Rond de Noordkaap: 4. Kvalsund-Moermansk

In deel 4 van ‘Rond de Noordkaap’, rondt Wim Van Houtven de Noordkaap en zet de groep koers richting Rusland. Daar brengt men onder andere een bezoek aan de troosteloze industriestad Nikkel en de havenstad Moermansk.

Dag 11, 2 juli: Kvalsund – Kvalsund (Noorwegen) 320 km

20 jaar geleden het Westen, een klein jaar geleden het Zuiden, nu het Noorden. Blijft enkel het Oosten nog over.

Vandaag naar de Noordkaap dus, om die belofte van 20 jaar geleden waar te maken. Ik weet niet waar sommige mensen het vandaan halen dat de laatste etappe naar de Noordkaap saai is. Misschien heeft het er mee te maken dat het vandaag echt wel schitterend weer is, maar het betreft hier dik 150 km goede wegen die draait en slingert langs de zee. Zoiets als Sky Road in Ierland, maar dan 10 keer achter elkaar. Er is wel wat verkeer, maar dat valt mee, want je hebt zeer ver zicht op de weg en je geraakt daar dus vlot voorbij. Alleen wat oppassen voor de vrij rondlopende kuddes rendieren op de baan.

Na de Noordkaaptunnel kom je aan in Honningsvåg, de meest noordelijk gelegen Noorse stad op het Europese vasteland. Hier leggen de cruiseschepen aan. Als je daar passeert nadat er juist een cruiseschip is aangekomen zit je vast in een processie van enkele tientallen bussen. Je kan dan beter een half uurtje wachten, want die laatste kilometers zijn gewoonweg schitterend en die doe je dus best met een open weg in het vizier.

En dan arriveer ik dus aan de Noordkaap, na 20 jaar. Eigenlijk is er op de Noordkaap niet echt veel te zien. Maar voldoening scoor je daar met bakken. Aan het befaamde monument is het even wachten vooraleer de absoluut vereiste persoonlijke foto geschoten kan worden. In het Visitor Center serveert men Belgian Wafles als specialiteit bij de koffie. Uiteraard ook hier een sticker, patch en zelfs een t-shirt gekocht. Ik maak een oud voornemen waar en trek mij even tactisch terug om “Nautical Disaster” van The Tragically Hip op te zetten ter nagedachtenis aan de betreurde Gordon Downie. Daarna dezelfde weg terug naar het hotel, dit keer met zeer veel tussenstops voor de nodige fotosessies.

Wim poseert bij het Noordkaap-monument, voor de obligate 'Noordkaap-foto'.

Tegen dat we in het hotel aangekomen zijn, is Brazilië nagenoeg klaar met zich te plaatsen voor de volgende ronde. Gauw even iets eten en dan zitten we klaar voor België – Japan. Na 60 minuten wens ik hartsgrondig dat ik elders zou mogen zijn. Het staat 0 – 2 en nagenoeg heel het hotel, op twee bejaarde Oostenrijkse dames na, vriendinnen voor de rest van mijn leven, zit mij vierkant uit te lachen. 30 Minuten later haal ik alsnog mijn gram, maar dit heeft niet veel gescheeld.

Dag 12, 3 juli: Kvalsund – Kirkenes (Noorwegen) 450 km

Vandaag een karige foto-oogst, wegens race day. Schitterend weer, afwisselend gereden langs de Barentszee (hoe cool is dat!) en door het binnenland, dat er nu echt wel uitziet als het Barre, Hoge Noorden. Kale, verweerde toppen met onderaan wat schrale berkenstruiken, allemaal met een merkwaardige knik in hun knieën. "Fake Plastic Trees" van Radiohead. Over een, op een kleine 50 km na, waar het Belgische kwaliteit is, spiksplinternieuw zwart lint van tot gas geven uitnodigend fabrikaat. Wat vandaag dan ook gebeurde, zeker met het gegeven dat het voorlopig de laatste Westerse kilometers zullen zijn en dat je nu echt geen mens meer tegenkomt. Ook geen enkele camera tegengekomen. Wel een wegversperring aan wegenwerken waar ze ons door een grindstrook stuurden waarin alle moto's merkwaardig begonnen te dansen en er enige nagenoeg neergingen. Ik weet nog altijd niet hoe ik daar ben doorgeraakt, maar dat lukte dus wel. Mijn ritstatistieken geven vandaag een maximum snelheid aan van 173 km/u, officiële snelheid met de GPS gemeten dus. En dat het plezant geweest is. Het Hoge Noorden van Noorwegen, een ideale regio om uw hoofd eens te laten uitwaaien op twee wielen (op voorwaarde dat het goed weer is natuurlijk, want met slecht weer moet het hier echt wel erg zijn).

Vandaag wordt ik ook aan een tankstation en hier aan het hotel door enkele Noren aangesproken. Zij vinden de voetbalprestatie van de Belgen gisteren echt onaards. Het WK wordt hier dus toch gevolgd.

Dag 13, 4 juli: Kirkenes – Moermansk (Rusland) 320 km

Ons geluk is blijkbaar gekeerd. We vertrekken binnen een uur naar de Russische grens en er is hier vannacht een onweer losgebarsten om U tegen te zeggen.

Net Rusland binnen gereden.

We nemen vandaag ook afscheid van Leen, die vanaf hier dus alleen via Finland naar Nederland rijdt. Vanaf nu is Rob met zijn 72 jaar de ouderdomsdeken van de groep.

Op de samenkomst voor de reis werd er door Dafne meermaals op gedrukt dat de Russische grens passeren een zeer delicate opdracht is. Over die grens gaan is inderdaad niet evident, maar een beetje Russisch kennen helpt blijkbaar. Het komt er op neer dat je een formulier moet invullen om als persoon over de grens te geraken en een formulier om je motor over de grens te krijgen. Die formulieren zijn zowel in het Russisch als in het Engels beschikbaar. Na de eerste controle krijg je dan nog een formulier in je handen gestopt dat je moet invullen. Omdat dat enkel in Russisch is en mij niet alle vragen duidelijk zijn vraag ik aan de grenswachter in mijn beste Russisch een beetje uitleg. Die mens is blijkbaar zo blij verrast dat hij er op staat om dat formulier samen met mij in te vullen. Twee stempels later mag ik naar buiten en verder rijden tot op de plaats waar mijn motor gecontroleerd zal worden. Ik heb mijn koffers al geopend naast de motor gezet als de dienstdoende grenswachter langskomt. Ik begroet die mens vriendelijk met een flinke здравствуйте! waarna hij mij vraagt of ik medicijnen bijheb. Mijn antwoord, “enkel aspirine en immodium” ontlokt bij hem een glimlach. Waarna hij zegt: “Erg verstandig, rij maar door”. Dat was het dan, voor de rest nog een uur wachten tot iedereen de controle gepasseerd is en we kunnen verder. Ik heb ooit aan de grens met Zwitserland ergere toestanden meegemaakt.

Het Centrum van Nikkel.

Daarna is er afgesproken om in groep naar Moermansk te rijden. Vlak voor Nikkel stoppen we aan een tankstation. Dafne doet haar best om voor iedereen een beker koffie besteld te krijgen, maar dat gaat moeizaam. Ik hoor de dames achter de toog ons onderling als “невежественные иностранцы” (onwetende, domme buitenlanders) omschrijven. Ik ben nog geen half uur in Rusland en mijn hart bloedt reeds een beetje...  

We vertrekken terug in groep waarbij Rob en Dafne op kop rijden. Iets verderop draaien zij naar rechts, richting Moermansk terwijl er een pijl naar links wijst richting centrum Nikkel. Ik twijfel niet en sla resoluut links af. De groep rijdt zonder mij verder naar Moermansk en ik verken Nikkel.

Tussen 1920 en 1945 was dit Fins grondgebied en het waren ook de Finnen die hier de eerste nikkelmijn opstarten. In 1945 werd deze streek echter door Rusland ingelijfd en kwam Norilsk Nickel, een staatsbedrijf onder NKVD (later KGB) controle, de bestaande mijn verder uitbouwen en exploiteren. Zo ontstond de zogenaamde monogorod (monostad) Nikkel, een stad die volledig rond één enkele economische entiteit - in deze dus een mijn met bijbehorende nikkelsmelterij - werd uitgebouwd. Een ander beroemd voorbeeld is de stad Asbest in de Oeral. In 1993 werd deze fabriek geprivatiseerd door iedere werknemer een voucher of aandeel te geven (voucherprivatisering). Deze werden door de investeringsfondsen van de oligarchen opgekocht, vaak voor een groot deel tegen flessen vodka, zodat in het nieuwe Rusland deze fabrieken voor een schijntje in privé handen kwamen. De minimale reglementering en bescherming van de arbeiders die er vroeger toch wel was viel hierbij uiteraard weg en dat is in Nikkel pijnlijk merkbaar. Enkel de hoofdstraat en enkele zijstraten zijn geasfalteerd, de rest van de straten zijn grind of zandwegen. De woonkazernes zijn compleet uitgeleefd en het centrum getuigt van een onvoorstelbare tristesse waar het centraal opgestelde, streng kijkende standbeeld van Lenin niets meer aan kan veranderen. De enige onderhouden plantsoenen zijn de monumenten voor de gesneuvelden van de “Grote Oorlog”, die in deze streken hard werd bevochten.

Maar al deze treurigheid valt in het niets bij de waanzin die je op nauwelijks een paar honderd meter verder vindt: de smelterij in al haar perfide glorie. Het is voor mij, die de laatste 30 jaar regelmatig professioneel geconfronteerd is geweest met veiligheids en compliance audits, vooral in de farmaceutische industrie, totaal onbegrijpelijk hoe het mogelijk is dat dit bedrijf nog kan bestaan. Ik rij de fabriek ongestoord binnen via wat mij een personeelsingang lijkt. Ik kom uit op een doodlopende binnenplaats waar iemand mij komt vragen wat ik daar kom doen. Ik vraag of ik in de fabriek foto’s mag nemen waarop deze persoon mij vriendelijk maar dwingend laat weten dat ik de fabriek nu en terstond dien te verlaten. Wat ik ook met veel plezier doe. Je kan je echt niet voorstellen in welke mate de lucht in de omgeving daar vervuild is. En op een paar honderd meter van die fabriek leven en wonen een kleine 10.000 mensen. Maar ook in de omgeving is de natuur volledig verwoest. Tientallen kilometers in de omtrek zie je enkel kale toppen met omgewoelde rosbruine aarde waar nauwelijks iets groeit. Dit tart gewoon elke verbeelding. Het definitieve failliet van een systeem. Wij zijn deze aarde gewoon niet waard. Nikkel bewijst wel dat een absoluut dieptepunt ook een hoogtepunt kan zijn.

En Nikkel is dan nog maar één van de fabrieken in de omgeving, er zijn er nog. Bij de volgende fabriek, Zapolyarny, probeer ik om tot bij de mijn te geraken, maar aan de voet van een reusachtig talud staat een slagboom waar men mij, deze keer niet zo vriendelijk, verzoekt stante pede te verdwijnen.

Mijn hart bloedt nog steeds, maar nu een beetje harder.

De zone tussen de Noorse grens en Moermansk is een aaneensluiting van militaire bases, de ene al wat meer vervallen dan de andere. Je moet regelmatig stoppen voor een paspoortcontrole. Onderweg stop ik ook nog aan het gigantische monument voor de Russische Noordelijke Vloot. Van het feit dat ze verantwoordelijk zijn voor de zeeramp met het hoogste aantal menselijke slachtoffers ooit is daar niet veel terug te vinden (het torpederen van een passagiersschip van de organisatie Kraft Durch Freude, de Wilhelm Gustloff in de Oostzee in 1945, met naar schatting een kleine 9000 slachtoffers). Het is ondertussen echt slecht weer geworden en dit draagt bij tot een gevoel van grote troosteloosheid dat deze plaats bij mij oproept. Neen, geef mij dan maar Treptower Park in Berlijn.

Het monument voor de Russische Noordelijke Vloot.

Onderweg beland ik dan in een echte Noordelijke storm, type van constant aan het denken "waarom ben ik ooit hier naartoe gereden?". De baan is echter in prima staat en ik kom dus op tijd in het hotel in Moermansk aan. Daar staan enkele taxi's klaar om ons naar de haven te rijden voor een gepland groepsbezoek aan de Lenin, een Russische ijsbreker met atoomaandrijving, en ik moet zeggen, dat is eigenlijk wel de moeite.

De nucleair aangedreven ijsbreker 'Lenin'.

De gidsen zijn een Russische zeeman, die tijdens de rondgang doorheen het schip alles van de nodige commentaar voorziet, en een dame, die dit betoog simultaan naar het Duits vertaald. Als ik haar op het einde van de tour bij de reactoren in mijn beste Duits een vraag stel betreffende de ongevallen met de reactoren in de jaren zestig van de vorige eeuw verstaat zij plots geen Duits meer. Maar dat kan aan mijn beste Duits liggen uiteraard. Het wordt mij ook al snel duidelijk dat ik nog wel enkele jaren Russisch te gaan heb alvorens ik een dergelijke uiteenzetting kan volgen.

Wagons vol steenkool in de haven van Moermansk.

We besluiten daarna te voet terug naar het Hotel te gaan en onderweg iets te gaan eten. Moermansk is een havenstad. Blijkbaar zijn er in buurt ook kolenmijnen want aan het station staan kilometers lange rijen volle en lege wagons met steenkool. De stad komt op mij niet als mooi over. Wel eerder als iets wat ik het best als bruut kan omschrijven. Tijdens onze wandeling valt het ons op dat er nauwelijks oogcontact wordt gemaakt door en met de mensen die wij passeren. De meeste groepsleden besluiten na een uurtje terug te keren naar het hotel en daar iets te eten. Ik kies ervoor om, samen met 2 Nederlandse avonturiers, een lokaal restaurant te proberen. Daar worden we eerst geconfronteerd met het Russische gegeven van de "administrator", een soort conciërge van een gebouw die bij onze binnenkomst uit zijn loket schiet en onze jassen opeist. Daarna mogen wij de trap op naar een restaurant waarvan de persoon die het interieur ontwierp duidelijk besloten heeft hierbij de strijd tussen kunst en kitsch in het voordeel van het laatste te beslechten. We zijn, op een koppeltje dat de verjaardag van hun dochtertje aan het vieren is na, de enige klanten. Op de playlist van de geluidsinstallatie staan wat commerciële Westerse dj’s, gelukkig staat deze installatie niet al te luid. De menukaarten zijn enkel in het Russisch beschikbaar, maar hier brengen mijn lessen wel op. Ik slaag er zelfs in om naar de specialiteit van het huis te vragen, wat neerkomt op schapenvlees in roomsaus met gebakken groenten. Na een gezellig diner sluiten wij de avond af met enkele wodka’s, en deze stelpen uiteindelijk het bloedende hart. We betalen in totaal een schamele 60 euro, inclusief een ruime fooi, vergeten daarna uiteraard de administrator niet te tippen als hij ons onze jassen overhandigt en gaan tevreden slapen na een mooie dag.

 

Tekst en foto’s: Wim Van Houtven

Geschreven op 2 april 2019
© Motoren & Toerisme