Als op 23 februari aanstaande, op het circuit van Phillip Island, het licht op groen springt voor de eerste race van het nieuwe WK Superbike-seizoen, zal dat voor het eerst zonder een V-Twin op de startgrid zijn. Tussen 1988 en 2018 maakten de V-Twins, en dan vooral de Ducati’ V-Twins, mee het mooie weer in het productie-kampioenschap. Maar nu Ducati het nieuwe V4-motorblok boven de aloude V-Twin en de Panigale V4 R gaat inzetten in het WK Superbike, komt aan die lange traditie een einde. Als er één motormerk is dat z’n stempel op het WK Superbike kon drukken, is het Ducati wel. Van de tot nog toe 31 seizoenen van het WK Superbike won Ducati maar liefst zeventien maal de wereldtitel. Toch probeerden er ook een aantal andere merken Ducati’s beproefde recept. Ze bouwden ook een V-Twin om zo de hegemonie van de Italianen te doorbreken. Maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan.
Sommige V-Twins bleken regelrechte flops, anderen deden Ducatisti dan weer klamme handjes krijgen. We lijsten de vijf opmerkelijkste V-twin challengers even voor u op. De KTM RC8 en de Harley-Davidson VR1000 hebben we even buiten beschouwing gelaten.