Rij-indruk: Indian FTR 1200(S)

Nu en dan komt een constructeur met een nieuw model dat in niets op bestaande motorfietsen lijkt. Zodoende vindt die constructeur dan een nieuw type motorfiets uit. Denk daarbij maar aan BMW met z’n allroad GS-modellen, Ducati met de Monster of Yamaha met de originele Ténéré. Allen wisten ze zich onmiddellijk tot een verkoopstopper ontpoppen en bleken ze prototypes voor een nieuw soort motorfiets te zijn. Nu lijkt Indian, met de nieuwe FTR 1200 Street Tracker, deze illustere club te vervoegen.

Dat wil echter niet zeggen dat niemand anders ooit probeerde om een straatlegale versie van een Amerikaanse Ovaal-racer op grote schaal te bouwen. Niemand anders wist echter te bewijzen dat zoiets ook in een modern context mogelijk was. Bovendien wist alleen Amerika’s oudste motorfietsfabrikant dit écht voor mekaar te krijgen met dit nieuwe model. Harley probeerde het wel met de in 2008 gelanceerde XR1200, maar die bleek geen lang leven beschoren.

De FTR1200 debuteerde vorig jaar in oktober op Intermot. Nu is de machine in productie en werden de vooropgestelde productie-aantallen reeds verdubbeld. Dat had alles te maken met de wereldwijde vraag die de FTR1200 meteen wist te ontlokken. De machine wordt zowel in Indians Amerikaanse fabriek in Spirit Lake (Iowa) gebouwd als in het Poolse Opole. Daar bouwt Indians moederbedrijf Polaris sinds 2014 offroad-voertuigen. Dat stelt Indian in staat om de FTR1200 in kit-vorm naar Polen te sturen, alwaar hij geassembleerd wordt. Op die manier omzeilt Indian de invoertaks van 31% die de EU voor in de VS gebouwde (complete) motorfietsen hanteert. Dat alles kadert in de handelsoorlog die tussen Trump en de EU woedt.

Als er één merk in aanmerking komt om dé Street Tracker van vandaag te bouwen is het Indian wel. Een privilege dat het Amerikaanse merk te danken heeft aan z’ dominantie in het AFT-kampioenschap (American Flat Track). In de seizoenen 2017-18 nam Indian onmiddellijk het voortouw in dat kampioenschap en dat na een afwezigheid van 70 jaar! Vorig jaar won Indians FTR750-machine 17 van de 18 races in het kampioenschap. Dat leverde hen, dankzij sterrijder Jared Mees, voor het tweede opeenvolgende jaar de nummer 1-plaat op.

Zowel het FTR1200 basismodel als de FTR1200 S zijn qua vormgeving en techniek gebaseerd op de FTR750. De S-versie heeft een 4,3 duims, aanpasbaar LCD kleurenscherm met touch screen-bediening en telefoonconnectiviteit en Bluetooth. Via dit dashboard kan je op de S-versie ook kiezen tussen de ‘Rain’, ‘Road’ en ‘Sport’ rijmodi. Op het standaardmodel vind je alleen de Road-modus, maar beschik je niettemin ook over ride-by-wire.

Het makkelijk te bedienen dashboard laat je toe om tussen de verschillende rijmodi en andere afstellingsmogelijkheden ‘te swipen’, en dat zelfs met een gehandschoende vinger.  Dat alles gebeurt op een intuïtieve manier en kan zonder het gas dicht te draaien. Het scherm is bovendien erg helder. Zelfs in de Californische zonneschijn had ik geen enkele moeite om het af te lezen. Iets wat met gelijkaardige dashboarden zeker niet het geval is. Bovendien is het scherm aanpasbaar zodat je voor de snelheidsmeter en de verschillende klokken kan kiezen tussen  verschillende configuraties. Het hele bedieningssysteem is goed uitgedacht en makkelijk te gebruiken. Duimpje voor Indian, dat deze component van de motorfiets meteen helemaal goed heeft! Met het touch screen controleer je bovendien een volledig Bosch stabiliteitscontrole-systeem met zesvoudige inertie-meeteenheid en verschillende rijmodi.

De FTR 1200/1200S en hun chiquere broer, de FTR 1200 RR (van Race Replica) zijn de ‘real deal’ en tegelijkertijd de voorboden van een hele reeks street trackers van andere fabrikanten. Aangevuurd door de successen van de FTR750 tijdens de voorbije seizoenen, verdienen deze nieuwe Indians het predicaat “Born on the Dirt, Built for the Street”. En dat blijkt ook zo als je er mee rijdt.

Druk je echter de startknop in dan klinkt het motorgegrom, dat uit de Flat Track-geïnspireerde 2-1-2 roestvrij stalen uitlaten aan de rechterzijde van de motorfiets komt, redelijk gedempt (vanwege de Euro 4-normen). Voor een V-twin met een blokhoek van 60° is dit een relatief hoog motorblok

De Indian stuurt goed, zeker in scherpe bochten en dat ondanks de lange wielbasis en het 19-duims voorwiel en het 18-duims achterwiel. De Dunlop DT3-R radiaalbanden warden speciaal voor de FTR ontworpen, compleet met een Flat Track-patroon. Indian zal tijdens het eerste jaar van de productie deze banden exclusief mogen monteren. “Oorspronkelijk wilden we een 19/19 wielmaat, zoals dat in het AFT-kampioenschap gebruikt wordt” zegt Rich Christoph, die verantwoordelijk was voor de vormgeving van de FTR 1200 en ook de FTR 750 ontwierp. “We konden echter geen geschikte achterband vinden, dus probeerden we 17/17 maar dat oogde niet goed. Met de combinatie van 19/18 vonden we zowel de juiste look als de prestaties.

Dat is zeker het geval, al dien je er wel het lawaai van de blokbanden bij te nemen, zeker aan constant snelheden op de snelweg. Daarnaast fungeren de banden ook nog als een soort van waarschuwingssysteem. Het vlakke profiel van de vrij dunne 150/80-18 Dunlop achterband zorgt ervoor dat de Dunlop vrij stabiel een bocht instuurt. Op papier kan je met de Indian een hellingshoek van 43° bereiken, vooraleer je iets aanraakt. Toch beginnen de buitenste profielblokken te piepen van zodra je te diep in een trage bocht duikt. Noem het maar een ‘early warning’-systeem dat je op eigen risico kan negeren. Ik deed dat alvast niet!

In snellere bochten voelt de FTR erg vertrouwenwekkend aan, hij blijft mooi op z’n lijn en dat dankzij de conservatie geometrie, die het sturen geenszins zwaarder maakt. Ook het Pro Taper stuur laat niet de minste trilling bespeuren. Een heel verschil met sommige naked bikes waarbij de stuurgeometrie niet echt perfect is. Toch merkte ik dat je, in snellere bochten die ik tegen 110 km nam, je beter een versnelling terugschakelde naar z’n vijfde om er vervolgens op halfgas door te gaan. Op die manier bleef de Indian tegen de ideale lijn aanleunen zonder dat het voorwiel zich ook maar op de geringste onregelmatigheid liet betrappen.

We beseften dat deze motorfiets vooral op snelwegen en op bochtige weg zou rijden, dus optimaliseren we de vering om die taak perfect aan te kunnen”, zei Ben Lindaman. “Maar we zorgden er tegelijkertijd ook voor dat je er op meer bodemsoorten dan alleen maar asfalt mee kunt rijden. Zo absorbeert de vering oneffen oppervlakten, kasseien en verkeersdrempels. Het mag dan wel geen offroad motorfiets zijn, toch kan je er dankzij de lange veerweg ook een onverhard pad op meepikken”.

 

De ster van de show is echter de geweldige motor die, dankzij de tandwiel-aangedreven balansas, onder de 7.000 opm niet de minste trilling laat optekenen. Pas dan voel je, via de voetsteunen, licht gedreun. Maar dat is het dan ook alles, tot aan de op 9.000 opm gesitueerde toerentalbegrenzer. De fabuleuze krachtbron betrekt je als rijder echter wel en levert daarnaast ook hopen koppel en vermogen. De lichte krukas laat de motor toe om snel toeren te maken en zo snel op het gas te reageren. In de Sport-modus is de gasrespons zelfs bijna ‘bijterig’ te noemen. Zelf verkoos ik eerder de Road-afstelling, die nog steeds voor een opwindende acceleratie zorgde en zodoende van de FTR een zeer agressieve, Flat Track-geïnspireerde, ‘hooligan bike’ maakt. Toch beschikt de motor ook over een erg vlakke vermogenscurve die z’n vermogen zowel op progressieve als voorspelbare wijze aflevert. Met hopen ‘punch’ aan lage toeren en super-flexibiliteit. Het echte vermogen komt pas voorbij de 3.000 opm vrij. Ik merkte ook dat als je bij 7.000 opm opschakelt, je opnieuw in het vlezige gedeelte van de koppelcurve zit. De piek van de koppelcurve situeert zich immers bij 6.000 opm, maar eens daar voorbij vallen de prestaties ook niet echt tegen. Nogmaals, deze twin is een echt geweldig ontwerp, dat eveneens veel potentieel heeft voor gebruik in andere modellen.

Dankzij de vormgeving van Rich Christoph is de machine onmiddellijk herkenbaar. Die vormgeving is dan ook een schot in de roos en tegelijkertijd uniek. De FTR1200 is met geen enkele andere motorfiets vergelijkbaar, al zullen sommigen hem wel met de Ducati Monster willen vergelijken. Deze Indian is da nook een erg veelzijdige motorfiets – wat de Italianen een ‘moto totale’ noemen – is fair geprijsd voor de prestaties die hij biedt en is zowel prettig als praktisch om te rijden. De pseudo-flat track Dunlop banden konden mij niet helemaal overtuigen. Ze zijn er  eerder om aan de FTR een zekere authenticiteit te geven, dan om voor prestaties op het asfalt te zorgen. Daarom zou ik graag eens de kans krijgen om de FTR te testen wanneer hij met Michelin Scorcher banden is uitgerust. Daarnaast staat er alleen nog een tweewegs quickshifter op m’n verlanglijstje voor deze motorfiets. Verder kan ik alleen Ben Lindaman en diens team prijzen voor het creëren van dit authentiek en meeslepend nieuw model. Een motorfiets waarop je geniet, maar waar je tegelijkertijd toch ook onder de indruk van bent.  De FTR is de eerste telg van een gloednieuwe modellenfamilie die met deze super motor uitgerust zal worden. De toekomst ziet er dan ook rooskleurig uit voor Amerika’s oudste motormerk. Indian is een Amerikaanse fabrikant die in de toekomst wellicht Europees-aandoende motorfietsen op  de mondiale motormarkt zal brengen – maar dan wel ontworpen en ontwikkeld in de ‘States’.

 

In het november-nummer van vorig jaar kon je ook al Alans rij-indruk van het FTR 1200-prototype lezen. Heb je dit M&T-nummer gemist dan kan je het nabestellen via onze tijdschriftenwinkel.

 

Indian FTR 1200
Motor: vloeistofgekoelde tweecilinder in V viertakt
CI: 1.203 cc
Drooggewicht: 221kg
Rijklaar gewicht: 230kg
Vanaf: € 14.690,00
Indian FTR 1200 S
Motor: vloeistofgekoelde tweecilinder in V viertakt
CI: 1.203 cc
Drooggewicht: 222kg
Rijklaar gewicht: 230kg
Vanaf: € 15.990,00
Geschreven op 5 juli 2019
© Motoren & Toerisme