Zwakke schakel
De ‘zwakke schakel’ in de hele schakelstrategie is de rijder. Die is meestal niet goed in staat om bij elke belastingstoestand de meest efficiënte overbrenging te kiezen. Een computergestuurde, automatische transmissie kan dat veel beter. Maar automaten hebben ook nadelen. CVT’s in scooters – en in de Nederlandse Dafjes van vroeger – werken met rubberen riemen, die veel slip en energieverlies geven. Conventionele auto-automaten werken met planetaire tandwielstelsels en koppelomvormers, die eveneens veel slip- en wrijvingsverliezen opleveren. Dergelijke systemen doen dus wat afbreuk aan een goede schakelstrategie, ze zijn bovendien groot en zwaar. Bij auto’s is de Automated Manual Transmission daarom in opkomst. Een AMT is simpel gezegd een gewone, handgeschakelde versnellingsbak, die door een computer wordt bediend. Zo’n transmissie is eenvoudig, goedkoop en licht en heeft een fantastisch rendement. Maar ook een AMT heeft nadelen. Je kan er namelijk niet mee schakelen als de tandwielen onder spanning staan. Het systeem moet dus automatisch ontkoppelen en gas terugnemen, terwijl de rijder nog steeds gas geeft, vervolgens een andere versnelling inschakelen, weer koppelen en weer gas geven. Dat is lastig te automatiseren. En schakelmanoeuvres kosten tijd, wat voor een schokkerig rijgedrag zorgt.
DCT-principe
Een paar jaar geleden is er een nieuw soort AMT ontwikkeld, die al deze nadelen niet heeft. Het principe van deze Double Clutch Transmission is eenvoudig: je neemt niet één, maar twee transmissies, en bouwt ze samen in één transmissiebehuizing. Elke transmissie heeft zijn eigen koppeling, vandaar de naam DCT, of Doppel Schalt Getriebe (DSG) zoals Volkswagen het noemt.
Bij een DCT kan je de ene transmissie gebruiken, terwijl de andere onbelast draait. Je rijdt weg, terwijl de eerste versnelling in transmissie 1 is ingeschakeld. Ondertussen zet de besturingscomputer van het systeem de tweede versnelling vast klaar in transmissie 2. Dat is mogelijk omdat die nog onbelast draait. Op het moment dat er geschakeld moet worden, zorgt de computer dat de ene koppeling ontkoppelt en dat de andere meteen aangrijpt. Dat gaat supersnel, in 70 milliseconden. Daarom kan de gasklep tijdens het schakelen gewoon open blijven staan, waarmee meteen nog een probleem is opgelost. En na het schakelen kan de computer versnelling drie in transmissie 1 vast klaarzetten. Of terug versnelling één, als er wordt afgeremd. Het leuke is dat je dit systeem automatisch kan laten schakelen, maar dat je het als rijder ook kan overnemen als je een sportieve bui hebt.