Om de rit extra glans te geven, kies ik voor de veelbesproken reïncarnatie van de Suzuki Katana. In geen geval de meest voor de hand liggende reismotor, maar des te uitdagender. De Suzuki-importeur voorziet mij van een in sinister zwart uitgevoerd exemplaar met opvallende rode striping en strak gefreesde valblokken. Omdat er nog geen zijkoffers beschikbaar zijn, moet ik me behelpen met een bescheiden maar zeer praktische tanktas die boven op de tank past. Ik verwacht vier dagen onderweg te zijn, dus met een creatieve inpakmethode en minimalistische levenswijze krijg ik al het nodige wel in de tanktas. Het is zelfs een opluchting om licht gepakt te zijn, ik heb alvast niets overbodigs bij. De volgende dag vertrek ik richting ons hotel in de buurt van de bron, een stevige vijfhonderd kilometer. Er is enige haast geboden en daarom blijf ik op de snelweg. De Katana biedt geen windbescherming, maar ik ben er niet rouwig om: het is stevig vastklemmen maar je hebt geen last van turbulentie. In een flets Frans dorp draai ik na vijf uur de parking van het hotel op. Uitgeput sleep ik me richting eettafel. De snelste weg nemen was achteraf gezien een onverstandig besluit, want van vijf uur over de autostrade scheuren word je niet vrolijk, zelfs niet op een Katana. Maar de komende drie dagen beloven veel goeds.