Woon-werkverkeer met de motor meer dan ooit actueel

Op maandag 15 juni heeft de internationale Ride to Work-dag plaats, een dag waarop in diverse landen motor- en scooterrijders opgeroepen worden om met hun gemotoriseerde tweewieler naar het werk te gaan. Veel motorrijders rijden enkel recreatief, maar de weer toenemende files én minder plaats in het openbaar vervoer (door de coronamaatregelen) maakt woon-werkverkeer met de motor of scooter een interessant alternatief.

Met het hernemen van de economische activiteit in het kader van de versoepeling van de coronaregels, is ook de drukte op de wegen weer toegenomen. Fileberichten zijn weer aan de orde van de dag. Wegwerkzaamheden, ongevallen of gewoon een - structureel - te groot aantal verkeersdeelnemers op hetzelfde moment zijn er de oorzaken van. FEBIAC (de Belgische en Luxemburgse Automobiel- en Tweewielerfederatie) benadrukt al enkele jaren dat het gebruik van de motor of scooter in het woon- werkverkeer een oplossing is voor die filedruk. Motor- en scooterrijders mogen immers in de file langs de rijen auto’s rijden. Het snelheidsverschil tussen de passerende motoren en scooters en het overige verkeer mag ook niet meer dan 20 kilometer per uur bedragen, met een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Als de gemiddelde snelheid van de file meer dan 50 kilometer per uur bedraagt moeten de bestuurders van gemotoriseerde tweewielers weer invoegen.

De logica zegt ook dat als een autobestuurder overstapt op een motor of scooter de files in afstand en tijd dalen: er is een auto minder op de weg en met de motor of scooter kan men de files passeren.

Mobiliteitsbudget

Het aantal ingeschreven motoren en scooters stijgt jaar op jaar (het aantal is nu bijna een half miljoen), maar die vervoersmodi worden - in tegenstelling tot wat je mag verwachten - minder en minder gebruikt voor woon-werkverkeer! Uit de ‘Federale diagnostiek woon-werkverkeer 2017-2018’ (de laatste cijfers die beschikbaar zijn) blijkt dat het motorfietsgebruik in ons land daalt. Enkel in Brussel is er een stijging van het gebruik van motoren en scooters. Het aantal met motoren en scooters gereden kilometers situeert zich al enkele jaren rond 1,2 miljard - een fractie van het totaal aantal gereden kilometers in ons land. Per gemotoriseerde tweewieler wordt gemiddeld 2.400 kilometer op jaarbasis gereden. Vijf jaar geleden was dat nog zo’n 2.600 kilometer.

Het is gissen naar de redenen van de daling van het gebruik van motor en scooter voor woon- werkverplaatsingen. Om het tij te keren, had het recent ingevoerde mobiliteitsbudget een mooie kans geweest om de motorfiets of scooter wat meer onder de aandacht te brengen van werknemers met een bedrijfswagen. Jammer genoeg komen enkel elektrische motorfietsen en scooters in aanmerking voor het mobiliteitsbudget, en niet een ‘klassiek aangedreven’ gemotoriseerde tweewieler. Met het mobiliteitsbudget wil de overheid immers ook een vergroening van de transportmiddelen bewerkstelligen. FEBIAC plaatst daar als kanttekening bij dat een gewone motor of scooter ook interessant is om de CO2-uitstoot te verminderen: omdat ze vlotter door het fileverkeer kunnen en omdat er minder rem-en-optrek-manoeuvres nodig zijn. Bovendien is het brandstofverbruik van veel motoren en scooters gering.

Ride To Work Day

Dat motoren en scooters minder bijdragen aan de CO2-uitstoot en dat ze weinig brandstof verbruiken, wordt ook aangehaald door FEMA (de federatie van Europese Motorrijdersverenigingen), één van de organisatoren van de internationale ‘Ride To Work Day’. Die Ride To Work Day valt dit jaar op 15 juni aanstaande en wil het brede publiek en de bedrijven wijzen op de voordelen van de motor of scooter in het

woon-werkverkeer. Voor bedrijven kan het gebruik van de gemotoriseerde tweewieler hun ecologische voetafdruk verminderen (wat past in ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’). Ride To Work vraagt bedrijven ook om parkeerplaatsen voor te behouden voor motoren. Op de plaats van één auto kunnen drie tot vier motoren of scooters geparkeerd worden. En men vraagt lockers te plaatsen voor de uitrusting van de motor- en scooterrijders.

Corona

In deze coronatijden komt er nog een ander voordeel van de motor en scooter in het woon-werkverkeer naar voren. In het openbaar vervoer is er momenteel minder plaats voor passagiers en dan is een motor of scooter een interessant alternatief om naar het werk te gaan, zeker over wat langere afstanden. Op de motor en scooter zit de rijder ook in zijn eigen ‘bubbel’ en is er voldoende afstand tot anderen.

Fiscaal voordelig

Motoren en scooters voor woon-werkverplaatsingen zijn ook fiscaal voordelig: er is 100% aftrekbaarheid van de bewijsbare kosten voor beroepsverplaatsingen en woon-werkverkeer: aankoop voertuig, aankoop kledij, pechverhelpingscontract, brandstof, ...
Overigens: wie over wil stappen op de motor of scooter hoeft niet perse het aparte motorrijbewijs A te hebben. Wie meer dan twee jaar het rijbewijs B heeft, mag met een 125 cc scooter of motor de weg op op voorwaarde dat het vermogen van die 125 cc’er niet meer bedraagt dan 15 pk (11 kW). Wie na mei 2011 het rijbewijs B heeft behaald, moet wel vier uur scholing volgen. Een examen is echter niet vereist.

 

Bron: persbericht FEBIAC

Foto: Archief M&T/BMW Motorrad

Geschreven op 12 juni 2020
© Motoren & Toerisme