Route: 85 kilometer tussen Leie en Schelde

Een motorroute moet niet altijd lang zijn, want niet elke motorrijder heeft veel tijd. Met die insteek stippelen fotograaf Pieter en ik elke maand een korte toerroute uit. Deze maand verkennen we de Leiestreek vanuit Deinze, een streek die al eeuwenlang Vlaamse kunstenaars inspireert.

Tekst: Wim Depraetere, Foto's: Pieter Pacques

Deinze ligt aan de oevers van de Leie en de naam zou afgeleid zijn van het woord ‘dunsa’, wat mosgebied zou betekenen. Wat ons meer interesseert is het feit dat deze stad op de kruising ligt van de invalswegen naar Gent, Brugge en Kortrijk. Daardoor is het doorheen de geschiedenis een belangrijk geografisch knooppunt geworden.

Het gebied om en rond Deinze inspireerde doorheen de jaren ook een heel aantal Vlaamse kunstenaars. Daarvan getuigen de werken in het stedelijk Museum van Deinze en de Leiestreek (MUDEL), van onder andere Constant Permeke, Roger Raveel en Gustave Van de Woestyne.

Onze toerrit start op de markt van Deinze, aan de oever van het Kanaal van Schipdonk. Dit kanaal, dat verbonden is met de Leie, loopt van Deinze tot Zeebrugge, waar het  in de Noordzee uitmondt. De laatste kilometers van de toerrit lopen dan ook langs de oever van het kanaal. Het vertrek van de rit loopt echter wel de andere kant uit en vanuit Deinze rijden we via Petegem-aan-de-Leie, deels over de N494, naar Lozer.

Lozer, een deelgemeente van Kruisem, is een onooglijk gehucht met een zeer charmante dorpskern. Tijdens de verkenning van deze route konden we dan ook niet aan de verleiding weerstaan om al halt te houden aan cafe-restaurant “Amadeus Lozer”. Het interieur straalt gezelig de tijd van toen uit. Met oude foto’s aan de muren, en zelfs een oude Leuvense stoof die de gelagzaal decoreert. Bovendien is de koffie er heel lekker.

Zoals bijna overal elders in Vlaanderen, vind je ook in deze streek de nodige kasseistroken, die we in de toerrit verwerkt hebben. De eerste kinderkopjes dienen zich bij het binnenrijden van Lozer aan. Verderop op de route vinden we nog enkele legendarische kasseistroken uit de Ronde van Vlaanderen. Maar wees gerust, want ze zijn na tal van herstelwerkzaamheden allemaal uitstekend berijdbaar. In Lozer komen we ook het eerste ‘kasteel’ tegen, enkele honderden meters buiten de dorpskern, richting Kruishoutem. Het Kasteel van Lozer of Kasteel Della Faille D’Huysse is in het bezit gekomen van de adelijke familie Della Faille. In de regio rond Deinze heeft die familie trouwens meerdere kastelen in haar bezit.

Vanuit Lozer is het maar een boogscheut naar Kruishoutem, dat sinds de fusie met Zingem als Kruisem door het leven gaat. Het dorp Kruishoutem zette zichzelf op de kaart met de Gulden Eifeesten en de verkiezing van de Eikoningin. En geen koningin zonder koning, al is het hier een eierboer. Sinds 1955 worden er tijdens het Paasweekend de Gulden Eifeesten georganiseerd. Die zijn inmiddels uitgegroeid tot een vijfdaags evenement. Vooral de eierworp blijkt bijzonder populair.

Naast Kruishoutem ligt het pitoreske Nokere waar de toerrit doorloopt via het idylische kasteel van Nokere ofwel Kasteel Casier, genoemd naar de eigenaren van het geslacht Casier. Het kasteel dateert van voor de 16de eeuw en brandde in 1596 af. Later werd het herbouwd door Mathieu-Xavier de Ghellinck, die in 1727 de heerlijkheid Nokere had aangekocht. Vlakbij staan enkele dienstgebouwen waaronder een 17de-eeuws poortgebouw met de grafsteen van Jacob van Gavere, en een koetshuis met een assortiment koetsen uit de 18de en 19de eeuw.

De Nokeredorpstraat is aangelegd in kasseien en was tot vorig jaar de aankomst van de semi-klassieke voorjaarswedstrijd ‘Nokere Koerse’. Voor de wielrenners liep deze strook uiteraard bergop, tijdens onze rit gaat ze echter bergaf.

Onderweg van Nokere naar Wortegem passeren we SONS - Shoes Or No Shoes - een modern museum dat een collectie schoenen van over de hele wereld tentoonstelt. Je ontdekt er de passie van ruim 1300 hedendaagse kunstenaars die van hun werkschoenen kunstwerken maakten, alsook de grootste etnografische schoenencollectie ter wereld, bestaande uit ruim 2700 paar schoenen. Stuk voor stuk zijn het voorbeelden van uniek vakmanschap.

Eens Wortegem voorbij, kronkelt de route de Scheldevallei in. Van bij het begin van de Cauborestraat krijg je al een mooi zicht op de vallei en op Petegem-aan-de-Schelde. Inderdaad, we reden eerder al door Petegem-aan-de-Leie en nu passeren we in Petegem-aan-de-Schelde. In dat dorpje ligt trouwens het hoogste punt van deze toerrit, op 75m boven de zeespiegel. In de verte kan je zelfs de toren van de Sint-Walburgakerk van Oudenaarde aan de horizon ontwaren. Na Wortegem volgt de deelgemeente Moregem. De naam Moregem is afgeleid van het Germaanse Mauringa haim, dat 'woning van de lieden van Mauro' betekent. Het gaat dus om een vroegere Frankische nederzetting.

Op de grens met Oudenaarde bevinden zich de restanten van een openluchtrechtbank, genaamd de Vierschaar. De Vierschaar is een geklasseerd monumentje van 4 centiare (volgens het kadaster). Het is een overblijfsel van de feodale rechtbank, die afhing van de verdwenen heerlijkheid Volkaersbeke te Moregem en waar in open lucht recht werd gesproken. Je komt dit bijzondere monument(je) tegen op de kruising van de Volckaartsbeekstraat en de Wortegemstraat (op kilometer 33,13 van de route). Hier ligt ook ongeveer het keerpunt van de route.

Eens Moregem buiten loopt de route over deelgemeente Ooike. Het vroegere Ooike is sinds de fusie opgesplitst, waardoor de westkant tot de gemeente Wortegem-Petegem behoort en het oostelijk deel tot Oudenaarde.

We gebruiken opnieuw een stuk van het traject van de Ronde van Vlaanderen, namelijk de kasseien van de Doorn, op de weg  naar Lede. Even buiten Huise passeren we opnieuw een gehucht, Mullem, dat ooit als locatie voor de Vlaamse film ‘Hard Labeur’ fungeerde.

Je kan je nauwelijks voorstellen dat deze omgeving ook woelige en bloedige tijden kende. In de omringende kouters werd hier in 1708 met de Slag bij Oudenaarde geschiedenis geschreven. Dit was één van de vier belangrijke veldslagen tijdens de Spaanse Successieoorlog. Troepen uit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Engeland en het Heilige Roomse Rijk stonden toen oog in oog met Franse en Spaanse legers. Dankzij de overwinning van de geallieerden ontsnapten de toenmalige Spaanse Nederlanden aan het bewind van Lodewijk XIV van Frankrijk.

Mullem is een dorpje van amper 500 inwoners waar quasi elke steen van elk huis de gele kleur heeft. Waarom geel? Okergeel was de kleur van het wapenschild van de lokale adel. Zo simpel kan het zijn. Zij waren eigenaar van de huizen, boerderijen en omliggende gronden, dus zij kozen de kleur. Punt. Midden in de dorpskern is er de herberg “de Kroon”, de ideale plek voor een tussenstop. Het kasteel van Mullem is nog steeds bewoond door de Familie de Gerlache, gekend van de  Zuidpool-expedities. We duiken onder N60 door,  richting Zingem. De kasseistroken hebben we  nu achter de rug en via Ouwegem en Nazareth gaat het naar het mondaine Sint-Martens-Latem.

Even buiten Nazareth voert de route langs de Hospicebossen. Deze bossen danken hun naam aan het feit dat ze eigendom zijn geweest van het OCMW. Tussen 1920 en 1950 diende het vooral als productiebos en werden er veel uitheemse naaldbomen aangeplant. Uiteindelijk werd het bos opgekocht door de provincie Oost-Vlaanderen en geleidelijk ingericht als natuurgebied.

Op de rotonde die op  de verbindingsweg tussen Gent en Deinze ligt nemen we de richting Deinze/Deurle en via deze bochtige weg langs de Leie kom je terecht in Sint-Martens-Leerne. Echter niet op de route gelegen, maar zeker de moeite om even voor af te wijken: het fraaie kasteel van Ooidonk, zeker een van de mooiste van Vlaanderen. Ooit was ook dit kasteel eigendom van de reeds eerder vermelde familie Della Faille.

De rest van de route loop nu verder in de Leievallei en door Bachte-Maria-Leerne. Vanaf Nevele gaat loopt de route ze voor een stuk langs het Schipdonkkanaal. Nevele was ook de woonplaats van Cyriel Buysse, een grote naam uit de literaire geschiedenis van Vlaanderen, Cyriel Buysse. Buysse’s bekendste roman is Het recht van de sterkste (1893). Zijn bekendste toneelstuk, dat nog steeds door menig toneelgezelschappen wordt uitgevoerd en al meermaals werd verfilmd is “Het gezin van Pamel”,  dat zich uiteraard ook in die streek afspeelt.

Het laatste stukje van de toerrit is eerder een verbindingsstuk dat ons terugbrengt naar onze startplaats, de markt van Deinze. Een koffietje, een cola of misschien een 0% biertje doet ons nagenieten van een vrije halve dag.

Geschreven op 17 april 2025
© Motoren & Toerisme