Alpenpassen in Piëmont, dag 1

MADDALENA PASS De eerste pas op mijn route is de Maddalena Pass. Zoals vaak in Italië, zijn ook hier geografische locaties vernoemd naar heiligen, en in dit geval is de Heilige Maria Magdalena de inspiratiebron. Deze pas vormt een belangrijke verbinding tussen de Franse Provence-Alpes-Côte d'Azur en Piemonte. Het hoogste punt van de pas ligt net onder de 2.000 meter, en tot mijn verbazing is de weg aan beide kanten open. Dit verklaart meteen het aanzienlijke verkeer dat door de prachtige vallei stroomt. Secties met haarspeldbochten worden afgewisseld door lange, vloeiende bochten op vlakkere stukken. De temperatuur daalt snel naarmate ik hoger kom, en bovenaan ligt een helderblauw meer, waarover een kille wind waait. Het gerimpelde wateroppervlak lijkt van de zuiverste soort en als het niet zo ijskoud was, zou ik er meteen inspringen. Met het oog op Italiaans grondgebied steek ik de grens niet over en draai ik meteen weer om. Een pas heeft namelijk twee gezichten en biedt een heel andere ervaring afhankelijk of je naar boven of naar beneden rijdt. Ook in dit landschap heeft het overvloedig geregend, en de natuur staat er prachtig bij met felgroene weilanden en rivieren die krachtig stromen van het smelt- en regenwater. Vanuit meerdere rotsen stroomt het water naar beneden en ik passeer een kudde steenbokken bij zo een waterval, die in de pas worden gehouden door een herder met een serene uitstraling. Ik bedenk bij mezelf, dit is zijn wereld, zolang hij zich kan herinneren. Iets verderop stop ik in het dorpje Sambuco, waar een andere man met een gelijkaardige uitstraling trots zijn Lamborghini toont. Vol overgave telt hij met zijn vingers om uit te drukken hoeveel jaren hij met deze tractor zijn velden bewerkt. Meer dan veertig jaar, zo blijkt. De tractor, zijn werkpaard, ziet er onberispelijk uit en vormt een groot contrast met de drukke wereld die ik ken, waarin een auto van vijf jaar al afgeschreven materiaal is.   COLLE DELLA LOMBARDA Vanuit dezelfde vallei sla ik rechtsaf richting Colle della Lombarda. Vanaf hier is het een dikke twintig kilometer, en meteen krijg ik een reeks technisch uitdagende haarspeldbochten voorgeschoteld. Het wegdek is hier duidelijk niet van dezelfde onberispelijke kwaliteit als op de drukkere Maddalena. Op dit eerste stuk kom ik niemand tegen, en al snel begrijp ik waarom. De wegen zijn smal en losse stenen zijn geen uitzondering. De dichtbegroeide bossen bieden weinig overzicht na elke bocht, waardoor het tempo laag blijft. Maar zodra ik de boomgrens bereik, opent zich een weids landschap met besneeuwde rotsen en een woeste rivier. Ik begrijp meteen waarom ik hier ben. Alsof er niemand anders bestaat, stuur ik de koppelrijke Ducati de steile helling op. Het geroffel van de dubbele uitlaat en het wassende water weerklinken samen door de vallei. De bochten zijn ruim en de kwaliteit van het asfalt verbetert plotseling aanzienlijk. Is dit nu al mijn favoriete pas? Nee, zo blijkt. Net voor de laatste beklimming stuit ik op hekken die me verhinderen door te rijden naar de top. De top is nog niet sneeuwvrij. De toevallig passerende gemeentewerker maakt het extra zuur door te melden dat deze weg hoogstwaarschijnlijk volgende week wordt geruimd. Dan ben ik helaas al terug in België… De top, die op 2.350 meter ligt, zal voor een andere keer zijn. Ik draai om en richt mijn zinnen op de Tendapas.   COLLE DI TENDA De meteorologische zomer is aangebroken en de dagen zijn extra lang. Ik besluit eerst een snelle hap te nemen en met de warme gloed van een ondergaande zon naar boven te rijden. De Tendapas is toch maar een halfuur van Borgo San Dalmazzo. De tunnel die onder de Tendapas loopt en de verbinding met Frankrijk vormt, is gesloten, maar die heb ik niet nodig. Ik blijf verder naar boven rijden, voorbij het laatste skistation. Al kronkelend rijd ik tussen de skiliften en sneeuwkanonnen. Het is een smalle weg, maar in perfecte conditie, en er is absoluut geen verkeer. Elke haarspeldbocht brengt me weer enkele meters hoger, totdat de vangrails plotseling verdwijnen. De weg zet zich rustig voort en de omringende bergen worden alsmaar kleiner zonder een vangnet. Ik had het nooit verwacht, maar een vorm van hoogtevrees overvalt me en ik twijfel om verder te gaan. Is het niet mooi geweest voor vandaag? Maar mijn nieuwsgierigheid wint het, en ik kijk al weken uit naar het ontdekken van de verlaten forten op de top. Ondertussen lijken de laatste tien minuten eerder een uur te duren, totdat de steile afgrond eindelijk plaatsmaakt voor een plateau dat me tot op de finale bergkam brengt. De gemeentewerker heeft er een rommeltje van gemaakt om duidelijk te maken dat je niet mag afdalen langs de Franse kant, die ondertussen al lang in de schaduw ligt en aanvoelt als een donkere, verboden wereld. Ik rijd de kam van de berg op die de exacte grens vormt tussen beide landen, waar twee ruïnes opdoemen. De avondzon hult ze in een warme gloed terwijl ik over de kiezels nog hogerop zoek. Zo voelt het om op het topje van de wereld te staan? Ik kijk verbijsterd rond terwijl de zon verder zakt onder de verste bergen. Ik sta hier alleen, met een enkele marmot aan mijn zijde. Dit is mijn favoriete pas! Maar er zijn nog twee dagen te gaan.

Land: Italië
Afstand: 235km
Gemaakt door: Motoren & Toerisme
© Motoren & Toerisme