De eerste 400 km liepen over perfect asfalt langs de fjorden van het Hoge Noorden. Zoals eerder gezegd, dat kan je niet op foto vastleggen. Onderweg geen bruggen meer, wel veel tunnels, waarvan de langste 8,9 km was. Aan één van die tunnels hebben we twinitig minuten moeten wachten wegens wegenwerken in de tunnel. Volgens de werkmens van dienst aan de wegversperring zijn er in Noorwegen drie gebieden die de moeite van het bezoeken waard zijn: de fjorden in het Zuiden, het Hoogland in het midden en de fjorden in het Noorden met de Lofoten. Hij vertelt ons dat het probleem met die eerste twee echter is dat die ondertussen verzuipen in het verkeer en dat je daar in de zomer niet over of door kunt. Toen we twintig minuten later weer mochten doorrijden stonden we daar met ons drieën, de zes bijgekomen motorrijders en een paar campers. Om maar te zeggen, de echte King of the North is De Motorrijder.