einde te komen. Ze leidde ons over de besneeuwde Kunzum-pas en verder langs de Spiti-rivier. Hier geen van de pot gerukt verkeer, massa’s brommertjes en gekke buschauffeurs. Het machtige vergezicht werd enkel onderbroken door de zoveelste boeddhistische tempel met een paar huizen eromheen en een troep jaks die stilaan lagere oorden opzochten omwille van de kou. Toeristen waren hier niet meer te vinden, want twee dagen later zou de pas onverbiddelijk dichtgaan voor het seizoen. Eindelijk konden we opnieuw genieten van de rust en stilte, en de zuivere lucht door onze neusgaten opsnuiven. Na de chaos van de afgelopen weken was dit een echte verademing.

De grensovergang werd bewaakt door een opgefokte Indiase grenswachter, die me in de onverstaanbare Engels bevelen toeblafte. Omdat ik er niks van begreep, vroeg hij zich hardop af of ik wel Engels sprak. Toen ik op mijn beurt ‘s mans beheersing van de Engelse taal in twijfel durfde trekken waren de rapen gaar. Hij was duidelijk niet van zins om het ons gemakkelijk te maken. Tijd voor plan B: Caroline ging naar binnen om de plooien glad te strijken. Ondertussen werd ik buiten opgevrijd door twee lokale ‘schoonheden’ met een net iets te zware stem om geheel natuurlijk te zijn. Caroline boekte succes: de stempels ploften luid op onze paspoorten en we reden bij valavond de Nepalese grens over.

 

Op onze weg naar Kathmandu stopten we nog gauw in het Bardia National Park om olifanten en neushoorns te spotten. Maar we moesten snel in de hoofdstad geraken: we hadden nieuwe kettingen en bougies nodig, en een reinigingsbeurt van onze injectoren, die behoorlijk hadden afgezien door de benzine van bedenkelijke kwaliteit. Maar vooral moesten we de verscheping van onze motoren zien te regelen.

De volledige versie van deze aflevering van de Wereldreis, lees je in het februarinummer van Motoren & Toerisme dat vanaf 16 februari in de winkel ligt.

 

Geschreven op 14 februari 2023
© Motoren & Toerisme