Heldinnen op het dak van de wereld

Voor wie z’n leven in perspectief wil zetten en zich even klein wil voelen, bestaat er geen betere reisbestemming dan de Himalaya. In het volgende nummer van M&T lees je hoe Gaea en Trui er onwerelds mooie landschappen doorkruisen op kleine Honda Hero eenpitters. Vandaag alvast een kleine teaser.

Tekst: Trui Hanoulle, Foto's: Trui Hanoulle & Gaea Schoeters

“Is het je eerste keer in Ladakh?", vragen ze me onderweg geregeld. “Nee”, zeg ik, “ik was hier al twee keer, maar lang, lang geleden.”

In 1989 trok ik te voet met gids en pakpaard dwars door de Zanskarvallei. Daar kwam ik oog in oog te staan met de Gonbo Rangjon, een waanzinnig mooie berg. Er volgden later nog meer van die reuzen, in Tadzjikistan, Pakistan of Turkije, maar de Gonbo Rangjon bleef me bij als de allermooiste. Ik begrijp perfect waarom dit vrijstaand rotsmassief van 5520 meter een van de heiligste plaatsen is voor de boeddhisten van Zanskar.

Wanneer Gaea en ik ontdekten dat de weg over de Shinku La-pas (5053 meter) - waar ik toen dagen had moeten voor stappen - nu geasfalteerd is, aarzelden we geen moment.

In 2002 was ik een tweede keer in Ladakh, met mijn toenmalige vriendin Iris, op onze eigen Suzuki DR 650 SE's vanuit België. Dat is ook alweer twee decennia geleden dus. Ik had me voor deze hernieuwde kennismaking met de Himalaya mentaal voorbereid op tenenkrullende teleurstellingen: asfalt overal, talloze lelijke hotels en ontelbaar veel andere toeristen. Maar dat was gelukkig anders. We konden er veel makkelijker rijden dan toen en bezochten nog altijd plekken die nog niet lang open zijn voor buitenlanders ... deze plek is nog steeds a-d-e-m-b-e-n-e-m-e-n-d.

En de Ladakhi’s en Zanskari’s zijn nog steeds even vriendelijk. Bovendien zijn we zelf meer open en meer warmhartig geworden, merk ik. 

In 2002 werkte ik urenlang om de twee carburatoren van de DR's om te bouwen voor de extreme hoogtes. Nu, met twee Hero Xpulse 200 BS6, was daarvan geen sprak: lang leve de injectie. Gewoon rijden en zelf genoeg adem proberen krijgen. Wat een luxe!

Cho House, het enige guesthouse in dit stuk van de Indusvallei, was een schot in de roos. Quasi al het eten komt recht uit hun tuin. Alles is veggie, alles is overheerlijk. Bij deze familie voelden we ons onmiddellijk thuis. Met de oudste dochter Dechan praten we urenlang, over haar studies en marathons, over het leven, dat van hen en dat van ons.

www.instagram.com/chohouse.farmstay | www.instagram.com/dechanwangmo

Bagage. Altijd een gedoe, en al zeker als daar 8 kilogram fotomateriaal bijhoort en we met onze motorkledij aan op het vliegtuig moeten. 

Benzine. De Hero's verbruiken er niet veel van, maar in de Himalaya zijn er lange stukken zonder benzinestation. Gelukkig vind je soms kleine benzinehandeltjes onderweg. Zelfs met onze opgebonden jerrycannetjes vielen we bijna een keer zonder. Tja, je moet ze ook vullen natuurlijk. Niet zo slim ...

De gastvrouw van onze homestay in Nyoma zit midden in de jaarlijkse huiszegening. Voor de gelegenheid is ze in een rijkelijk geborduurde cape gehuld en draait ze met een stapeltje mannenkleren rondjes boven de rook van een houtskoolvuurtje. Ter bescherming van een familielid? De monniken hummen en trommelen uren aan een stuk. Een krijgt plots telefoon, beantwoordt de oproep, en bromt dan gewoon weer verder.

Karma Tongjee homestay in Nyoma is een absolute aanrader: erg vriendelijke familie, ruime lichte kamers, heerlijk eten vers uit de tuin.

www.instagram.com/karma_tongjee

Gaea en ik reden naar het Indisch Astronomisch Observatorium in Hanle, in een uithoek van de Himalaya tegen de Tibetaanse grens. Op 4500 meter hoogte en zonder lichtpollutie is er geen betere plek om sterren te kijken. Daar bovenop die berg wisselen we de volgende woorden:

Trui: “Hoe is het met de hoogtevrees?”

Gaea: “Shut up! We hebben het er wel over als we weer beneden zijn ...”

Gaea rijdt langs een mani-muur, een boeddhistische gebedsmuur zoals je ze in Ladakh overal aantreft, net als talloze stupa’s. De mani-muren liggen vol platte stenen waarop de mantra “om manipadmé hum” gebeiteld staat in het Tibetaans schrift. Volgens het boeddhistisch gebruik moet je er in wijzerzin omheen wandelen; de andere richting wordt gezien als respectloos.

Alle passen in de Himalaya hangen vol kleurrijke gebedsvlaggen waarop boeddhistische gebeden en mantra’s gedrukt zijn. Wapperend in de wind verspreiden ze vanzelf de gebeden. De “om manipadmé hum”-vlaggetjes kan je in elk formaat kopen en worden aan voertuigen gehangen, als geluksbrenger. Dat deden wij dus ook. Ze gaan voortaan mee op elke reis, net als mijn karabijnhaak, sleutelhanger, pinguïn en beertje – stuk voor stuk bijzondere cadeautjes van mijn geliefden.

De dag waarop we moeten terugvliegen zijn we knorrig. Gaea gaat terug naar België en ik reis door naar Mumbai. Er is nog zoveel moois hier. “Altijd iets overlaten voor een volgende keer,” zeggen we niet bijster begeesterd.

Het hele Himalaya-verhaal lees je in het M&T-nummer dat verschijnt op 8 mei 2025.

Bestel je nummer via www.tijdschriftenwinkel.be of neem een abonnement op Motoren & Toerisme.

Geschreven op 24 april 2025
© Motoren & Toerisme